Ik zal me even voorstellen. Ik ben Lazarus.

Ik zal me even voorstellen. Ik ben Lazarus.

Lieve kinderen en lieve grote mensen,

Ik zal me even voorstellen. Ik ben Lazarus. Ik ben de broer van Martha en Maria. Jullie juf Ina heeft net van mijn zussen verteld. Maar ik hoor bij hen, ik ben hun broer. Kijk, hier heb je een foto van ons drieën.

Wij wonen samen in een klein dorpje vlakbij Jeruzalem, Bethanië heet het. We kennen Jezus al heel lang. Vroeger, toen hij nog klein was, kwam Hij wel eens met zijn vader en moeder bij ons op bezoek of om te logeren. Dan gingen ze naar een feest voor God in Jeruzalem, in de tempel. Zo’n feest duurde wel een week en dan logeerden ze bij ons.

En op een dag is hij weer bij ons. We vinden dat alle drie altijd leuk. Ik ben – net als de vader van Jozef – timmerman. Als Jezus komt…, dan laat ik mijn werk altijd liggen. Ik vind Hem geweldig, Hij is heel bijzonder. Als je Hem ontmoet, dan weet je eigenlijk zeker dat God er écht is. En dat God net zo lief en goed is als Jezus.

Het is grappig om twee zussen te hebben. Hier zitten allemaal kinderen en veel van jullie hebben vast allemaal wel een broertje of een zusje of een grote broer of een grote zus. Ieder is weer anders. Bij ons ook. Mijn zus Martha bijvoorbeeld…., die lijkt wel geboren met een bezem in haar handen. Altijd is ze aan het zorgen en poetsen. Bijna nooit kan ze gewoon eens rustig op de bank bij ons zitten om lekker te eten en te drinken. En…., als de tuin bloeit, als er allemaal mooie bloemetjes groeien en de bomen uitkomen…., Martha ziet er eigenlijk niks van. Want ze ziet alleen maar dat er ook nog wat onkruid staat en dat er nodig weer geschoffeld moet worden.

Maria is anders. Net een dromertje. Die kan zomaar in de tuin heerlijk op de grond zitten, kijken naar de vogels in de lucht, naar vlinders die om haar heenfladderen. Nu ook weer, het is lente, er komen overal bladeren aan de bomen, vlinders komen tevoorschijn, plantjes gaan groeien. En vogels…, overal om je heen hoor je vogels fluiten. Ze zijn nestjes aan het bouwen!

Op een dag is Jezus weer bij ons, samen met zijn vrienden. Martha weet dat ze komen en ze is al de hele dag bezig in de keuken. Het huis is gepoetst, alles is netjes, maar Martha blijft zenuwachtig en maar druk doen. Maria en ik proberen haar wel wat te helpen door mee te stoffen en te poetsen en groente te snijden, maar eigenlijk wil Martha het het liefste zelf doen. Apart hè, twee zulke verschillende zussen.

Als Jezus komt met zijn vrienden is het direct gezellig. We gaan in de kamer zitten en vinden het mooi dat we elkaar weer zien. En Jezus zit op zijn praatstoel. Maria en ik zitten tussen de vrienden van Jezus in en Jezus vertelt prachtige verhalen over God. Hij zegt “moet je es om je heenkijken, hoe mooi de wereld is! Dat heeft Mijn Vader, jullie God gemaakt. En weet je waarom? Zodat jullie gelukkig zouden kunnen worden. Een beetje zoals een pappa en een mamma een kinderkamer maken als er een baby komt. Die kamer is zó mooi, omdat ze heel veel van het kindje dat gaat komen houden. Dat kindje moet gelukkig zijn, dat willen die pappa en die mamma. Nou, zo heeft God de wereld ook gemaakt voor jullie, zodat jullie hier gelukkig kunnen zijn.”

