Hou vol, 26 juni 2022

Hou vol, 26 juni 2022

Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus, hier en thuis,

Één van de redenen waarom we de bijbel lezen, is dat we onszelf hopen te herkennen in de verhalen. Wat de mensen in de bijbel meemaken en hoe God daar al dan niet een rol in speelt, wordt dan een soort spiegel waarin we kijken en waardoor je soms anders tegen je eigen leven gaat aankijken. Nieuwe moed krijgt, nieuwe gedachten, troost, Kortom: God die je leven gaat beïnvloeden. De ene keer heb je dat meer dan de andere keer, de herkenning. Dat heeft ook te maken met wat er in je eigen leven speelt. Ik maak het wel mee als dominee dat mensen na afloop zeggen: die preek kon wel voor mij gemaakt zijn. Terwijl een ander zegt: ik vond er niks aan, het raakte me niet. Dat komt denk ik voor een groot deel of je jezelf herkent in het bijbelverhaal en wat de voorganger er dan over zegt.

Vandaag lezen we uit Daniël en is het thema “volhouden”. Ik probeer het zo naar ons te vertalen dat het voor veel van ons een spiegel is. Laat me eerst vertellen wat er aan de hand is.

Daniël leeft in de tijd dat Israël gevangen zit in Babel. Ergens tussen 587-537. Juda, het thuisland, is ingenomen door koning Nebukadnezar, de tempel is verwoest. Kortom, het leven van Daniël en zijn Joodse volksgenoten staat totaal op de kop. Erger nog dan de mensen van Oekraïne die naar ons zijn gevlucht. De overeenkomst tussen de mensen uit Oekraïne en de Joden is, dat hun land, hun steden aan puin liggen, het verschil is, dat de Oekraïners hier veilig zijn, maar Daniël is meegenomen door de overheerser zelf. Zeg maar: krijgsgevangen naar Rusland, onder Poetin. En Poetin vraagt, eist dan ook nog dat die mensen voor hem komen werken. Want dat is de werkwijze van Nebukadnezar: hij verwoest het land, de tempel is kapot en heel veel mensen komen om door het geweld. Ouderen laat hij achter in het land, die gaan dan vanzelf dood, maar vooral de jonge, talentvolle mensen, zeg maar de 30ers neemt hij mee.

De vragen en het verdriet vliegen op hen af: waar is God, hoe kan dit gebeuren? Is onze God niks waard? Zijn de Babylonische goden beter? Zullen we het geloof opgeven? Wat is nu onze houding? Meewerken aan het regime? Onze eigen identiteit behouden? Laten we ons geloof doodbloeden, geven we het op? Houden we vol? Daniël kiest samen met een aantal anderen voor iets van allebei. Meewerken aan het regime en het houden van zijn eigen identiteit. Hij heeft overigens weinig keuze. Want als hij weigert om mee te werken dan kost hem dat de kop. Maar die identiteit, bezig blijven met geloven, dat is wél een keuze. Er is bekend dat een heel aantal Joden hun geloof verliezen in Babel. Daar kun je je wel wat bij voorstellen. Misschien is het zelfs wel heel logisch: als je verdriet hebt om je geliefden die achterbleven in Israël, of die omkwamen door soldaten, om je vaderland, om de tempel. Niks van over. De lier hang je aan de wilgen, de hoop kapot, het geloof verloren. Maar Daniël en zijn vrienden houden vol.

Het is een soort vraag: je levenssituatie is enorm op de kop gezet. En dan? Wat doet dat met je? Maar ook: wat doe jij met die nieuwe levenssituatie? Mijn moeder zei – en ze had best veel tegenslag in haar leven – : de dingen doen wat met jou, maar jij moet ook wat met die dingen doen. Anders, zo bedoelde ze, word je alleen maar slachtoffer. Maar binnen wat er gebeurt in je leven, kun je wél kiezen. Hoe ga je om met de omstandigheden?

