Leven als gemeenschap/ Ruimte voor iedereen

Leven als gemeenschap/ Ruimte voor iedereen

Leven als gemeenschap

Lieve mensen,

Onlangs is er een onderzoek uitgekomen dat door de landelijke kerk is gedaan onder mensen die betrokken zijn bij pioniersplekken. Wat zijn dat? Overal in het land probeert onze landelijke kerk – overigens ook de CGK en GKV doen dat – op plekken waar de kerk bijna of helemaal verdwenen is nieuwe vormen van kerk zijn te planten.

Pionieren noemen we dat. Soms lukt dat, soms ook niet. Waar het wél lukt ontstaan nieuwe gemeenschappen die op heel nieuwe manieren proberen samen een gemeenschap te vormen. Het bijzondere is, dat een rode draad door die verhalen heen is, dat ze heel goed een gemeenschap kunnen vormen zónder ouderling, zonder diaken én zonder predikant. https://www.protestantsekerk.nl/actueel/nieuws/ambten-niet-vanzelfsprekend-bij-nieuwe-kerkplekken

Dat klinkt ons misschien wat vreemd in de oren. Dat komt, denk ik, omdat wij in Hardenberg niet anders kennen en weten: er is een kerkbestuur, daar zitten de ouderlingen, diaken en dominee in en die leiden als het ware de kerk. Zou je ouderling, diaken én predikant afschaffen, waar blijft de kerk dan nog?

Wel, het kan dus zonder. Natuurlijk, het kan niet zonder organisatie, elke vereniging of club of kerk heeft een bepaalde organisatie nodig. Maar dan vooral als middel: het bestuur van HHC of Hardenberg 85 is wel belangrijk, maar het is alleen belangrijk als het helpt dat de vereniging zo goed mogelijk kan draaien en er zoveel mogelijk mensen met plezier voetballen, trainen, training geven, gras maaien, lijnen trekken, kantinedienst draaien, noem maar op. De vereniging zélf, dat zijn de mensen. Het doel zélf, dat is samen voetballen, samen een vereniging zijn, samen door dik en dun. Hand in hand, de kameraden. En als ieder zoveel mogelijk kan doen waar h/zij goed in is.

In de bijbel heet dat niet “vereniging”, maar heet het “Lichaam van Christus”. Kerk, leefgemeenschap van gelovigen wordt daar dus vergeleken met “Lichaam van Christus”. Daar zitten twee redenen achter:

  • Om te beginnen zitten er in een lichaam heel verschillende organen en heeft alles een functie. Je kunt niet zonder oog, je kunt niet zonder oor, je kunt niet zonder neus, maar ook niet zonder kleine teen of dikke darm. Daar zit de vergelijking met ons mensen. We zijn heel verschillend, we hebben deels dezelfde gaven, deels verschillende talenten, maar eigenlijk is er aan ieder wel behoefte. Je kunt alleen als gemeenschap fungeren, als je ieders talent ziet en wilt gebruiken.
  • Er wordt ook telkens gepraat over “Lichaam van Christus”, omdat ze in de bijbel geloven dat God éérst met zijn liefde zichtbaar was in Jezus. Lijfelijk, concreet. Maar nu Jezus niet meer lijfelijk onder ons is, nu Gods Geest van liefde, van Jezus wereldwijd onder mensen woont, nu is het idee, dat je in die gemeenschap van allemaal mensen samen iets van Jezus kunt zien. Iets waar het God om gaat. Ik realiseer me direct dat dat grote woorden zijn en ga daar om te beginnen wat van zeggen. Dat gaat dus met vallen en opstaan. Met verdraag elkaar, aanvaard elkaar én vergeef elkaar.

Ik denk dat er tientallen, misschien wel honderden jaren lang vooral gekeken is naar “de kerkenraad”, ouderlingen, diakenen en vooral predikanten als het gaat om “wie is het gezicht van de kerk?” Ik denk dat het tijd wordt voor een verandering van die blik. Wij zijn de kerk, jullie zijn de kerk.

Laat me dat concreet maken aan het groepje mensen dat nu bezig is om het nieuwe beleidsplan te maken. Dinsdag kwamen we samen en hadden we een boeiend gesprek over wat er in het beleidsplan zou moeten komen te staan. En toen ging het over “pastoraat”. Dat is typisch een kerkelijk woordje, een oud woord. Het komt uit het Latijn en betekent “herder”. En dan wordt er al gauw gekeken naar “de pastor”, de ouderling of de dominee.

