Doe je mee, 11 september 2022

Doe je mee, 11 september 2022

Geliefde mensen van God,

Wat fijn en goed dat jullie er allemaal zijn en dat we elkaar in de ogen kunnen kijken. Dat is misschien een vreemd begin. Maar elkaar in de ogen kijken is denk ik één van de belangrijkste dingen die er tussen mensen kan gebeuren. Dan zie je elkaar écht en kun je elkaar ontmoeten. Dat is broodnodig. Dat is mijn begin, ik kom er zo op terug.

Je hebt soms privé van die rare, nare tijden. Dat alles op één hoop komt: wasmachine stuk, stofzuiger begeeft het, auto moet nieuwe banden. En je financiële buffer is klein. Als dan ook nog je kind ziek wordt, als jezelf overspannen raakt of er iets met je ouders is qua gezondheid, je gedoe krijgt met je buren of een vriendin, je in een scheiding ligt of met de naweeën daarvan te maken hebt, dan weet je even niet meer waar je het zoeken moet. Ik denk dat ieder van ons wel dat soort tijden kent.

Dat gebeurt je dan privé, in je huis. Je hebt al moeite zat om dan overeind te blijven. Maar nu gebeurt het niet alleen privé, maar ook nog collectief. Iedereen heeft te maken met hogere energiekosten. Iedereen ziet dat het klimaat nu echt verandert en we niet weten wat de toekomst ons brengt. Iedereen had – en laat ik nadrukkelijk zeggen dat ik hoop dat het verleden tijd blijft – last van corona, of je de ziekte nu kreeg of niet. Iedereen heeft te maken met hogere prijzen in de supermarkt. Iedereen heeft te maken met de onrust in de samenleving rond de boeren en de vluchtelingen. De boeren en de vluchtelingen zelf nog het meest. Er is de oorlog ver weg, die tot bij ons doorwerkt. En iedereen voelt de onrust. Een heel aantal roert zich op social media. Tegen elkaar inschrijven, ageren, reageren en de toon is vaak niet mals. Mensen wensen elkaar over en weer soms de meest gruwelijke dingen toe. Komen tegenover elkaar te staan. Kijken elkaar niet meer aan.

Het wordt misschien wel nog ingewikkelder als je privé dan dus ook een tijd hebt dat alles op één hoop komt en dan is er ook nog de maatschappelijke onrust.

Daarom is het goed dat we elkaar in de ogen zien. Want dat is beter achter een computer. Als je elkaar ziet, dan kun je aan elkaar vragen hoe het gaat. En kun je in elkaars ogen de zorgen en de angsten zien. Maar ook de vreugde, de hoop. De vraag die in deze dienst centraal staat is “doe je mee”? Doe je mee aan “elkaar zien, in de ogen kijken?” Doe je mee aan verbinding leggen, aan de ander liefhebben, belangstelling hebben voor die ander, ook als die ander misschien heel anders denkt? De vraag is: doe je mee aan de weg die God met ons mensen wil gaan. De weg van de liefde. De liefde is geduldig, zachtmoedig.

Ik leg de link naar de gelijkenis die Jezus vertelt. Die gaat ook over de vraag “wie doet ermee in de wijngaard van God?” En die wijngaard van God is de wereld. Maar dat kun je dus op verschillende manieren doen. Op de manieren van de twee zonen uit de gelijkenis. Wie zijn dat? En waar gaat het over? En wat is de link naar ons?

