‘Dit is het nieuwe verbond in mijn bloed’
Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus,
Vandaag krijgen wij brood en wijn te eten en drinken. Eten en drinken, dat hoort vaak bij “relaties”. Als twee mensen veel van elkaar gaan houden en ze vieren hun liefde, dan is daar bijna altijd een maaltijd bij. Maaltijden verbinden mensen aan elkaar. Als onze koning op staatsbezoek gaat of er komt een staatshoofd hier, dan proberen ze hun relatie beter te maken en gaan ze aan tafel. Als je verliefd bent en je hebt een eerste date, veel mensen gaan met elkaar uit eten. Eten en drinken verbindt.
Hier is het extra bijzonder. Want wát je eet én wat je drinkt, dat vertelt iets over de relatie zélf. Als iemand jarig is, dan mag hij of zij vaak zeggen wat je gaat eten. Jouw favoriete kostje als teken van hoe belangrijk je bent. Hier geeft Jezus met het eten zélf én het drinken zelf aan wat het verbond – dat is het bijbelse woord – het verband, de relatie tussen Hem en ons, tussen God en ons is: liefde, onvoorwaardelijke liefde. Liefde is in de bijbel altijd royale liefde, vrijgevig. Een paradijs met allemaal bomen. Eén en al gulheid. Gracieus, Grace, de Engelsen hebben dat woord ervoor. Nooit bekrompen.
Tegelijk is het óók niet alleen vrijgevig, maar ook vergevig. Er wordt ook van je gehouden als je er een zooitje van maakt, om wat voor reden dan ook. De relatie schaadt. Als je bijvoorbeeld terwijl je vriend Jezus hartstikke bang is je ogen niet kunt open houden om bij Hem te zijn, terwijl Hij dat vroeg . Als je bijvoorbeeld zegt: Ik ben je best friend forever en zal je niet in de steek laten. En een paar uur later loop je dat omdat je gewoon ontiegelijk bang bent te zeggen dat je Hem niet kent. Of omdat je om wat voor reden dan ook, de evangelisten vertellen het verhaal van Judas alle vier verschillend, juist omdat het zo moeilijk te begrijpen is, je vriend verraadt. Al die 12 mannen, Judas ook, eten brood en drinken wijn. Teken van de relatie, het verbond, dwars door alles heen. Misschien komt het wel het meeste tot uitdrukking als Jezus dit aan het kruis bidt, het is voor mij één van de diepste woorden: Vader, vergeef het ze, ze weten niet wat ze doen. De Engelsen hebben daar ook een woord voor: mercy.
Dit brood en deze wijn, het zijn de sterkste tekenen van Gods trouw naar ons toe. Wij hebben prachtige kanten. We hebben donkere kanten, als mensen. Oók met die donkere kanten zijn we geliefd. Door de Schepper en door zijn Zoon. Dit te eten, te drinken, te ontvangen is de diepste liefde, die door je lijf kan stromen. Letterlijk stromen. Joden willen niet dat je bloed drinkt. De bijbel wil het niet. Want in bloed zit de ziel van een ander . Dit is de uitzondering. Hier zit de ziel van Christus in en die wil ons tot in iedere vezel, elk bloedvat doorstromen met Zijn liefde. Een soort bloedtransfusie, liefdesinfuus. Donker met licht beantwoorden, haat met liefde, kwaad met vergeving. Niet oog om oog, tand om tand. Niet wraak, maar verzoening. Dat is een andere mentaliteit. Gezindheid. Heb elkaar lief, zoals Ik jullie heb liefgehad, woorden van Jezus aan de tafel in het verhaal van Johannes. Die wil ik proberen te volgen. Dat brengt me haast direct naar de actualiteit.
