Wonder en twijfel

Wonder en twijfel

Inleiding: in september hebben we jullie gevraagd thema’s aan te reiken die jullie graag aan de orde wilden hebben in deze diensten. Eentje die vrij hoog scoorde is “geloof en twijfel”. In mijn missionaire studie komt dat thema uiteraard ook regelmatig aan de orde. Bij dat missionaire gaat het er o.a. om hoe je aan mensen die weinig hebben met geloof wél iets van geloof kunt delen.

In dat kader hadden we op een zeker moment een dag samen met Tijs van den Brink, die het programma “adieu God” maakt. Daarin komen bekende NL’ers voor die het geloof vaarwel zeiden. Eén van de redenen waarom ze het geloof vaarwel zeggen, is omdat ze vinden dat er van die rare verhalen in de bijbel staan, die helemaal niet kunnen. Ik noem er een paar:

  • Jezus die over het water loopt (natuurwet)
  • Oude mensen die zwanger raken óf zelfs een maagd (biologie)
  • Doden worden opgewekt (biologie)
  • Adam en Eva (evolutie/biologie).

Vandaag gaan we zo’n verhaal lezen. Ik zal het zo aan de kinderen vertellen. En dan gaan we er met elkaar over nadenken…… Wat móet je nou toch met dit soort verhalen? Wél geloven, niet geloven, je verstand opzij, moet je ze symbolisch zien? Maar wat betekent dat dan, symbolisch?

Maar laten we eerst kijken naar een korte compilatie van bekende Nederlanders met hun bezwaren.

Overdenking

 

 

 

 

Lieve allemaal,

Een tijd geleden waren Jan Bakker, Zandra Muis, Ineke Berenst en ik met elkaar in Driebergen voor de cursus Missionaire Specialisatie. Inderdaad, met z’n vieren, want het is niet alleen mijn cursus, maar die van de hele kerkenraad. En ik hoop dat het op termijn ons allemaal inspireert.

Op die dag hield Tijs een boeiende inleiding waarin hij uitlegde dat er globaal 4 redenen zijn voor mensen om aan God fors te gaan twijfelen of zelfs hun geloof te verliezen. Bij één van die vier wil ik vandaag stilstaan en dat naar aanleiding van het verhaal van Zacharias en Elisabeth.

Een van de redenen waarom mensen afhaken bij geloven is dus wat we “wonderen” zouden kunnen noemen. En dan gaat het dus om dingen of verhalen die in de Bijbel staan, waarvan wij met ons moderne verstand zeggen: dat kan niet, want het staat haaks op de natuurwetten zoals wij ze kennen. Direct toegegeven, het zijn ook pittige vragen. En ik denk dat er ook binnen de kerk genoeg mensen zijn die zich regelmatig de dingen afvragen die mensen buiten de kerk zich dus stellen. In die zin is de grens van binnen en buiten de kerk vaak helemaal niet zo helder……

Ik zal jullie eerlijk zeggen, dat de gemiddelde dominee niet blij is als er een wonderen op het leesrooster staat. Het is makkelijker om bijvoorbeeld over een gelijkenis te preken. Wij zitten natuurlijk net zo goed als predikanten met de vraag “wat moet je nou met zo’n verhaal, waarin iets gebeurt, dat volgens natuurwetten amper kan…., niet kan….?” Ik sta hier natuurlijk iedere keer het verhaal uit te leggen en dat wekt de indruk dat ik nooit twijfel. Dat is niet zo. In de tijd dat ik bij Baalderborg werkte, was er een tijd dat ik dacht: ik geloof er gewoon geen klap meer van. Dat is overigens wél lastig met mijn beroep….. Tegelijk, ik zou op den duur mezelf niet recht in de ogen kunnen kijken als ik door zou gaan met mijn beroep als ik niet meer geloof. Dat ik hier dus sta, betekent dat ik dit nog steeds uit overtuiging doe. Ik zou niet anders kunnen en willen. Maar dat laat onverlet…., dat ik het niet ook soms gewoon moeilijk vind en  lastig om er wat over te zeggen, omdat het haaks staat op wat wij weten wat wetenschappelijk kan en niet kan.

