Lieve mensen,
Eigenlijk is dit een verkeerd moment voor dit onderwerp en de lezing uit de bijbel. Het gaat namelijk over “rust nemen als het heel druk is”. Dat is het denk ik voor de meesten van ons niet meer of bijna niet meer. We hebben bijna vakantie, althans degenen die kinderen op school hebben. En, sowieso, veel 60+ers zijn al op vakantie of al op vakantie geweest.
Vaak is het veel lastiger om rust te nemen als je alle ballen in de lucht moet houden. Kinderen naar school, kinderen naar voetbal, jezelf aan het werk, je partner aan het werk of als je geen partner hebt: jezelf aan het werk én zelf het huishouden doen. En dan is er ook nog zwemles, je familie, je wilt in je vrije tijd ook nog iets doen met vrienden, vriendinnen. Daarnaast wil je ook nog iets goeds doen voor andere mensen, want dat vind je ook belangrijk: een collecte lopen, iets voor de kerk doen. Als er dan ook nog een spaak tussen het wiel komt, tegenslag…., ziekte, noem maar op…. Hoe houd je dán alle ballen in de lucht? En…, hoe houd je jezelf overeind?
Toch gaan we het er nu over hebben. Misschien goed om dat nu te doen en na te denken, te herkauwen waar we het nu over hebben tijdens uw vakantie, tijdens jouw vakantie, tijdens mijn vakantie. En dan kijken of we als straks de drukte weer begint, of we dan ook dingen misschien anders kunnen doen.
Ik neem jullie mee naar een dorpje waar twee zussen wonen en tussen die beide zussen en Jezus speelt dit verhaal. Ik zeg er direct nog iets bij: dit verhaal is een antwoord op de vraag die de wetgeleerde aan het begin stelt: wat zijn de belangrijkste geboden? Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. Dít verhaal gaat over “God liefhebben boven alles”.
We komen het dorp en het huis van Martha en Maria binnen en daar is Jezus op bezoek. Dat is op zich al iets, dat in die dagen niet gebeurt! Mannen en zeker geen rabbi’s gaan niet bij vrouwen op bezoek. En vrouwen mogen al helemaal niet aan de voeten zitten van die rabbi’s, zoals Maria dat doet. Kortom, Jezus doet iets, dat in die dagen grenzen verlegt en dingen op de kop zet. Eersten in die dagen worden laatsten, laatsten eersten. Voor ons is dit inmiddels iets dat we, denk ik, ons helemaal eigen hebben gemaakt, dat vrouwen gelijkwaardig zijn aan mannen en omgekeerd. Hoewel, ik vind het wel veelzeggend dat alle dominees bij ons mannen zijn en de kerkelijk werkers vrouwen. Daar klopt tóch echt nog iets níet.
Hoe ook, je snapt wél dat Martha wat extra gestresst is als Jezus dus op bezoek is. Een man…, een rabbi, bij hen beiden…., nu moet toch echt alles wel even perfect gaan. Wie weet zijn jullie wel eens bij mensen uit het midden-oosten op bezoek geweest. Voor hen – meer nog dan voor ons – is gastvrijheid een topprioriteit. Gasten…., je haalt het ónderste uit de kan, het moet perfect. Martha ontvangt Jezus dus héél gastvrij!
Overigens, met dat woordje perfect hebben we denk ik direct niet alleen een woordje van Martha te pakken, maar ook iets dat over velen van ons iets zegt: moeder zijn? Dat moet ik perfect doen! Vader zijn, ook al! Ik moet ook goede sociale contacten hebben, kan mijn vrienden niet verwaarlozen! Mijn werk, dat wil ik niet half doen. En als ik vrijwilligerswerk doe…., dan doe ik het alleen als ik het 100% kan doen. Alle ballen in de lucht…., alle ballen ook nog perfect in de lucht.