En dan opeens, terwijl Jezus aan het vertellen is: stamp, stamp, stamp!!!!! Daar komt Martha aangestampt. Ze heeft een rood hoofd. Dat is omdat ze boos is en helemaal over de kook. In de keuken zijn net de aardappels ook overgekookt en nu doet Martha dat ook. Ze zegt tegen Jezus: wat nou genieten? Jullie zitten hier maar mooi met elkaar en zij daar – en met een boze vinger wijst ze naar Maria – helemaal. Mijn zus…. Kunt u daar nu niks van zeggen, dat ze mij maar laat sloven en koken en…. En nu is het nog mislukt ook……

Nou, iedereen schrikt. En wat eerst zo gezellig is, daar is er nu een soort ruzie. Wat zou Jezus doen? Ik kijk Hem aan, Maria kijkt Hem aan, de vrienden van Jezus kijken Hem aan….. En opeens zegt Hij met iets van een pretlichtje in zijn ogen: Martha, lieve Martha….., wat ben je aan het stressen…, wat ben je druk in de weer.

Pretlichtjes, niet om Martha uit te lachen, maar omdat Hij van Martha houdt en ook omdat Hij haar wil helpen. En Hij wil al helemaal niet Martha voor aap zetten waar al die mensen bij zijn. Voor aap zetten, daar houdt Jezus helemaal niet van. Hij gaat rustig staan, kijkt Martha eens aan en zegt: Martha, kom ga es met me mee naar het raam. Wat zie je daar?

Ik ben benieuwd….., gaat mijn zus mee? Of ontploft ze nog verder en wordt ze nog bozer? Maar…., ze gaat mee, naar het raam. Kijk, lieve Martha, moet je es kijken hoe mooi het daar buiten uitziet. Martha kijkt…., en dat is gek…., normaal ziet ze alleen maar onkruid dat nodig geschoffeld moet worden. Of ze ziet de was hangen en dat er weer vogelpoep opzit van die stomme vogels.  Nu kijkt ze anders: ze ziet bloemen, dat eerst. En ze ziet hoe mooi de bomen weer zijn. Tsjonge, overal groene blaadjes, overal kleine bloemetjes. Gefluit…., overal om zich heen hoort ze fluiten van de vogels. Wat kunnen die beestjes mooi zingen eigenlijk. Moet je kijken, ze fladderen en overal zien ze eten liggen…. Wat is het leven eigenlijk mooi.

Jezus, zegt Martha, Ik weet niet precies hoe je dit nu doet, maar Ik word helemaal rustig van binnen. Ik ben toch altijd zó bezorgd en zo druk of het allemaal wel goed komt. En nou word ik helemaal kalm van binnen.

Ja, zegt Jezus, dat komt omdat je naar de vogels kijkt, naar de bloemen en ziet dat God ze zo mooi heeft gemaakt. En die bloemen…., die groeien gewoon, God helpt ze, laat ze groeien. Martha…., probeer maar te vertrouwen op God, dat die je helpt…… En dat er andere mensen zijn die je ook willen helpen.

Martha draait zich om. Waar is Maria? Waar ben ik, Lazarus haar broer? Wij horen alles wat Jezus tegen Maria zegt, maar we zijn ondertussen maar even met z’n tweetjes naar de keuken gegaan. En we hebben gauw even de troep opgeruimd, van de aardappels die overgekookt waren. Rustig brengen we het eten binnen. En…, wat grappig, terwijl wij het eten binnen brengen zit Martha mooi tussen de vrienden van Jezus. Kijk, zegt Jezus, Martha, je broer en je zus helpen je! Och, zegt Martha…., wat gaaf….. Als ik eerlijk ben: ik ben soms zó druk en zó bezorgd dat ik ook niet eens wil dat anderen me helpen….. Nou, zegt Jezus…., geloof Mij maar…., als mensen elkaar helpen en op elkaar vertrouwen, dan komt het écht wel goed. Zo heeft Mijn Vader het bedoeld: geniet van al het moois dat Hij heeft gemaakt, vertrouw erop dat Hij je helpt én help elkaar….

Als Jezus weer weg is…., dan praten we nog een tijdje door met elkaar, terwijl we rustig met z’n drietjes in de tuin zitten. Ja, Martha ook!!!! Wij beloven Martha dat we haar zullen helpen wat meer op God te vertrouwen en rustig aan te doen. En Martha belooft ons, dat zij voortaan niet alles zelf meer zal doen maar ons wat vaker om hulp zal vragen. En dan zijn we zomaar een tijdje stil: we luisteren naar de vogels, we kijken naar de vlinders in de tuin en we zijn blij met God, met Jezus en met elkaar. Mijn twee zussen en ik….

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.