Ik wil het vandaag over twee boegen gooien. De eerste is deze:

  • Wetenschap en geloof hoeven elkaar niet te bijten. Ik heb een aantal jaren geleden met een kinderarts gesproken. Die gaf aan: ik zie het zo, dat God in zijn schepping heel veel wijsheid heeft gelegd en dat Hij aan ons het heeft toevertrouwd. Al eeuwenlang proberen wij mensen, wij dokters dus ook, dat wat God aan kennis en wijsheid in de schepping heeft gelegd te ontdekken en te begrijpen. En daarmee proberen we mensen te helpen. Het is gewoon de opdracht die we uitvoeren uit Genesis 2: de tuin bewerken en bewaren en onze naaste liefhebben als onszelf.

 

  • In die wetenschap kunnen we inmiddels heel veel. Vanochtend luisteren we naar een verhaal van een oude man en een oude vrouw die zwanger wordt. Ik wil er toch even wat naast zetten: mensen kunnen tegenwoordig bevruchte eicellen plaatsen in baarmoeders van oude vrouwen. Mensen kunnen tegenwoordig niet vruchtbare mensen zodanig helpen dat ze wél een kind kunnen krijgen met ivf, met donatie, met ixy methodieken. Ergens in Johannes zegt Jezus zelf dít: Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat. Als er wordt verteld dat Jezus verlamden weer laat lopen: ik herinner me dat ik 20 jaar geleden niet meer kon lopen vanwege een hernia en dat de neurochirurg me opereerde en de fysiotherapeut de volgende dag naast m’n bed stond en zei: kom van je bed af en we gaan een stukje lopen. Dat is toch ongeveer hetzelfde als dat Jezus de verlamde man bij de hand pakt en zegt: neem je bed op en wandel. Dat bed mocht ik dan gelukkig laten staan van de therapeut….. Zo was ooit een professor in de theologie juist met deze tekst zó ontzettend dankbaar, dat hartchirurgen hem omleidingen bij zijn hart hadden gegeven. Er zit máchtig veel wijsheid in de schepping en we ontdekken het steeds meer.

Wat ik er maar mee wil zeggen: wetenschap en geloof hoeven elkaar niet te bijten. Als je dat wat wij nu allemaal kunnen en weten ziet in het verlengde van wat Jezus doet…, dan zijn er verrassende overlappingen. Het is écht niet voor niets dat door de eeuwen heen juist christenen zich in wetenschap hebben verdiept. Ze doen dat, wé doen dat in navolging van Christus. Dat is één kant van de medaille. De ene boeg.

Nu snap ik ook wel dat ik er niet mee ben. Wat moet je dan met die verhalen van Jezus die over water loopt? Of, deze, want laten we ons daar nu op focussen: op een oude man en een oude vrouw die in verwachting raken. Ik ga het wat over de andere boeg gooien, dat wat Tijs van den Brink “dat moet je symbolisch zien” noemt. Dat zou ik ook kunnen doen met het verhaal dat Jezus over het water loopt, maar dat laat ik nu liggen. Laat me het proberen uit te leggen. Onze vragen over “wonderen en twijfel” zitten vaak op het biologische of natuurkundige vlak. In de Bijbel maken de bijbelschrijvers én God én Jezus én de mensen zich uiteindelijk niet druk over de vraag “klopt het wel biologisch of natuurkundig, alle verhalen”? Als er één schoolvak is, dat hen écht interesseert dan is het het vak geschiedenis. Het gaat eigenlijk over de vraag, die hele Bijbel: zal de geschiedenis van God met de mensen uiteindelijk goed aflopen. Dat wil zeggen in vrede. Natuurlijk gaat het ook over “niemand meer ziek, niemand meer sterven”, want dat hoort zó bij een gelukkig leven. Maar daar onderdoor gaat het nóg meer over de vraag: zullen de mensen zó dicht bij God leven, zich zó door Hem laten inspireren, dat we alleen nog maar het goede doen. Eigenlijk gaat het over het visioen van Jesaja, waar die woorden staan, die me al een aantal dagen bezighouden, déze: Zij zullen hun ​zwaarden​ omsmeden tot ​ploegijzers

en hun ​speren​ tot ​snoeimessen.