En dan moet ik een stukje uitleggen. De meeste bijbeluitleggers – ik volg hen daarin – denken dat het evangelie van Mattheüs rond het jaar 75 is geschreven. In Antiochië, Noord-Syrië. Er is een heel grote groep Joden na het jaar 70 gevlucht uit Jeruzalem naar Antiochië. Waarom gevlucht? Omdat er een vreselijke oorlog is geweest zo vanaf het jaar 66 in Israël. Het vreselijke is, dat het deels een burgeroorlog was. Joodse groeperingen die het én op de Romeinen én op elkaar hebben voorzien. Vreselijk dus, dat je als volksgenoten elkaar naar het leven staat. Veel maatschappelijke onrust dus. Dat mondt uit in een beleg door Titus, de zoon van de Romeinse keizer, van de stad Jeruzalem. In Jeruzalem zelf zijn op dat moment drie verschillende partijen die elkaar niet kunnen luchten of zien en elkaar naar het leven staan. Er is ook een grote groep gematigde mensen die van al dat geweld niks moet weten en zegt: laten we alsjeblieft de Romeinen het gezag teruggeven. Dat is óók niet ideaal, maar het geeft wel rust. We kunnen onze godsdienst ongestoord vieren, het geeft een soort basis onder ons bestaan. Maar al die drie radicale groepen zien dat dan weer als landverraad en veel van de gematigde mensen worden gedood. Het mondt uit in een vreselijk beleg, de hele stad gaat eraan en de tempel, een prachtig gebouw, gebouwd door Herodes, gaat in vlammen op. Denk even aan de woorden van Jezus dat de tempel verwoest zal worden. De Joden worden verdreven en een deel komt terecht als vluchteling in Antiochië. Zijn ze daar allemaal hartelijk welkom? Er is niet zo heel veel nieuws onder de zon, zo rond het jaar 71 willen de mensen in Antiochië dat de Joodse vluchtelingen uit hun stad worden verdreven. Uiteindelijk steekt de Romeinse overheid, de keizer, daar een stokje voor. Ze mogen blijven. Maar of je je dan welkom voelt…..

Tussen twee haakjes: ik denk dat ik jullie dingen vertel die jullie nooit eerder hoorden. Hoe kom ik aan dit verhaal? Het is opgeschreven door Flavius Josefus, een tijdgenoot van Paulus. Hij schreef het boek “de Joodse oorlog” en het is een heel belangrijke bron van kennis buiten de bijbel om voor het Israël in de dagen van Jezus en daarna.

Goed. Daar zitten ze dan, de Joodse mensen. Zwaar ontheemd, diep verdrietig. En dan ontstaat er een splitsing, triest genoeg. Twee groepen. Twee zonen, uit de gelijkenis. Joodse mensen die op z’n Farizees blijven geloven. Zij zijn de zoon in de gelijkenis, die zegt: “ja, wij doen mee…”. Maar als het erop aankomt doen ze niet mee. Niet op de manier van Jezus. Er is ook de andere groep. Ook Joodse mensen, die gaan geloven in Jezus de Messias. Mattheüs hoort bij die laatste groep. Zeer waarschijnlijk is hij de Mattheüs die de tollenaar is geweest. Die Jezus dus is gaan volgen. Wat deze Mattheüs doet, is proberen aan de andere groep duidelijk te maken, dat in Jezus de Messias écht is verschenen. En dat hoe vreselijk het ook is, dat de tempel er niet meer is en hoe onrustig de tijden ook zijn, de weg van de God van Abraham, Izaäk en Jakob, van Israël dus wél doorgaat. Tóch doorgaat. Dat God niet alleen in de tempel heeft gewoond, maar dat Hij nog veel meer in Jezus heeft gewoond en nú in diezelfde Geest van Jezus in mensen wil wonen. Ons wil bezielen. Op andere plaatsen in het Nieuwe Testament wordt het zo genoemd: dat wíj zélf nu een tempel zijn, waar God in wil wonen.