Martha, zo vertelt Lucas het verhaal, wordt in beslag genomen door het zorgen voor de gasten. Nou moet ik dat een klein beetje verdiepen. In het Grieks, de taal waarin Lucas schrijft, staat “diakonein”. Ons woord diaken komt er vandaan en het betekent “dienen”. Dat woordje gebruikt Lucas veel vaker in zijn boek en eigenlijk betekent het overal iets positiefs. Het is wat God graag wil: je inzetten voor elkaar, niet alleen letten op je eigen belangen, maar ook op de anderen: je kinderen, je ouders, je buren, vluchtelingen, mensen die het krap hebben, collega’s, bedenk het allemaal wie er wel niet op je pad kan komen. Ergens zegt Jezus: “De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar.” Kortom, Martha doet iets wat God positief vindt en als wij ons inzetten voor elkaar…., dan is dat gewoon iets positiefs.
Er staat wél iets bij: ze wordt er helemaal door in beslag genomen. En misschien helpt het ook hier als ik het Grieks er toch even bij pak: Martha is bezig met “perispaomai”. Peri…., ons woord periscoop komt er vandaan. Je weet wel, zo’n kijker die op een duikboot zit en waarmee je om je heen, alle kanten – peri – kunt kijken. Martha heeft de ogen enorm onrustig in haar hoofd staan, kijkt gejaagd om zich heen of het allemaal wel goed gaat. Laat ik het anders zeggen: je kunt zó bezig zijn met al die activiteiten, dat het met alles en iedereen goed gaat, behalve met jezelf. Onrust in je ogen verraden onrust in je hart, in je ziel. Het punt is: als je écht voor alles en iedereen perfect wilt zorgen, dat gaat je gewoon niet lukken. Perfect kán niet. Als je jezelf gaat lopen vergeten, dan kom je jezelf een keer tegen en vaak raak je geïrriteerd.
Ik denk dat we het wel bij onszelf of bij een ander herkennen: als ik teveel hooi op mijn vork neem, raak ik moe, stil en somber. Toen onze kinderen nog bij ons woonden en klein waren…, dan werd mijn lontje korter. Vaak is je partner, je collega, óf je kinderen de pisang….. Soms reageren mensen spanning af door te gaan eten, te gaan drinken….. En altijd zijn het signalen dat het ons eigenlijk teveel wordt. Martha heeft dat dus ook. Haar ogen schieten niet alleen onrustig heen en weer, maar ze is ook enorm kwaad op Maria en ze schiet enorm uit haar slof naar Jezus toe. Heer, kan het U niks schelen dat mijn zus mij al het werk alleen laat doen. Zeg er eens wat van!!! Zeg eens dat ze me moet helpen.
Het heeft wel iets ironisch. Nou wil ze zó haar best doen om de goede gastvrouw te spelen, ze wil het zó perfect doen, dat ze erin doorslaat en in één keer de hele sfeer zélf bederft en het haar dus eigenlijk helemaal míslukt om het goed te doen. Martha, de vriendelijke gastvrouw, wordt even de overgestresste vrouw die het helemaal gehad heeft….. Flink opgebrand én flink aangebrand!
En dan gaat Jezus wat tegen haar zeggen. Martha, Martha. Nu komt het er even op aan hoe we dat gaan uitspreken, met welke toon. Het kan “hoofdschuddend en bestraffend klinken” Martha, Martha, foei, foei, wat ben jíj fout bezig…. Het kan ook liefdevol: Martha…, Martha, haast haar een beetje roepend. Als in de bijbel mensen liefdevol geroepen worden, dan klinkt hun naam twee keer: Abraham, Abraham! Of, bij de brandende braamstruik “Mozes, Mozes”. Of als God iets met Samuël wil beginnen: “Samuël, Samuël”. Hier is het Martha…., Martha!
En dan gaat Jezus verder: je bent bezorgd over veel dingen en je maakt je druk over van alles en nog wat. Bezorgd maken is vooral iets van je hoofd. De hele tijd in je hoofd maar blijven doormalen over je werk, over je kinderen, over je zorgen en in je hoofd niet vrij zijn. En het andere woord is “in je gedrag vol stress zitten, anderen die merken dat je er wel bent, lichamelijk, maar dat je er niet goed bij bent. Gestresst, gejaagd, afwezig.