Ik probeer het naar ons toe te vertalen, te spiegelen. En dan moet je allereerst zeggen: Goddank, wij leven in vrijheid en vrede. Poetin valt Oekraïne aan, dat is erg genoeg. Maar onze steden en dorpen staan overeind. En tegelijk zijn er ook veel dingen veranderd en bezig te veranderen. Laat me een paar dingen noemen:

  • Eerst maar heel zichtbaar: de Kamp is halfvol. Zo wil ik het direct maar benoemen. Je kunt ook zeggen “half leeg”, maar dat is me te slachtofferig. Halfvol. Wij zijn er. U, jij, ik. Maar dat halfvolle is wel het resultaat van 2 jaar lang uit ons ritme worden gehaald door corona. Je kunt een gewoonte hebben om iedere 14 dagen naar de Kamp te komen, maar als die mogelijkheid er langere tijd niet is, dan wordt het ook een gewoonte om niet te komen. En zeker als je toch al niet altijd meer wist wat je met geloven aan moest.
  • Want dat speelt ook een rol: steeds minder mensen hebben iets met God. Een tijdje geleden kwam er weer een rapport uit van het Sociaal Cultureel Planbureau over de invloed van religie, het christelijk geloof daarbij. Die neemt af.
  • Dat troost me. Dat klinkt raar. Je kunt zó gaan nadenken over “hoe kan het nou dat het hier halfvol is, doen wij iets fout, doe ik iets fout als voorganger”. Ik zal jullie eerlijk zeggen dat ik me heb afgevraagd of het niet beter is dat ik een keer vertrek. En als jullie dat vinden, zeg het me dan, want een dominee is er voor de kerk en niet andersom. Maar langzamerhand ga ik er anders tegen aankijken. Want als zo’n rapport dan vertelt dat de trend alleen maar doorzet, dan kun je niet verwachten dat het hier heel anders is. Zeker niet als je hoort dat het in alle kerken van Hardenberg een kwestie is van “halfvol”. En niet alleen in de kerken, maar ook in de Voorveghter en bij sportverenigingen waar ze minder vrijwilligers krijgen.
  • Er is ook Youtube. Dat is prachtig. Ik ben trots op wat de mannen hier allemaal voor elkaar krijgen. Je kunt heerlijk voor de tv kijken. Tegelijk is het dus ook de vraag: blijf je daar zitten en wat doet dat met je betrokkenheid bij ons als gemeenschap hier in Baalder? Of anders: er zijn op internet diensten te vinden die mooier zijn dan bij ons. Vast een betere band, vast een betere voorganger, vast een beter koor. Wij met onze talenten én onze gebreken, we vormen sámen een gemeenschap. Corona heeft ons ook meer los zand gemaakt. Ieder wérd gedwongen om thuis te blijven. Blijf je dat doen? Hoe belangrijk is het? Een heel aantal mensen heeft voor hen heel belangrijke redenen om thuis te blijven. Blijf dan vooral kijken. Maar als het gemakzucht is….., dan wil ik tegen je zeggen: we missen je hier, echt!
  • Het roept wél de vraag op: en hoe reageren wij op deze nieuwe situatie. Daar zit de parallel met Daniël. Die was ook met zijn volksgenoten in een nieuwe situatie beland. Is geloven, is God én is wat wij hier doen belangrijk genoeg voor je? Daar kom ik zo op terug. Want er spelen ook andere dingen.
  • De oorlog. Die treft ons niet direct, maar wel indirect. Veel onzekerheid. De inflatie loopt op. Prijzen in de supermarkt stijgen, prijzen aan de pomp stijgen, gas en elektriciteit worden duurder. Er is zelfs een kans dat er in de winter te weinig gas is als het een flinke winter wordt. Men berekent dat tussen de 9 en 15 procent van de huizen in de problemen gaan komen. In onze wijk zijn 1300 woningen. Daar wonen wij. Dat betekent dus dat er in ongeveer 130-200 woningen mensen zijn die hun rekeningen moeilijk kunnen betalen. Ik denk: het zijn er meer, want in onze wijk wonen per definitie al meer mensen die slecht kunnen rondkomen. We hebben niet voor niets een voedselkast. Hoe solidair blijven we met elkaar? Daar kun je als kerkelijke gemeenschap een belangrijke rol in spelen. Wij horen hier telkens woorden over “delen”, elkaar dienen, elkaar liefhebben. Met woorden en daden. Als gemeenschap sta je sterker. Om even de link te leggen naar Daniël: in het geheel van het Babylonische rijk is hij samen met zijn kameraden een stukje van invloed op het menselijker, of minder onmenselijk maken van het leven in Babel. Jezus noemt het “jullie zijn het zout der aarde”. Meervoud. Eén zoutkorrel doet weinig. Zout voorkomt in de oudheid het bederf van eten. Het bederf van het leven dus.
  • De verharding: er is veel onrust rond allerlei thema’s. Corona, klimaat, stikstof. Discussies verharden. Mensen bedreigen elkaar tot en met de dood. Tot en met de dood! Eén van de moeilijke en mooie punten van kerk zijn is, dat je hier met veel mensen samen bent. Met verschillende achtergronden, verschillende meningen. En in zekere zin is dit dus een oefenplaats. In de hemel kom je met al die verschillende mensen samen en het schijnt daar vredig te zijn. Dat geloof ik. Hier klinken woorden als “aanvaard elkaar, verdraag elkaar, vergeef elkaar, zoals Christus jou heeft aanvaard, jou verdraagt, jou vergeeft”. Misschien hebben we dat in het geheel van alle onrust wel heel hard nodig. Tegelijkertijd betekent het wél elkaar ontmoeten, elkaar in de ogen zien, elkaar proberen te begrijpen. En dan ook nog te steunen. Het heeft te maken met kernwaarden van ons geloof. En dat brengt me terug bij Daniël en het laatste punt
  • God als bron. Waar ik met mijn verhaal voor wil waken is voor geloven als dwang. De eerste 15 jaar van mijn werk als dominee heb ik veel mensen zien afhaken omdat ze bij geloven en kerk niets anders ervoeren dan “moeten en niks mogen”. Maar niet iets van “binnen blij zijn met geloven en je verbonden voelen met anderen die dat ook hebben.” Soms heb ik mensen ook wel eens oprecht geadviseerd: als je echt niks anders hebt met geloven en kerk dan moeten en dwang, stop er dan alsjeblieft mee. Want geloven kan niet gebaseerd zijn op dwang. En al helemaal niet op angst. Dus wat ik nu ga zeggen, probeer het zo te horen dat ik dus niet bedoel: je moet.