Nu heeft dat wonen van God nogal wat invloed. De moeite die de Joodse mensen die niet in Jezus geloven als Messias heeft te maken met de in hun ogen niet principiële manier, de losse manier van doen van de groep mensen rond Jezus. Daar gaan ze wel heel makkelijk met regels om. Moet je kijken wie er bij horen: tollenaars – denk dus aan Mattheüs zelf – , mensen die in de prostitutie hebben gewerkt, mensen die varkensvlees eten, mensen uit andere volken. Mensen met andere meningen. Hallo, alles kan, alles mag daar maar. Ze hebben niet de juiste standpunten over de wetten. Niet de goede standpunten over de oorlog, over de boeren, over de stikstof, over de natuur over…., vul maar in. Dat klopt. Het gaat er in dat opzicht misschien niet even principieel aan toe. Dat komt omdat er een ander principe is dan “regels” en “juiste standpunten” en dat heet “de liefde”. Of, je kunt het ook benoemen met de kernzin uit de bergrede “behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden”? Wil je graag dat anderen jou veroordelen? Veroordeel ze dan. Wil je dat niet…, doe het dan ook niet bij een ander. Wil je zelf graag begrepen worden, dat de mensen je snappen en zien zoals je het bedoelt? Verdiep je dan ook in de ander. Precies die manier van kijken, als er van Jezus staat dat Hij naar de mensen kijkt en met ontferming bewogen is. De mens achter het verhaal, het verhaal achter de mens. Oordeel niet, opdat je niet geoordeeld wordt. Dat soort woorden. Maar ook: ik was arm en jij hebt mij geholpen, ik had geen huis en jij hebt mij geholpen.

Dat, zo bedoelt Jezus te zeggen, maakt de wijngaard van mijn Vader mooier. Zelfs in Antiochië, zelfs in de heel barre tijden. Of misschien wel juíst in de barre tijden.

Onze tijden zijn zorgelijk. Maar ons land is niet in oorlog, zoals Oekraïne. Of de burgeroorlog in Syrië, waar Antiochië nog altijd ligt. Ons land ligt niet voor een derde onder water, zoals Pakistan. Niet bar, voor sommigen misschien wel. Ieder van ons heeft wel een verhaal. Maar wél zorgelijk, met veel mensen die in hun angsten tegenover elkaar komen te staan. Juist dáárom is deze plek belangrijk. Niet alleen deze plek, maar iedere plek waar mensen elkaar in de ogen zien. En zeker als er woorden als deze goede verhalen van Jezus hier klinken, die in u, jou en mij willen wonen.

Dat is namelijk een manier, dé manier om bruggen te bouwen. Ik zal jullie twee voorbeelden noemen. Ik was aan het mailen met iemand – het speelt jaren geleden – over iets waar we over moesten overleggen. We begrepen elkaar niet. We zagen elkaar niet. We zagen alleen elkaars teksten en die werden van “licht geïrriteerd tot venijnig”. Toen ben ik op mijn fiets gestapt en naar de ander gereden en keken we elkaar in de ogen. We zagen dat we allebei  dit gedoe niet wilden. Met tien minuten was het opgelost.

De Franse filosoof van Joodse komaf – Emmanuël Levinas – , hij leefde in de vorige eeuw, schreef veel over “de ander”. Met een hoofdletter “de Ander”. Daar kun je zowel God als de kwetsbare ander in zien. Hij had het vaak over “het gelaat”, het gezicht, als je de ander in de ogen kijkt. Het verhaal dat mij uit mijn studententijd altijd is bijgebleven is het verhaal van twee soldaten in de eerste wereldoorlog. Een Duitser en een Fransman, vijanden dus. Ze komen elkaar op wachtpatrouille tegen en de één richt het wapen op de ander. Dan kijken ze elkaar in het gezicht en ziet een kwetsbaar mens. Hij laat zijn wapen zakken en ze geven elkaar gaan en laten elkaar in vrede. Dát is de weg van de ontmoeting, van de liefde, van de vrede….

Wat fijn dat u, dat jij, en ik hoop dat jullie het ook mooi vinden dat je er bent. Goed om je in de ogen te zien. Ik zie u graag, zeggen de Vlamingen, als ze iemand met genegenheid willen benaderen. Welkom hier waar de woorden van Jezus de Messias klinken. Doe je mee…, de weg van de liefde? Hier en in je dagelijks leven? Maken we de wijngaard op ons stukje van Gods wereld een klein beetje mooier. Amen.