Maar je zou het ook ánders kunnen noemen, dat hele hoofdstuk en dan komt het er anders uit te zien. Als je het nou eens “omzien naar elkaar” noemt. In het stuk dat Evert heeft gelezen staat dit zinnetje “wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft”. Dat is toch een fantastisch kort zinnetje over wat samen leven, samen geloven is: met elkaar meeleven in vreugde en verdriet. Ik ga er nog even op door.

In het oude beleidsplan staan drie vormen van “pastoraat” en wel in déze volgorde:

  • Ambtelijk pastoraat. Dat wat ouderlingen, contactpersonen, diakenen en predikanten doen
  • Onderling pastoraat
  • Specifieke doelgroepen

Opvallend dus: pastoraat is allereerst dat ouderling, dominee of contactpersoon langskomen. Wij denken dat het ánders kan en moet, bijbels gezien én praktisch gezien. Pastoraat wordt dus

Omzien naar elkaar. En dat kunnen we doen op drie manieren:

  • Allereerst onderling omzien met elkaar
  • in kringen omzien naar elkaar
  • Dan ambtelijk pastoraat.

Eerst dat eerste. Velen van jullie kennen elkaar. Je kent elkaar niet allemaal. Dat kan ook niet, we hebben 1000 leden in onze wijk. Je kent elkaar op verschillende manieren: soms ben je familie, je bent buren of woont bij elkaar in de straat, je kent elkaar omdat je kinderen hebt op de Elzenhof, je kent elkaar omdat je vrienden bent,  je kent elkaar soms ook van hier, van de kerk. Al die lijntjes zijn er. En die lijntjes houden ook niet op bij de grens van baalder. Er zijn ook talloze lijntjes naar andere mensen in Hardenberg. Er zijn óók talloze lijntjes die over kerkmuren heengaan. Naar mensen die niet bij een kerk horen, die bij een andere kerk horen. Maar van hieruit ken je elkaar ook en één van de dingen die we hier telkens uit dit goede boek horen is: je hoort sámen en je bent er om met elkaar te leven en naar elkaar om te zien. In die zin heeft de kerk een boodschap die wat haaks staat op de individualistische mentaliteit, dat het individu het allerbelangrijkste is. Natuurlijk, ieder mens telt en is uniek, ook bijbels. Maar tegelijk zijn we ook bedoeld om met elkaar te leven.

Ik zou jullie willen vragen: kijk eens om je heen en zie eens naar je contacten, naar de mensen die je hier kent. Ken je ze ook van de kerk? En zou je jezelf ook kunnen zien als iemand, die omdat je hier de verhalen over omzien hoort – en je ze eigenlijk heel normaal vindt, omzien naar elkaar, zo normaal dat je misschien amper beseft dat het mee komt omdat je verhalen over omzien met de paplepel hebt binnengekregen – , zou je jezelf als iemand kunnen zien die omziet en daarmee een stukje van de bedoelingen van God in de praktijk brengt? Ik kan zo een aantal voorbeelden noemen van mensen die zeiden dat ze zonder die buurvrouw, zonder die oom, zonder die noem maar op er niet doorheen waren gekomen. En dan noemen ze dus niet “zonder de dominee of de ouderling”. Je kent die oom of buurvrouw omdat hij je oom of buurvrouw is, maar óók via de kerk. Dáár begint het mee. Het punt is dus dat onderling omzien de bron is van kerk zijn.

Het tweede is dat bij de jonge kerken in de bijbel de kringen vaak klein zijn. Vaak – zo is uit onderzoek gebleken – in de jonge kerk er maar een gemeente van 40 mensen. Dat is klein én het is overzichtelijk. In de kerken van de rode draden werken ze bijna allemaal met kringen. Dat kun je niet zomaar 1 op 1 kopiëren, maar we zien hier ook dat het werkt. Tussen de leden van de Baalderdienstcommissies ontstaat verbondenheid; tussen de leden van de 25+ en 30+ én 60+ ontstaat verbondenheid. Mensen delen met elkaar lief en leed, omdat ze met elkaar spreken. Gaan met elkaar meeleven in blije gebeurtenissen en zorgelijke. Daar zouden we de komende jaren meer aan kunnen werken. Proberen om met elkaar in kringen verbonden te raken. Bij het boek van de rode draden, zien we ook dat het pastoraat, het omzien naar elkaar vaak via kleine kringen is georganiseerd. Daar kunnen we in groeien.