Bij Daniël is er in de nieuwe situatie de vraag: nu het leven zo op de kop staat, de tempel weg is, hoe belangrijk is geloven nog voor mij? Blijkbaar zit het bij hem van binnen, samen met zijn vrienden. Dat is hun drive. Van binnen. Dáárom houdt hij zich aan de spijswetten als hij op de kaderschool zit van Nebukadnezar. Daarom ook zoekt hij in zijn binnenkamer, zoekt hij God in zijn gebed. En van daaruit probeert hij positief in Babel in het leven te staan. En uiteraard heeft hij niet voor Babel gekozen, integendeel. Er zijn dingen die in ons leven gebeuren, die op ons pad komen. Mooie, moeilijke. De dingen doen wat met jou, maar jij moet ook wat met de dingen doen. Wat mijn moeder dus zei.

  • Als God en geloven dus wat voor je betekenen, én onze gemeenschap ook, alsjeblieft, laten we dan tegen elkaar zeggen: wat fijn dat je er bent. Of, als je iemand al een tijd niet hebt gezien vragen: hoe ís het met je? We missen je. Mis je ons ook? En als je ons niet mist, hoe komt dat? Dat is misschien wel een spannende vraag, maar we zitten écht in een andere tijd en dat vraagt dus voor een deel ook nieuwe vragen stellen aan elkaar. Zónder de dwang. Want als mensen niet willen, dan ís dat zo en dan eerbiedigen we dat. Niemand van ons vindt het fijn om onder druk gezet te worden.
  • We zijn op een bepaalde manier kwetsbaar. We gaan nu 2 maanden dicht. De slotdienst. Eigenlijk zó jammer. Ik gun jullie allemaal, mezelf ook, een periode van vakantie. Fijn voor een ieder die zich het kan veroorloven, dat is al een enorme mazzel. In het geheel, probeer voor jezelf na te denken hoe je in de vakantie je relatie met God kunt voeden. In de Höftekerk kan het, online kan het ook. Op de plek waar je op vakantie bent kan het vast ook. Daniël leert ons dat het ook gewoon in je eentje kan in je kamer. Maar wat ik hoop, is dat we met elkaar ons realiseren dat we in de afgelopen 2 seizoenen écht in een andere situatie zijn beland waar we nog middenin zitten. Die – als God en geloven wat voor je betekenen – van ons vooral vraagt: blijf elkaar vasthouden en blijf volhouden om je betrokkenheid bij God en elkaar vast te houden. Amen.