Een bijzonder ontmoeting, 27 maart 2022

Een bijzonder ontmoeting, 27 maart 2022

Dit zijn dus eigenlijk twee verhalen. Het ene verhaal eindigt met een vraag? Wie is Hij toch dat de wind en het water zijn bevelen gehoorzamen? En het eindigt met water dat ophoudt te kolken en te golven en storm die gaat liggen. Het andere verhaal gaat over een man in wiens hoofd het raast en stormt in zijn hoofd en die allerlei stemmen hoort. Maar die weet wél het antwoord op de vraag “wie is het toch dat de storm in mijn hoofd gaat liggen? Het is Jezus de Zoon van de allerhoogste God.

Het gaat in dat verhaal over demonen. Demonen zijn de knechtjes van de duivel. Nu moet het toch niet raarder worden….. Bestaan die? De bijbel spreekt er zeer onbevangen over. Laat het me wat “functioneler maken”. De bijbel heeft veel woorden voor het macht van het kwaad en gaat er dus wél vanuit dat die macht er is. Als ik eerlijk ben: lees de kranten en kijk het nieuws en dan is het denk ik qua FEITEN minder ingewikkeld om te geloven in het bestaan van  een kwade macht dan in een goede. Maar nu terug naar die woorden. De meest bekende woorden zijn “duivel en satan”. Het woord “duivel” komt vooral in het Nieuwe Testament en dat is geschreven in het Grieks. Ons woord “duivel” is de vertaling van het Griekse “diabolos”. De vertaling is: door de war gooier, in de war maker. Dat maakt het al minder spooky en functioneler. Als mensen dus helemaal in de war zijn – denk bijv. collectief aan ooit het Facebookfeestje in Haren, dat nog op mijn netvlies staat omdat mijn schoonmoeder van 80 allemaal verdwaasde mensen in haar voortuin had – . Als een heel volk besluit iemand aan de macht te kiezen die Joden gaat vervolgen of – als je net niet gekozen wordt – met z’n allen het parlementsgebouw in Washington te bestormen. Of hier, bij deze man. Allemaal stemmen in het hoofd, zichzelf automutilerend. Hoe krijg je iemand dan weer uit de war?

Het woord “satan” is een Hebreeuws woord. Komt vooral voor in het oude testament, maar ook wel in het nieuwe (satanas). Het kan zowel “tegenstander” als “aanklager” betekenen. Tegenstander=macht die God tegenwerkt. Aanklager=degene die mensen de hele tijd (al dan niet vals) beschuldigt en zegt dat je het niet (nooit goed genoeg) doet. Je zou die satan de bedenker van het perfectionisme kunnen noemen. Het vervelende stemmetje in je geweten dat je vertelt dat een 7 of 8 niet goed genoeg is.

Als de bijbel met die woorden dát soort fenomenen (collectieve waanzin in Haren enz.) bedoelt, dan komt het dichterbij. Althans bij mij.

En nu is dan er een confrontatie van Jezus die een kolkend meer overgaat en die vervolgens daar een “heel griezelige man” ontmoet. Hebben jullie dat wel eens gehad? Zo’n gestoord iemand die je al schreeuwend op straat tegenkomt? Wellicht je uitscheldend, zwaaiend met een fles of zo? Ik weet nog dat ik ooit een kerstconcert in de Martinikerk ging bijwonen en dat bij de ingang zo’n soort man stond en die liep te vloeken en te doen, een zwerver, verwilderd. Ik moest onmiddellijk aan dit verhaal denken. Zeker vanuit het contrast: liepen wij de kerk binnen om jubelende kerstliederen te zingen over God die naar deze wereld vol donker kwam én de man werd door niemand – ook door mij niet – aangesproken. Ik voelde me een beetje zo’n leerling in een kolkende boot, zo’n mens die bang is voor zo’n ander mens die zo gevangen is.

Het vraagt om lef. Dat woord komt ook uit het Hebreeuws (lev, met een v) en het betekent “hart”. Dapper en warm-hartig en dwars door alle ellende – zelfbeschadiging, zelfverwaarlozing – de mens áchter en in deze man blijven zien. Niet oordelen, wel inschatten én liefhebben. Dat is dus kenmerkend en het hoort bij Jezus. En zijn leerlingen zijn op stage met Hem, daar ben je leerling voor om daarna te worden uitgezonden, apostel te worden en niemand als “verloren en onbereikbaar voor Gods liefde” te beschouwen. Jezelf niet – als je jezelf verliest onderweg – en wie er maar op je pad komt niet. Pittige klus. Een lied gaat daarover:

Een mens te zijn op aarde

in deze wereldtijd,

is leven van genade

buiten de eeuwigheid,

is leven van de woorden

die opgeschreven staan

en net als Jezus worden

die ’t ons heeft voorgedaan.

4

Een mens te zijn op aarde

in deze wereldtijd,

dat is de Geest aanvaarden

die naar het leven leidt;

de mensen niet verlaten,

Gods woord zijn toegedaan,

dat is op deze aarde

de duivel wederstaan.

Er blijft in dit hele verhaal de spannende tegenstelling, dat de leerlingen Jezus niet herkennen als “komend van God” en dat de man die zo in de war is (gebracht) dat wél doet. Dat lijkt erop te wijzen dat de macht van het kwaad/duister donders goed doorheeft dat er een Macht van het Licht – God zelf is – . Het roept de vraag op of wij als gelovigen – het zijn per slot de leerlingen die Hem niet herkennen – wel helemaal door hebben wie Jezus is en wat voor structuren/machten er zijn die ons het leven onmogelijk maken en willen maken.

Wat vragen:

  1. Kun je wat met “kwade macht” als men die in de bijbel benoemt als “aanklager, beschuldiger, gewetenvreter” en “in de war schopper?” Of, anders, denk je dat er iets is als een kwade macht die bezit van je kan nemen?
  2. Heb je wel eens een “griezelig mens” ontmoet? Wat vond je griezelig? Had je het lef om contact te zoeken? Wat hinderde je óf wat hielp je juist over de drempel? En, uiteraard de spannende vraag: hoe verliep de ontmoeting?
  3. Wat vind je spannender, een storm op zee of een ontmoeting met zo’n griezelig mens? En hoe hou je dan je angst hanteerbaar?
  4. Jezus wordt herkend als Zoon van de allerhoogste God door de man die zo in de war is. Hoe zie jij Hem?