Ik ben Elisa de profeet. En deze jasheb ik altijd goed bewaard. Die jas heb ik gekregen van Elia. Wie Elia is? Elia is een soort van vader voor mij. Een soort meester of juf, die mij heel veel heeft geleerd over het leven. Over hoe je dat goed kunt doen. En hoe God graag wil dat we leven.
Elia zei altijd: Elisa, als het erop aankomt, zijn er eigenlijk maar twee manieren. De ene manier is dat je zegt “ik ben gelukkig mooi!” De andere manier is dat je zegt “ik ben mooi gelukkig”…..
“Hè?,” zei ik de eerste keer, “dat is toch gewoon hetzelfde….. Dat maakt toch niks uit?” Maar toen ging Elia me dat uitleggen. Niet 1x, wel 2x, wel 7x. Net zolang totdat ik het snapte. Hij zei zoiets als:
– Als je zegt “ik ben gelukkig mooi” dan ben je de hele tijd bezig met “zie ik er wel goed uit?” vinden de mensen me wel mooi, heb ik wel de goede kleren aan, gaan kinderen in de klas me niet plagen om wat ik aan heb, of ik wel dun genoeg ben? Of ik wel sterk genoeg ben”
– Eigenlijk, zei Elia tegen me, komt daar altijd ruzie van en verdriet…… Want kinderen en mensen gaan met elkaar een soort wedstrijdje doen “ik ben gelukkig toch mooier dan jij…, nah, nah, nah, nah,na…..”
– En kinderen en mensen voelen zich ook telkens onzeker: die ander is misschien wel mooier, sterker, slimmer dan ik. En daarom gaan ze die ander vast aardiger vinden dan mij…… Straks vindt niemand mij aardig
– Dat betekent dat je bang bent om fouten te maken, want dan lachen ze me vast uit. Want fouten maken betekent zeggen “ik ben ongelukkig en dom…….”
Elia zei: ik zal je vertellen wat ik heb meegemaakt, een paar jaar geleden dan begrijp je het. In die tijd heet de koning Achab. En die is getrouwd met koningin Izebel. En koningin Izebel staat iedere dag voor de spiegel: spiegeltje, spiegeltje aan de wand…, wie is de mooiste van het land…… Ze heeft altijd de duurste jurken aan en als iemand een mooiere of duurdere heeft dan zij, dan wil zij die per sé hebben. En toen was er een heel nare dag. Op die dag wil koning Achab een wijngaard hebben. Je weet wel, zo’n plek met allemaal druiven. Maar die wijngaard is helemaal niet van de koning, maar van zijn buurman. Maar Izebel zegt: ik zorg ervoor dat jij die wijngaard krijgt. We pikken ‘m gewoon in. Want wij zijn belangrijk. Ik ben gelukkig mooi, ik ben gelukkig belangrijk….. Belangrijker en mooier dan jij…….
Ok, zeg ik tegen Elia, maar Elia, wat betekent dan “ik ben mooi gelukkig”
Dat zei Elia, betekent dit:
– Als je zegt “ik ben mooi gelukkig” dan weet je dat onze God, de God van Israël van je houdt om wie je bent. Of je nou dik, dun, twee soorten kleur in je ogen, goed kunt rekenen of niet goed kunt rekenen.
– Dan betekent het, dat je tegen andere kinderen en mensen kunt zeggen: wat kun jij goed rekenen….., ik kan het niet zo goed, wil je me even helpen? Of dat je zegt “ik kan goed taal en zie dat jij het niet zo goed kan, zal ik je even helpen?”
– Dat betekent dat je mooie kleren aan kunt doen en dat je er leuk uit kunt zien, maar dat je weet dat je daardoor niet beter bent of zo dan een ander
– Dat betekent dat het niet erg is als je fouten maakt. Die maakt iedereen wel eens en God blijft van je houden. Lach er jezelf en een ander niet om uit, maar leer er maar van.
Ik zei al: deze jas is eerst van Elia. Misschien vinden jullie die jas wel wat raar, maar in onze tijd is het eigenlijk een gewone jas. Niet heel mooi, niet heel lelijk. Elia heeft hem aan mij gegeven en toen zei hij: ik ben nu al oud, wil jij mijn opvolger worden? Je hebt er precies de goeie naam voor: Elisa, God is redding. Redding van “ik ben gelukkig mooi” om te leren dat je bij God mooi gelukkig kunt zijn! En trek dan deze jas aan, de jas van “ik ben mooi gelukkig want God houdt van mij”.