Ik heb mezelf voorgenomen om op Facebook niets en in de kerk heel terughoudend te zijn om iets te zeggen over Israël en de Palestijnen. Dat is niet uit lafheid. Meer uit realiteitszin. Ik denk dat zowel Hamas als de Israëlische regering niet vanmiddag de dienst bij ons in Baalder gaat terugkijken en zullen zeggen: laten we ons verzoenen en gaan praten, want dat zegt ds. Wim daar. En wat me opvalt is dat er in NL sowieso al een klimaat is waarin we elkaar consequent de maat nemen rondom allerlei onderwerpen. En meer dan dat alleen, we nemen elkaar niet alleen de maat, maar bedreigen elkaar ook. Dát vooral, dát moet stoppen. Laat me vrede brengen, waar haat is. Dát is de essentie. Dat heeft allereerst te maken met brood en wijn die we delen.
Toch ontkom ik er vandaag niet aan, om er iets over te zeggen. Dat heeft te maken met de beide bijbelgedeelten, die we lezen. Het verhaal van Jozua, aan het eind van zijn leven. Het verhaal van Jozua 2, Jezus, het is dezelfde naam in het Hebreeuws en het is niet toevallig. Ook aan het einde van zijn leven. Verbond, relatie, dat is de rode draad in de verhalen.
Ik lees telkens de bijbel van a-z. Als ik die uit heb, begin ik van voren af aan. Eén van de meest pittige boeken vind ik Jozua. Het vertelt hoe de Here God Jozua en het volk helpt om andere volkeren te verdrijven en er vallen vele doden. Als ik aan de kinderen vertel dat Jozua en het volk én God echt door dik en dun zijn gegaan en dat die herinneringssteen een teken van verbond, relatie is , dan heb ik ze de vriendelijke versie verteld. Je kunt het bijna niet lezen, het boek Jozua zonder van tijd tot tijd te gruwen. En je kunt het ook haast niet lezen zonder aan de actualiteit te denken. Van de talloze doden, die er aan weerszijden vallen en de taal over en weer van dat je helemaal met elkaar wilt afrekenen. Als je het dán hebt over “liefhebben, vrede, verzoenen, je vijanden liefhebben, wat Jezus doet en zegt en bidden om vergeving want ze weten niet wat ze doen…..”.
Ik moet jullie wat uitleggen, dan komt het net wat anders eruit te zien. Hoewel niet helemaal, er blijven nare rafelranden van haat, gekwetstheid, trauma’s zichtbaar. Heel herkenbaar vandaag.
De boeken Genesis tot en met 2 koningen – zoek maar op thuis in de inhoudsopgave van je bijbel, alleen Ruth moet je er dan uithalen – zijn eigenlijk met elkaar één boek. Het verhaal begint echt goed in Genesis 12, als Abraham wordt weggeroepen uit Ur der Chaldeeën, uit Babel, zo rond 1700. Met een belofte, dat God een verbond met hem, zijn nakomelingen én alle volken zal aangaan. Een relatie. En het eindigt in 587 als alle verhalen van Mozes in Egypte, Jozua die het land inneemt, David die koning wordt, Salomo en alle andere koningen daarna verteld zijn. Het eindigt in ballingschap, in Babel, als koning Nebukadnesar in 587 Jeruzalem, de tempel en het hele land kapot maakt. Men vermoedt dat alles wat er vanaf dát moment nog over is van Israël in Babel zo’n 15.000 mensen zijn. Dat is heel stad Hardenberg zonder wijk Baalder. Dat is “het hele volk”. En die vragen zich in Babel van alles af: hoe kón dit, hoe kán dit? Houdt God nog van ons, is de liefde, de relatie over, het verbond weg? Is God er wel? En ze schieten niet alleen in de slachtofferrol, maar ze kijken ook heel eerlijk naar zichzelf. En wat deden wíj van onze kant met die relatie, het verbond????? We hebben God intens verwaarloosd. En nu dan? Krijgen we nog een tweede kans? Die hele boekencyclus is niet exact een historisch verslag, maar een heel pijnlijke eerlijke zoektocht van een zwaar getraumatiseerd volk.