En dan moet er wat mij betreft óók het ambtelijke pastoraat blijven. Maar op de derde plek. En misschien ook wel met een andere naam: omzien vanuit de kerk vanuit het kerkbestuur of zoiets. Het is gewoon goed als er een netwerk is van contactpersonen, ouderlingen en predikant, zodat er zo min mogelijk mensen buiten de boot vallen als er aandacht nodig is. Daar doen we met elkaar echt ons best voor. En daar zoeken we ook zoveel mogelijk geschikte mensen voor. Niet iedereen is een oor. Niet iedereen heeft de gave van goed kunnen luisteren naar wat een ander zegt. Niet iedereen is geschikt voor ouderling, diaken of predikant. Omgekeerd, een predikant of ouderling is ook niet overal geschikt voor. Zet mij niet in het liturgisch bloemschikken of in een gebouwencommissie. Dat gaat onherroepelijk fout.

Dat is ook een ding, tot slot. We worden er sterker op als Lichaam van Christus als het minder geconcentreerd is op een predikant, een kerkenraad. Ik vind het heerlijk om hier te werken, maar als ik de spil word, dan doe ik iets fout en dan doen we met elkaar iets fout. In die zin is het op een bepaalde manier misschien wel een soort zegen dat we nu minder fte hebben aan predikantsplaats. Meer en meer kan de vraag gesteld worden: wat doet de predikant, maar vooral, wat moet hij niet doen, kunnen anderen net zo goed of gewoon beter dan de predikant. In al die gemeentes met de rode draden is er onder de leden een enorm bewustzijn van “wij zijn sámen de kerk en met elkaar hebben we een heleboel capaciteiten in huis, waarmee we wát we doen goed kunnen doen.” We doen niet alles, maar wat we doen, dat doen we met aandacht en plezier.

Zo gaat het al in veel dingen: heel veel dingen lopen omdat we met elkaar de schouders eronder zetten. Bij sommige dingen is een ouderling, diaken of predikant betrokken, maar vaak ook niet. Laten we vooral kijken naar waar we mensen in hun door God gegeven kracht en talent zetten en daar blij mee zijn en dat enorm waarderen. We gaan er een mooi lied over zingen.

 

Deel 2

Ruimte voor iedereen

Lieve mensen,

één van de rode draden die een gemeente gezond maken is dat er ruimte is voor iedereen. Ik wil dat verbinden met een andere rode draad “beperk het aantal dingen die je doet en heb daar plezier in”. En misschien ook deze draad: denk na over de kosten en neem de consequenties ervan.

Ik wil het heel concreet proberen te maken. Wat betekent nou ruimte voor iedereen? Ik hoor heel vaak positieve geluiden over de diensten hier in de Kamp. Warme sfeer, laagdrempelig. Ik denk ook dat het zo is, we hebben hier veel goeds. Het verhaal van de rode draden wil beslist niet zeggen: ga nog veel meer doen dan je al doet. Het zegt denk ik wél: doe wat je doet góed en denk erover na.

Ik stip een aantal dingen aan:

  • Bij een aantal diensten hebben wij kinderoppas. Dat hebben we vooral als we denken “er komen veel mensen én een heel aantal mensen zal vast jonge kinderen bij zich hebben. Is er ruimte voor kleine kinderen? Die is er letterlijk, boven. Daar hebben we wat oud speelgoed staan, dat door mensen ter beschikking is gesteld. Telkens bij de doop lees ik het verhaal van de heel kleine kinderen die door ouders bij Jezus worden gebracht en Jezus heet ze hartelijk welkom. Ik weet van ouders die de ruimte boven niet verzorgd vinden. Ik weet bijvoorbeeld ook van een kerk, waar ze voor de kinderen speelgoed hebben gekocht en een ballenbak.

 

Doe wat je doet goed…. Misschien hebben we een verbeterpunt?

 

  • We willen graag jeugd betrekken bij onze diensten. We hebben een Rock Solid programma en onlangs was er iemand van Rock Solid die zei: mag ik eens meedenken over hoe de diensten voor óns aantrekkelijker kunnen zijn? Ik moet eerlijk zeggen dat ik diegene nog steeds moet bellen. Het staat inmiddels op mijn to-do lijstje. Ik ken een kerk in Londen waar ze heel bewust alle kleurtjes en hun manier van vieren een plek geven in de viering. Dus de Aziaten hebben veel meditatievere liederen dan de Afrikanen die uit hun dak kunnen gaan voor God. Daar moeten we wél zelf wat aan doen, want jongeren verdwijnen je zo maar tussen de vingers.

 

We hebben al laagdrempelige diensten, maar is er ook ruimte voor iedereen? Misschien hebben we hier een verbeterpunt? Doe wat je doet goed…..

