Het leven gaat door…

Het leven gaat door…

Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus,

Als Abraham de stem van God, de Heer, gaat horen, dan is zijn leven niet meer hetzelfde als voorheen. Er klinkt een stem die hoop en een droom in Abraham wakker maakt. Dat deze wereld beter en anders kan. Wij gebruiken vaak beelden als “het nieuwe Jeruzalem”. We snappen allemaal waar het over gaat. Over het Rijk van God. Over dat er op deze wereld geen ziekte meer is. Geen sterven. Geen verdriet. Geen haat, geen oorlog. Geen honger. Geen discriminatie van jij bent meer dan ik, want ik ben zwart en jij bent wit of man of vrouw of noem maar op. Eerlijk delen, van macht, van geld. Maar dat al dat kwaad is uitgebannen en dat iedereen van binnenuit zó door Gods liefde – dat is Gods Geest – wordt gedreven dát je geen kwaad meer wilt doen. Let op, dat is dus een enorme verandering, transformatie van onze mentaliteit. De bijbel noemt het soms “een vernieuwing van je hart”. Of ook wel zelfs een besnijdenis van je hart. Of zelfs, een soort van harttransplantatie, als bijvoorbeeld in de profeten wordt gezegd dat God ons stenen hart zal veranderen in één van vlees. Warmhartigheid, ruimhartigheid, barmhartigheid.

Abraham hoort díe stem en hij gaat op zoek naar dát land, dat God hem zal geven. Hij onderneemt dus actie en aanvaardt de consequenties. Het volgen van God gééft hem veel – zin aan zijn leven, geborgenheid bij God, een doel in zijn leven – én het kost hem veel. Hij geeft zijn land en familie op.

En dan komt Abraham aan in dat land. Hij ís er dus wel. Maar hij heeft het niet. Sterker nog, hij heeft maar één zoon. Dat dan wel. Zoon staat in de bijbel altijd voor toekomst. In dit geval dubbele toekomst. Natuurlijk gaat het om het geluk van het vaderschap. Maar in dit vaderschap gaat het ook om het vaderschap van zoals dat bij Abraham heet “alle gelovigen”. Dat er mensen wereldwijd, zo talrijk als sterren aan de hemel, als zandkorrels aan het strand geïnspireerd raken door die droom van God. De droom van Abraham. Zoals Jezus óók veel meer is dan de zoon van Jozef en Maria, Jezus is Gods eigen droom op aarde en God hoopt ook op talloze volgelingen.

Eén zoon heeft Abraham. Dat is geen strand vol zandkorrels. Hij is in het land. Geen enkel stukje is van hem en dan sterft zijn vrouw. En dan? Wanneer zakt een mens de moed in de schoenen? Waar houdt ergens veerkracht op? Hoeveel kan een mens aan? Wanneer zakt een mens de geloofsmoed in de schoenen? Abraham, bij ons is het zo dat als je stemmen hoort, dat je naar de psychiater wordt gestuurd. Ik bedoel dat niet als flauw grapje. Eén van de dingen die voor een kind van Abraham, een kind van God, een gelovige ingewikkeld is in dit leven, is dat de belofte van God nog nooit vervuld is. Als Martin Luther King in de jaren 60 zijn droom droomt, dan is het prachtig om te zien dat Barack Obama 50 jaar later president wordt. Maar we weten allemaal dat zwarten in de VS nog altijd worden gediscrimineerd. En dat hier discriminatie ook gebeurt. De belofte staat vaak haaks op de werkelijkheid. Dat is zo. Hoe blijf je dan tóch hoopvol? Laten we kijken naar het verhaal van Abraham in een verdrietige tijd.

Sara sterft. Abraham blijft achter als weduwnaar. Izaäk mist zijn moeder. Hij is en blijft enig kind, behoudens dan zijn broer Ismaël. Maar die heeft een andere moeder…. Zou je nu niet rechtsomkeert maken, Abraham, wat doe je je zoon aan? Zie je wel wat van de droom van God, van de belofte? Eén zoon, geen land. Ik vind het altijd spannend als ik in mijn werk te maken krijg met mensen in de rouw. Wat voor rouw ook. Verlies van arbeid, verlies van levenslust, verlies van een geliefde, een man, een vrouw, een kind, een vader, een moeder. Dat hakt er díep in. Hebben, krijgen mensen dan veerkracht? Wint het donker het, raken ze depressief? Komen ze er weer uit, er doorheen? En hoe staan ze dan in het leven? Met hoop? Of met cynisme? Ga je léven of wordt het overleven?

Abraham rouwt en hij handelt. Dat is al heel wat. Zoiets helpt altijd in een vreemde balans. Je moet aan de ene kant tijd nemen voor het verdriet, maar het is óók belangrijk dat je verdriet je niet leegzuigt, opzuigt. Dat je wel blijft handelen, leven, doen. Kijken hoe je overeind blijft. Anders wint de dood als het ware twee keer en dat is te veel eer voor de dood. Hij gaat praten met de Hethieten, de bewoners van het land, de eigenaren van het land. En dan komen we terecht in een bijzonder staaltje keihard onderhandelen verpakt in oosterse vriendelijkheid. Abraham gaat op zijn knieën naar de Hethitische landeigenaars. Mijn vrouw is gestorven, ik wil haar graag begraven. Ik heb geen graf, het is jullie land…., mag ik alsjeblieft de grot Machpela hebben op het land van Efron? Ik wil er goed voor betalen. Willen jullie het Efron vragen?

En via via komt Abraham in gesprek met Efron. Ach, wat verdrietig, is uw vrouw gestorven? Dan krijgt u van mij de grot én de akker waarop de grot ligt. Voor niets…. Nee,…, zegt Abraham, dat kan ik niet aannemen, ik wil er echt voor betalen.