Eén ding is echt nodig en Maria heeft dat uitgekozen. Nou moet ik dát even goed uitleggen, denk ik om Martha en ons allen die bezig zijn met dienen niet het idee te geven dat we helemaal fout bezig zijn als we dienen. Dat zijn we nl. niet, maar het moet wél in perspectief, in de juiste verhouding en in de juiste volgorde.
Laat het me op twee manieren uitleggen. Misschien is het jullie wel eens opgevallen hoe het scheppingsverhaal is opgebouwd. God maakt de mens als allerlaatste op de zesde dag. Het eerste dat God daarna maakt is de rustdag. Nu gaat het scheppingsverhaal niet over “hoe heeft God alles precies gemaakt”. Het gaat wél over “wat is nou zijn bedoeling met het leven?” En dan vertelt het verhaal dus iets heel belangrijks! We worden gemaakt aan het einde van de 6e dag, we krijgen als eerste dag de 7e! Allereerst is het Gods bedoeling met ons leven, dat we ontspannen, ont-moeten, het moeten eraf en dat we spelen, gelukkig zijn, leven! Het leven is allereerst een cadeau, dat je mag ontvangen, waar je blij mee mag zijn, waarmee je mag spelen! En daarna is het óók de bedoeling dat we gaan dienen. Zes dagen mag je werken, maar vergeet niet dat jouw eerste levensdag, mens!, de dag is waarop je viert dat het leven een geschenk is. Dát is het allereerst.
Ik leg het nog op een tweede manier uit. Bij Marcus zegt Jezus dit als Hem wordt gevraagd wat van alle geboden het belangrijkste gebod is ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; 30 heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.”31 Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.”
Dat éérste gebod, God liefhebben, dat is voor alles de hartelijke uitnodiging om het leven als een cadeau te aanvaarden. En dat kun je onder andere heel goed doen, door rust, tijd in te bouwen. Hoe? Door in je dagelijks leven in te bouwen dat er rust is. Genieten van de schepping, zoals op die 7e dag de bedoeling is!
Je kunt het ook doen door wat Maria doet. Ze ontvangt woorden en liefde van Jezus. Ze neemt tijd voor stilte, tijd voor God. Jullie weten waarschijnlijk dat we in onze wijk met een groep mensen een meditatiecursus hebben gedaan. Tijd voor stilte, tijd voor God, tijd voor jezelf. Eigenlijk deed het ons allemaal heel goed. Ik moet zeggen, dat dit verhaal voor mij ook een eye-opener is voor hoe we hier met elkaar bezig zijn, nu samen 5 jaar. Heel veel van onze activiteiten zijn dien-activiteiten: noaberschap, pluspakkettenactie, bezoekwerk. Druk doende met diakonein, à la Martha. Daar is dus niks mis mee, maar ik vraag me wél of we – die vraag stel ik me ook als voorganger! – niet te weinig aandacht hebben besteed aan dat wat volgens God éérst komt. Protestanten staan bekend om hun – onze! – inzet voor andere mensen. We staan minder bekend om die ingetogen, stille, ontvangende kant. Wie weet doen we er goed aan om met elkaar als mensen van God juist ook die kant te ontwikkelen. Ook in het nieuwe seizoen!
Nu breekt de vakantie aan, tijd van minder moeten. Misschien goed om eens na te denken over “wat wil ik nu in het nieuwe seizoen anders? Is het een beetje in balans bij mij?” En misschien ook goed om na te denken over “hé, wat vindt God nu het allerbelangrijkste voor mij, voor mijn geliefden?” Zou ik daar ook dingen anders in kunnen doen? Of, misschien nog anders, zou Maria niet iets hebben gevonden, wat écht iets heel moois aan mijn leven kan toevoegen? En klinkt er naar ons – vul je naam maar in – een vergelijkbare hartelijke roep als naar Martha… “Marta, Marta……”, amen.