Lieve mensen,
Mijn naam is Nikodemus. Jullie dominee heeft mij vanochtend uit de bijbel hierheen uitgenodigd om over mijn ontmoeting, mijn gesprek met Jezus te vertellen. Ik wil dat graag doen en laat ik het zo zeggen: dat gesprek heeft mijn leven behoorlijk op de kop gezet. Maar dan wel in een proces van een drie jaren.
Ik begin maar bij het begin. Ik ben in mijn tijd iemand met aanzien. In onze tijd is het zo, dat als je in de tempel van onze God werkt er flink tegen je wordt opgekeken. In jullie tijd ligt dat misschien anders, dat weet ik niet precies. Wie weet – als je mijn verhaal hoort – kun je zelf bedenken tegen wie je opkijkt of wie weet wel of mensen tegen jou opkijken en waarom dan.
Ik hoor tot een streng gelovige groep, Farizeeërs, noemen ze ons. We nemen het geloof heel serieus en we hebben een goede opleiding gehad. Misschien is het ook goed om te zeggen, dat wij het geloof in God behoorlijk hebben ingevuld met regels: zó leef je goed, zo leef je niet goed. Of, nog wat anders: als je het doet volgens onze regels, dan ben je o.k., dan tel je mee, dan heb je “likes”. Maar doe je het niet, dan lig je eruit. En dat bepaal ik voor een groot deel met mijn mede-Farizeeërs.
Ik heb mijn naam al genoemd, Nikodemus. Dat betekent in jullie taal “overwinnaar van het volk”. Nou, dat lijkt dus wel te kloppen met mijn hoge functie met aanzien. En toch….., toch zit mij al langer iets niet lekker. Al die regels, al dat “zo moet het wel, zo moet het niet”, werkt bij mij soms ook gewoon benauwend. Het is net alsof ik op een bepaalde manier perfect moet zijn en dat er de hele tijd iemand over mijn schouder heen kijkt die staat te kijken of ik het wel goed genoeg doe, perfect genoeg. Dat maakt me dus ook bang: bang om het niet goed te doen of om afgewezen te worden. Door mezelf, door anderen. Dat maakt mijn naam ook een beetje tot een lachertje. Nikodemus, overwinnaar van het volk…., nou ook knap báng voor het volk en in het bijzonder soms ook voor mijn collega-Farizeeërs.
Misschien kennen jullie dat, maar dan wat anders? Dat je van jezelf vindt dat je perfect moet zijn, dat je bang bent dat je het niet bent en dat anderen je misschien daarom niet aardig zullen vinden?
En ik vraag me ook af of de God van Israël zo is. Of God eigenlijk de God is van de regeltjes, die staat te turven wat ik wel goed doe en wat ik niet goed doe…. Maar ja, de andere kant is ook, dat ik bij die groep Farizeeërs hoor. Ik héb die vooraanstaande positie en die wil ik liever niet kwijt. Het heeft écht voordelen. En straks lig ík er misschien uit…….
Op ons Paasfeest komt er een jonge Rabbi uit Galilea naar Jeruzalem. Jezus van Nazareth. Paasfeest, dat is de bevrijding van de slavernij van Egypte. Van alles wat beknelt en onvrij maakt….. En het allereerste wat Hij doet als Hij in Jeruzalem komt is de bezem door het tempelplein halen. Moet je je voorstellen: dat is óns domein, dat is waar wíj de baas zijn, dat is waar wij de regels bepalen. En dat alles geeft de mensen duidelijkheid en óns aanzien. Het is een complete revolutie en er is onder ons Farizeeërs een enorme verontwaardiging. Wie denkt hij wel niet dat hij is?
Tegelijk zie ik ook wat anders: hij spreekt over God – dat is toch eigenlijk ons werk….. – op een manier die zó anders is dan wat wij doen. Alsof hij God beter kent dan wij. Hoe ook, mensen hangen aan zijn lippen en als Hij dan ook nog mensen helpt, die ziek zijn, die met zichzelf in de knoop zitten…… Dat zet me aan het denken. En, als ik heel eerlijk ben, merk ik ook iets meer dan alleen dat het me aan het denken zet. Hij raakt een soort van verlangen bij me. Ik zou wel wat willen hebben van wat hij heeft. Die vrijheid, niet bang zijn.