Geen volk zal nog het ​zwaard​ trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat ​oorlog​ is.

Nakomelingen van ​Jakob, kom mee, laten wij leven in het licht van de HEER.

 

Kijk, als ik nou eerlijk ben, dan vind ik dat misschien nog wel het moeilijkste aan geloven. Dat in de Bijbel continu dat visioen wordt gehoopt, wordt verteld. Stel je voor, dat er een tijd aanbreekt dat kinderen op school zitten en dat de juf vertelt: “vroeger was er oorlog en ruzie en pestten kinderen elkaar”. En dat die kinderen dan vragen: oorlog, wat is dat? Pesten? Geen flauw idee? Gingen kinderen écht vroeger elkaar afbekken, klein maken? Gingen grote mensen vroeger echt zwarte mensen discrimineren? Trouwens wat is dat, discrimineren, juf, kun je ons dat uitleggen?

Wat mij betreft is het al écht heel bijzonder, dat die professor theologie met nieuwe omleidingen en een gezond hart het ziekenhuis uitkomt. Maar het zou nog bijzonderder zijn als er geen kwaad meer in zijn hart opkwam om te doen, sterker nog, als hij niet meer zou weten wat dat is! En ik vind het nog altijd geweldig dat ik weer rechtop loop na mijn herniaoperatie, maar het zou nog bijzonderder zijn als ik gewoon altijd de mens was, zoals God me bedoelt. Geschiedenis, leven van God met mensen in vrede en harmonie, waarbij je niet eens meer kwaad wílt doen, maar van binnenuit – vanuit je hart – het goede wilt en van buiten het goede pad loopt en goed het pad loopt.

En dan ben ik bij Zacharias en Elisabeth en hun wonderlijke zwangerschap. Er staan meer moeizame zwangerschappen in de Bijbel. Abraham en Sara, daar begint de geschiedenis van God met de mensen mee. Ze kunnen geen kinderen krijgen. Izaäk en Rebecca hebben ook problemen om kinderen te krijgen. In de tijd van de Richteren als ieder doet wat goed is in eigen ogen en niemand de weg van God gaat, zo vertelt het verhaal, kan Hanna, de vrouw van Elkana maar niet zwanger worden. Uiteindelijk wordt ze het wel en dan wordt Samuël geboren. En nu in het verhaal van Zacharias en Elisabeth zijn er de Romeinen in het land. Bezet gebied, niet vrij. Het gaat opnieuw over twee oude mensen die niet zwanger kunnen worden. En wordt er tóch een jongen geboren. Het gaat niet zozeer over een gynaecologisch probleem, maar een vraag naar historisch probleem: kan het weer wat beter gaan op aarde, met de mensen, tussen de mensen, met God?

Symbolisch dus. Telkens als Gods manier van leven, van de Schepper heel ver weg lijkt, dan begint de Bijbel te vertellen over mensen die moeilijk zwanger kunnen worden. En vaak ook dan nog oude mensen ook. Symbolisch dus….

  • Oud, dat is in onze ogen waardeloos. Daar kun je niks meer mee beginnen. Het is misschien wel de sombere gedachte die wij kunnen hebben over de geschiedenis van God met ons mensen, met deze wereld. Dat wordt niet meer wat. Koninkrijk van God, een tijd waarin kinderen niet meer weten wat oorlog is en alle atoombommen ook die van Trump en Kim Yong Un die zijn omgebouwd tot materiaal voor bestraling van kanker, zodat de kanker er ook niet meer zal zijn….. Laat me niet lachen! Eerlijk gezegd kan ik Zacharias heel goed begrijpen, als hij zegt: wij zwanger…., hou toch op. Dat kan ik niet geloven.
  • Oud, oude mensen daar moet je het niet van hebben. Dertigers, veertigers, vijftigers en het liefst heel krachtig. Maar zijn dat niet ook altijd de mensen met het grote ego? De mensen die zichzelf willen waarmaken, die ontzettend competitief zijn. Wanneer is competitie gezond, wanneer is het ongezond? Als je altijd wilt winnen en sterk wilt zijn, gaat dat niet ten koste van de aarde, van de ander?