 

  • Afgelopen jaar hebben we een wat mislukte poging gedaan om mensen die nieuw ingekomen zijn in onze wijk te introduceren. We hebben het wél geprobeerd. Uit onderzoek blijkt dat als je actief probeert om mensen hartelijk welkom te heten, dat 98% van de mensen dan blijft. Doe je het niet, dan verdwijnen heel veel mensen uit het zicht en sluiten ze zich niet aan.

Doe wat je doet goed…….

 

  • Nog een punt: heel veel mensen kennen elkaar hier. Ik geniet altijd van de dienst zelf, maar ook van vóór de dienst én van na de dienst. Voor de dienst werken mensen samen, doen we letterlijk aan kerkopbouw, nu vieren we samen en na afloop zijn er de ontmoetingen. En als je hier nou wat nieuw bent….., we hebben zo onze clubjes, de mensen die we goed kennen….., lukt het ook om even te kijken naar wie nieuw is, wie wellicht wat alleen lijkt te staan tijdens het koffiedrinken?

Ruimte voor iedereen. Wij doen veel, we doen ook veel goed, maar er zitten óók verbeterpunten. Wat we doen proberen wat bewuster te doen, met wat meer aandacht.

Ik pak nog een verdiepingspunt. Familie kun je niet uitzoeken. Vrienden wel. In de kerk hebben we elkaar ook niet uitgezocht. Als je de bijbelschrijvers ernaar vraagt, als Jezus erover spreekt is het: Ik heb jullie uitgekozen. Paulus formuleert het ook zo: 12Omdat God u heeft ​uitgekozen, omdat u zijn ​heiligen​ bent en hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. 13Verdraag elkaar en ​vergeef​ elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de ​Heer​ u ​vergeven​ heeft, moet u elkaar ​vergeven.

Wij zijn hier allemaal omdat er een lijntje loopt van God naar ons toe. De één zal dat als een heel vaste, stevige draad voelen, de ander als een dun zijden draadje, maar ten diepste zijn we hier samen vanwege God. En God heeft nou eenmaal heel verschillende kostgangers. We hebben verschillende karakters, verschillende achtergronden, de één is een denker, de ander een doener. De één is iemand van “vooral veel ideeën en laten we wat gaan doen”, de ander is voorzichtiger en ziet al dan niet terechte apen en beren op de weg. Verdraag elkaar en vergeef elkaar……

Laat ik het concreet maken: ik ben iemand die – word er soms zelf wat moe van – vaak vol ideeën zit. En dan zijn er mensen soms om me heen, die zeggen “ja maar…..” en dat vind ik bést lastig soms. OF er zijn mensen die komen aan met allerlei details. Heb je hier wel om gedacht, denk je daar wel om? Ik heb dat in de loop der tijden leren zien als waardevol. Want geregeld hebben ze gelijk en loop ik veel te hard van stapel. Maar soms vind ik het gewoon ook moeilijk. Man, vrouw, denk niet zo moeilijk, tuurlijk gaat dat wel lukken. We hebben elkaar nodig. En zo zie ik iedere keer weer hier mensen met elkaar samenwerken. Soms gaat dat uitstekend, soms schuurt het en soms ruziet het ook.

Ik zou niet goed weten hoe het anders kan. God brengt hier ons allemaal samen en in zekere zin is het een soort oefenplek, kerk. Oefenplek in mens zijn. Allemaal mensen die je zelf niet uitkiest, allemaal mensen die op de één of andere manier dezelfde drijfveer hebben. Mensen met wie het geweldig klikt én mensen met wie je soms moeite hebt. Aanvaard elkaar, verdraag elkaar, praat dingen uit, of zeg soms dingen niet. En soms, probeer er samen weer uit te komen als het erg schuurt: vergeef elkaar. Ok, dit had ik zo niet moeten zeggen, sorry dat ik zo deed, het spijt me. Zullen we een nieuw begin maken?

Ik wil er nog dit van zeggen: we lezen herhaaldelijk in deze dienst uit het boek Handelingen, het prille begin van de kerk. Hoe het allemaal zo voorspoedig ging. Dat was óók zo. Maar wat óók zo is, dat er daarna verhalen komen waarin Paulus en Barnabas bijvoorbeeld mot krijgen, waar er spanningen ontstaan tussen Griekssprekende Joden en Aramees sprekende Joden.

Ruimte voor iedereen betekent dus misschien ook gewoon: we mogen hier allemaal zijn met onze sterke kanten én minder sterke kanten. Met onze vaardigheden en narigheden. Omdat we allemaal van God zijn. En tegelijk vraagt dat dus: wees vaak blij met elkaar, verdraag elkaar, aanvaard elkaar en vergeef elkaar…..