Voor onze duidelijkheid: dit is de gebruikelijke manier van doen in het oosten. Beleefd zijn en in de beleefdheid hard. Als Abraham het aanbod had aanvaard, dan had hij er daarna totaal bij de Hethieten uitgelegen. Bij ons is handelen ook een kunst. Ik kan het niet, vind het vreselijk als ik een auto moet kopen en dan onderhandelen. Anderen beheersen het spel heel goed en dan kan het hard tegen hard gaan. Hier gaat het op een zachte manier heel hard. Nou, vooruit dan, voor een vriendenprijsje, 400 sjekel zilver, wat betekent dat nou voor jou en mij….. Om jullie een beeld te geven: in Babel kun je op dat moment voor 1 sjekel zilver 1000 vierkante meter kopen. Het is schandalig, maar Abraham gaat overstag. En dan staat er dat hij “erets” koopt, aarde. Land! En voor hém is dat een begin. Hij hééft lánd, er is een stukje belofte uitgekomen. Een zoon én land. Voor een graf…, dat dan wel.

Dat is toch iets om bij stil te staan. Is dit niet bij uitstek een staaltje van geloof, van vertrouwen? Van hoop, die niet sterft. Er zitten meer lagen in.

Eén is dit: Hij krijgt land, nou ja, hij kóópt land. Van iemand die weinig begrepen heeft van de droom van God. Is er iemand in de rouw, draai je iemand met een heel aardig gezicht verschrikkelijk een poot uit. Maakt écht misbruik van de situatie. Die laag zit erin, van iemand die met zijn gedrag deze wereld beroerder maakt. Verder weg van de bedoelingen van God. Het zou een reden zijn om nog meer je geloof te verliezen. Maar hij heeft wél land. Er is een begin dwars door het verdriet om Sara heen! En dan:

Twee is dit: Abraham verheugt zich. Hij keert dingen om. Zalig de zachtmoedigen, ze zullen de aarde beërven, zegt Jezus in de bergrede. Ik verbaas me, verwonder me, warm me telkens daar waar mensen zich niet laten overwinnen door het kwade. Dat is soms wél een heel gevecht. Ik herinner me de vrouw die veel van haar man hield en door een diep dal van gemis ging én ook zei: ik geloof dat hij het goed heeft en ik leef hier maar één keer. En het is een mooi geschenk van God, iedere dag, ook al is het nu écht moeilijk. Dus ik ga mijn best doen om hier wél het goede van het leven te blijven proeven. Ze dééd het ook. In een mooie mix van én verdrietig zijn én het leven genieten. Het glas was half leeg, maar door haar manier van doen was het half vól. En door haar manier van doen verspreidde ze vreugde en vrede om zich heen. Als er dát soort vruchten zijn, vreugde en vrede, dan is op dat moment Gods Koninkrijk dáár. Omdat het Licht het wint van het donker. De vreugde door het verdriet heen glanst, niet de boosheid over haar lot het wint, maar de vrede om het leven. Dat is soms een enorm gevecht. Tegen jezelf, tegen de omstandigheden. Maar het is wél een goede strijd. Het is het gevecht om het leven, om de vreugde. Om geloof, hoop en liefde. Dat brengt me bij deze kaars.

Deze kaars brandt hier altijd als we samen zijn. Het is de Paaskaars. Het leven van Jezus Christus, die hier Gods Koninkrijk in eigen persoon is, eindigt in een graf. Daar zit een parallel met de dood van Sara. De hoop van de leerlingen wordt de grond in geslagen. Totaal aangeslagen zijn ze. Tegelijk wordt dat graf óók het begin van een nieuw hoofdstuk. Ik lees op dit moment veel van Flavius Josephus. Dat is een Joodse geschiedschrijver uit de tijd van Jezus. Het zijn verbijsterende verhalen over geweld tussen Romeinen en Joden. Hoe er Joodse bevrijdingsstrijders zijn t.t.v. Jezus, die door de mensen óók Messias worden genoemd en er een soort burgeroorlog is tussen Joodse mensen onderling én een oorlog van Romeinen tegen Joden. Alles en iedereen voert oorlog tegen elkaar. In zo’n spannende tijd leeft Jezus. En net als Abraham heeft hij aan het einde alleen een graf als teken van zijn Koninkrijk. Maar we weten óók hoe het door is gegaan. Naar mate ik dat boek van die Joodse geschiedenis verder lees, vind ik het nóg verbazingwekkender wat er gebeurt. Ondanks al dat geweld, is het graf geopend, hebben leerlingen Jezus lévend gezien en heeft Hij ze op pad gestuurd, de wereld over. Daarvan vertelt deze kaars: van leven dat wint van de dood, licht van het donker, Jezus Christus, de Zoon van Abraham, de zoon van God, zo schrijft Mattheüs het ergens. En over heel de wereld zijn er sinds die tijd mensen die geraakt zijn door dit Licht van Christus, de Zoon van Abraham.

En het begint ergens heel klein…. Met één mannetje, Abraham, die een stem hoort en die vólgt en gaat. En die na de dood van zijn vrouw niet in wanhoop eindigt, maar er dwars doorheen een stuk land koopt. Het eerste begin. Dan daarna zegt hij: Izaäk, ik denk dat Gods belofte doorgaat. Nu je moeder gestorven is, moet het leven doorgaan…., want God gaat door met die droom en belofte via jou. Daarom stuur ik Eliëzer op pad, je moet een lieve vrouw krijgen, jongen! God gunt je dat en via jou zal het verhaal doorgaan. Amen.