Maar trauma’s, als ze door geweld zijn ontstaan, roepen vaak nieuwe trauma’s op. En het is niet het meest voor de hand liggend om dan te zeggen “laten we de vijand liefhebben, laten we bidden voor wie ons vervolgen” . Wraak! Vergelding, die liggen meer voor de hand. Als in 1948 dat wat er na de slachting in de WO2 nog over is van het Jodendom een plek krijgt in Israël, Palestina heet het dan, dan komen ze daar terug nadat ze in 135 daar ooit zijn verdreven door de Romeinse keizer. Zwaar getraumatiseerd, door de eeuwen heen. Maar daar zit iets héél bijzonders in, na zoveel eeuwen, weer in dát land! Maar er woont dan een ander volk – als in de tijd van Jozua – en de komst van de getraumatiseerde Joden betekent het vluchtelingschap voor de Palestijnen. Met alle trauma’s van dien en sinds die tijd zitten er 2 zwaar getraumatiseerde volkeren. Bang, boos en de één is machtiger dan het ander, maar allebei zijn ze niet vrij en veilig zolang er geen gesprekken, geen verband, geen verbond, geen vrede, geen verzoening is. Zolang wonden niet genezen, want dat is betekenis van het woord trauma. Het komt uit het Grieks, wond…..
En dan kom ik bij Jozua de tweede, Jezus van Nazareth, geboren in en uit het Joodse volk. Dat is iets waar we hier als gelovigen nooit omheen kunnen en mogen. Dat is wat anders dan dat je alles goedkeurt wat de Israëlische regering doet. Als Jozua de tweede, Jezus, van wiens liefde wij hier eten en drinken en horen en opademen, in het land rondloopt is er ook een vreemde mogendheid. De Romeinen. Zij kennen de kruisdood en in een heel verdrietige mix van donker, van heel veel angst ( vrienden laten in de steek, Pilatus durft niet recht te spreken uit angst, de Joodse leiders zijn bang dat ze hun macht verliezen) blijft Jezus van zijn kant, van Gods kant wél verbonden. Uit liefde, pure liefde naar alle partijen, naar alle mensen, al die kwetsbare, gekwetste mensen die van daaruit anderen zo keihard kunnen kwetsen.
Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen. Die het gesprek aangaat met Petrus na de opstanding, na door Petrus gekwetst te zijn. Maar niet terugslaat en Petrus verlegenheid en angst ziet en Hem liefheeft, heelt .
Dit, dit is het nieuwe verbond, de vernieuwde relatie in mijn bloed. Ontvang mijn liefde. Laat je liefhebben met alles wat in je is, met dat wat prachtig is en met wat beschadigd, pijnlijk en waar je een ander beschadigde. En groei dan uit tot een mens, die met Franciscus van Assisi, want van hem is dit gebed, leert meebidden en handelen:
Heer, maak mij een instrument van Uw vrede.
Laat mij liefde brengen waar haat heerst,
laat mij vergeven wie mij beledigde,
laat mij verzoenen wie in onmin leven,
laat mij geloof brengen aan wie twijfelt,
laat mij waarheid brengen aan wie dwaalt,
laat mij hoop brengen aan wie wanhoopt,
laat mij licht brengen aan wie in duisternis is,
laat mij vreugde brengen aan wie bedroefd zijn.
Laat mij niet zoeken getroost te worden, maar te troosten,
niet begrepen te worden, maar te begrijpen,
niet bemind te worden, maar te beminnen.
Want het is toch door te geven, dat men ontvangt
door te verliezen, dat men vindt
door te vergeven, dat men vergiffenis ervaart
door te sterven, dat men verrijst tot het eeuwige leven.
Laat dat mensen wereldwijd bezielen. De regering Netanyahu en de kopstukken van Hamas horen dit niet, anderen dichtbij hen moeten het hen maar zeggen in de hoop dat het binnenkomt. Maar wij horen het hier wel en laten wij het hier op onze plek waarmaken.
Amen.