Dat verlangen is zo sterk, dat ik hem in de nacht ga opzoeken. In de nacht, want dan ziet niemand het…. Dat kun je laf noemen en je kunt het lef noemen. Wie weet ken je het, dat je bij jezelf iets merkt wat je misschien wel graag wil, maar je schaamt je ervoor, je weet niet wat anderen ervan zullen vinden…., durf je er dan wél iets mee te doen of niet….. Ik ga en ik zoek contact, maar ik vind het eigenlijk ook bést eng als ik zo oog in oog met Hem sta. Daarom stel ik een beleefde vraag én ik houd een beetje afstand: rabbi, we weten dat U van God komt…., anders kan je niet de dingen doen die U doet…
Hij kijkt me wat aan en dan krijgen we een vreemd gesprek, echt een vreemd gesprek. Maar het blijkt later misschien wel het belangrijkste gesprek dat mijn leven op een ander spoor zet. Nikodemus, we weten…, we weten…., het komt erop aan, dat als je écht met God wilt leven, écht léven, dat je dan opnieuw geboren moet worden…..
Oef, op een bepaalde manier prikt Hij enorm door me heen. Ik wil proberen een beetje een interessante discussie tussen twee theologen te voeren, beetje op de manier van het hoofd, zodat je zelf, wie je bent wat buiten schot blijft. Maar eigenlijk komt Hij direct tot de kern: wie ben je nou eigenlijk echt, Nikodemus? Ben je wat de mensen van je zeggen? Probeer je aan hun verwachtingen te voldoen? Ben je nou echt blij met wie je bent te midden van je vrienden Farizeeërs? Leven met God, Nikodemus is leven met de bron van je leven, met je Schepper. Hij heeft je niet gemaakt om in een keurslijf van regels te proppen, Hij heeft je gemaakt om van te houden en een vrij mens te zijn, die dicht bij God en dicht bij je hart te leven. Nikodemus, dat vraagt om een nieuw begin, opnieuw geboren worden, jezelf zien terug te vinden hoe God jou bedoelt.
Pats. Ik snap met mijn hoofd én mijn hart wat hij bedoelt. Sterker nog, door dit te zeggen, laat Hij me zelf ontdekken, voelen, nadenken over hoe vast ik eigenlijk zit in mijn manier van leven….. Ondanks al het mooie, ondanks al het aanzien. Maar…., zo probeer ik nog…., een mens kan toch niet opnieuw in de baarmoeder terugkruipen……. Nee, zegt Jezus, dat bedoel ik ook niet en eigenlijk weet je dat wel: water en Geest, tekenen die bij de schepping een rol spelen, bij het begin, als je geboren wordt als een pasgeboren kind dat nog niks weet van regels en hoe het wel en niet moet, maar dat alleen maar weet dat er iemand is die van je houdt, zielsveel van je houdt…., daar moet je naar terug.
Einde gesprek. Nou ja, einde….., die woorden blijven hangen en blijven malen. Zeker als ik Jezus in de tijd daarna blijf volgen en zie hoe Hij zélf zo dicht bij God leeft, zó dicht bij zijn hart, waar God in leeft. Zo liefdevol, hartelijk, niks geen regels, niks geen keurslijf, maar menselijkheid, hartelijkheid. Hij laat mij zien wie God is. Voor mij komt Hij van God, sterker nog, ik heb nog nooit zo compleet geweten wie God is sinds ik Hem zie…..
Maar ja…., ik zit wél in dat keurslijf, in die positie. En onder mijn vriendengroep is Jezus hoe langer hoe meer iets van: als je bij Hem hoort, lig je er bij ons uit…… Het volgend jaar is Hij er weer, nu op het loofhuttenfeest. En weer is het raak. Hij houdt weer hele toespraken en het raakt me opnieuw hoe stevig Hij is, niet bang voor wat anderen zullen denken van Hem. Hoe dicht Hij bij God staat en één ding is net alsof Hij het tegen míj zegt: als je Mij gelooft, in hoe Ik over God spreek, dat Ik zelfs van God kom en écht de waarheid zeg, dan zullen stromen van levend water in je hart gaan opborrelen. Eigenlijk zegt Hij: dan hoef je niet de hele tijd benauwd te zijn in je hart, op je hoede voor wat anderen van je vinden, maar dan ben je vrij. Het lijkt eigenlijk wel wat op wat Hij het jaar daarvoor zei, tegen mij.