En nu wil ik iets verdrietigs en iets moois aan jullie vertellen.
Eerst maar het mooie….. Bij mij komt dus die buitenlandse generaal. Naäman, heet hij. En die komt zelf in een heel mooie jas én hij heeft allemaal mooie jassen bij zich. Maar hij is ook ziek. Zijn hele huid is ziek, van de spanning en de zenuwen, omdat hij de hele tijd denkt: vinden ze me nog wel aardig, mooi, belangrijk? Eigenlijk is die generaal de hele tijd bezig met “ik ben gelukkig mooi”. Hij vindt het belangrijk dat iedereen hem aardig vindt. Daarom heeft hij ook vaak mooie jassen aan. En hij hoopt dat ik hem ga helpen en dan wil hij mij als beloning heel mooie jassen geven en goud en zo.
Ik vind het prachtig dat hij bij mij komt en dat ik hem kan helpen. Ik vertel hem van onze God, de God van Israël én ik leer hem dat je veel gelukkiger wordt als je leert zeggen “ik ben mooi gelukkig” dan als je zegt “ik ben gelukkig mooi”. Je ziet gewoon die generaal opknappen en zijn huid wordt ook beter als hij als een kleine jongen in de Jordaan, in de rivier geneest.
Dát is het mooie!!! Daar ben ik iedere keer zó blij om. Maar wat ik nou zo verdrietig vind is wat er gebeurt met Gehazi. Die woont al heel lang bij mij en ik hou van hem. En eigenlijk hoop ik stiekem dat hij later mij gaat opvolgen. Zoals ik Elia ben opgevolgd, zo hoop ik dat Gehazi mij gaat opvolgen. Dat hij de mensen in Israël en zichzelf leert dat je bij God gewoon jezelf mag zijn “mooi gelukkig”. Gehazi is erbij als Naäman komt. Hij ziet ook hoe ongelukkig Naäman wordt van alsmaar “ik ben gelukkig mooi” te spelen. Hoe hij er ziek van wordt….. Hij ziet ook dat Naäman zo blij is als een kind dat hij weer beter is en dat mooie jassen en zilver en goud je niet gelukkig maken. Geluk, dat zit van binnen….., maar toch gaat hij achter Naäman aan…… als die weggaat.
Ik voel het al haast een beetje gebeuren als Naäman wegrijdt. Ik zie de blikken van Gehazi…., hij kijkt van “o, ik wil ook zulke mooie jassen. Ik wil kunnen zeggen: ik ben gelukkig mooi, ik heb prachtige jassen aan”. En stiekem gaat Gehazi achter Naäman aan en vraagt hij tóch om zo’n mooie jas.
Dan komt Gehazi terug en staan we naast elkaar. Of eigenlijk tegenover elkaar….. Hij heeft een heel deftige Naämansjas en ik heb mijn gewone Eliajas. En ik zie in zijn ogen dat hij denkt: Elisa, jij ziet er stom uit, ik ben gelukkig mooi, mooier dan jij… Jij altijd met je praatjes van “het gaat om de binnenkant, hoe je daar mooi gelukkig bent”. Hij zegt ook: ik ga bij je weg. Ik ga het op de manier proberen van Izebel en van Achab….. En ik zeg: jongen, ik kan je niet tegenhouden. Jij moet zelf kiezen. Maar ik ben bang dat je er niet gelukkig van wordt en wie weet ga je ook wel zoiets krijgen als Naäman dat kreeg. Word je ook heel onzeker…., word je daar misschien wel ziek van, van alle spanning en onzekerheid.
Maar hij gaat…… Snap je dat ik daarom verdrietig en blij ben? Blij om Naäman en verdrietig om Gehazi. Maar het is wél waar: je mag zelf kiezen hoe je wilt leven: “ik ben gelukkig mooi, mooier dan jij”. Of “Ik ben mooi gelukkig”, want God houdt van mij zoals ik ben…… Weten jullie lieve kinderen, grote mensen…… Ik hoop zo dat jullie een beetje begrijpen wat ik bedoel….. En dat jullie gaan merken dat wat ik vertel echt waar is: dat je bij God jezelf mag zijn. En dat je daar heel mooi gelukkig van wordt…..