En in al die verhalen maakt God gebruik van oudere mensen. Dat zegt eigenlijk twee dingen:

  • Hij ziet toekomst in deze wereld. Of nog anders, het is een stuk trouw van Hem zélf aan wat Hij begonnen is te doen. Daar zit iets heel moois in. Soms maak ik een preek en na een tijd lang weet ik niet of het wat wordt. Soms is het prutswerk. Soms is het moeizaam. Soms gaat het als een trein. Maar wat doe ik dan? Hou ik vol als het moeilijk is? Druk ik op “delete”, laat maar gaan? Jammer dan, domme preek, mislukt. Maar ik kan ook doorgaan, het tóch proberen. Wie weet wordt het tóch wat. Dat telkens als er níks te zien is van wat God wil – zoals bij Elkana en Hanna in de tijd van de Richteren, zoals bij Abraham en Sara, zóals bij Zacharias en Elisabeth en dat er dán oude mensen zwanger worden er tóch een kind wordt geboren. En dat kind gaat een soort rol spelen en gaat roepen “keer terug naar de weg van de Heer, laat je hart herstellen, niet door de chirurg maar door God”.

 

  • Het zegt ook iets aan jongere mensen, ook mijn generatie. Ego is op een bepaalde manier goed. Ego, dat is je kracht, je levenskracht, dat wat jij allemaal kunt en aan capaciteiten hebt. Maar ego en God en vrede gaan alleen maar samen als je jouw capaciteiten inzet voor jezelf én de ander. Als Johannes, de zoon van Zacharias en Elisabeth, later als hij groot is de mensen de weg van God wijst zegt hij tegen belastingmensen: prima dat je je beroep uitoefent, maar doe het eerlijk. Verrijk jezelf niet ten koste van een ander.

Dáárom schrijft Lucas dit verhaal zó op. Om ons die twee dingen te vertellen. Ik zal dat heel kort illustreren en onderbouwen. Lucas is dokter. Hij weet waar de kinderen vandaan komen. In zijn boek staan genezingsverhalen. Hij is dokter. Maar de grote rode draad die door zíjn boek heenloopt, is telkens dat laatsten eersten worden en eersten laatsten. Dat herders – mensen die onderaan staan in de samenleving – de eersten zijn die het Kind van God ontmoeten. Dat Jezus geboren wordt bij een meisje uit Nazareth en dat klinkt in die dagen écht als een achterbuurt. En dat het een meisje is, dat is ook al een laatste die eerste wordt. Dat Johannes, het kind van Zacharias en Elisabeth tegen de mensen zegt: maak de weg tussen God en jou recht en ga het pad van God.

Telkens opnieuw zijn er mensen die zich door die woorden aangesproken weten. Eigenlijk is als het goed is de kerk daar ook onderdeel van, wij met elkaar. Als het God lukt om ergens via ons oor, via ons leven terecht te komen in ons hart…., dan blijft het visioen van hoop en geloof op deze wereld goed en deze wereld anders doorgaan. Laten we iedere keer dat we in vrede met een ander en onszelf omgaan dat gewoon vieren. Yés, een beetje hemel op aarde, leven zoals God het bedoelt. En tegelijk laten we blijven hopen op de blijvende invloed van God op ons mensen. Niet om natuurwetten op de kop te zetten, maar ons leven ons hart blijvend te beïnvloeden. Ten goede. Laten we ervan gaan zingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.