Ik weet niet hoe jullie het hebben met dingen waar je in moet groeien. Sommige dingen gaan snel, sommige dingen hebben tijd nodig…. Bij mij heeft het wat tijd nodig, maar let op wat er gebeurt, wat ik doe. Zijn optreden dat tweede jaar wordt uiteraard weer heel erg besproken én enorm bekritiseerd door mijn vrienden de Farizeeërs. Ze zouden Hem voor het gerecht moeten gooien, zeggen ze. En dan hoor ik mezelf het opeens in het openbaar voor Hem opnemen. Nou ja, opnemen, wél wat voorzichtig: hoezo zouden ze Hem voor het gerecht óns gerecht moeten gooien…, in onze wet is het toch zo dat iemand pas voor het gerecht komt als hij eerst is verhoord en zo netjes wordt behandeld?
Ha, ik krijg direct bakvol kritiek over me heen: Kom je soms ook uit Galilea, hoor je soms bij Hem…. Zien jullie het, wat ik doe? Het is een stukje angst én een stukje groei. Ik ben doodsbang voor wat ze zeggen, wat ze van me vinden én ik ben óók bezig het voor Jezus op te nemen. En daarmee: voor wat er leeft in mijn hart, voor wie ik zélf ben……
Het jaar daarna is misschien wel het bijzonderste jaar uit mijn leven. Eigenlijk, als ik terugkijk is de manier van sterven van Jezus voor mij de stimulans om definitief mijn angsten voor wat anderen van me vinden van me af te gooien. Want het is aan de ene kant afschuwelijk, hoe Hij sterft. Zo’n afgrijselijke marteldood. Maar tegelijk is het ook een soort overwinning. Hij blijft tot het einde toe over Gods liefde spreken ook als Hij wordt gekruisigd door mensen die alleen maar in de god van de regeltjes geloven. Als Hij zegt “het is volbracht”, het fluistert en het zó overtuigend zegt, dan is dat een uiting van intense liefde “Ik heb de mensen echt tot het einde totaal liefgehad, zélfs als ze zich in hun onvrijheid en angsten tegen mij keren.” Onvoorstelbaar. Het wordt allemaal nog onvoorstelbaarder als de dagen daarna blijkt dat Hij is opgestaan, dan wordt het helemaal anders voor me, dan ben ik definitief mezelf, opnieuw geboren, vrij. Maar nu al…., ik ga met Jozef van Arimathea naar het kruis en haal Hem ervan af. Kan me niks meer schelen wat ze van me denken, wat het me kost, Hij heeft me laten zien wat geloven écht is, wie God écht is. Niet iemand van de regels, maar van de intense liefde……
Groei, mezelf worden, opnieuw geboren worden, Kind van God zijn…. En het begon allemaal drie jaar geleden met een verlangen dat in mij groeide. Het begon met een vreemd gesprek, maar wat dus een ontzettend goed gesprek was. Als Jezus die avond heel theoretisch met me was blijven praten over God en zo…., als twee theologen, dan was ik nooit zo veranderd als nu. Maar dat deed Hij dus niet. In één keer: pats, Nikodemus, als jij echt een vrij mens wilt worden, zoals God je bedoeld heeft, je gemaakt heeft, dan moet je opnieuw geboren worden…… Dan pas kun je jezelf zijn en op een open manier tussen de mensen staan. Echt van betekenis zijn voor jezelf en de mensen om je heen. Zonder angst. Ik snap nu wat Hij bedoelt. Eigenlijk ben ik nu echt Nikodemus, overwinnaar van het volk, vrij mens, niet langer bang voor anderen, vrij om er met anderen iets moois van te maken.
En ik ben een vreemd soort trots en blij dat ik me nu zo vrij voel, dat ik dit vanochtend met jullie mag delen. Misschien is een goed gesprek wel een gesprek dat je helpt dichter bij jezelf en bij God te komen. Voor mij was het dat. Het ga jullie goed.