Het thema is ‘beter zicht’…..
Lieve broers en zussen in Christus,
Zo, dat klinkt even pittig, dat zeg ik anders nooit. Maar veel mooier kan ik het ergens niet maken. Ik ga het uitleggen.
Je ziet wel eens van die spreuken als “oordeel niet te snel over wat je ziet; je kent het verhaal dat erachter ziet niet”. Daar gaat het voor een groot gedeelte over in het stuk uit de bergrede. Die bergrede, dat is eigenlijk de troonrede van Jezus. Als je als volgeling van Jezus in het leven wilt staan en gaan, dan is deze rede eigenlijk dé handleiding. Een manier van in het leven staan die niet vanzelfsprekend is. Niet voor ons, want het is best een pittige rede. Niet voor de mensen die niks met Jezus hebben.
Oordelen. Al die buitenlanders zijn gelukszoekers. Mensen gaan om het minste of geringste scheiden. Mensen die zeggen dat ze overspannen zijn moeten een schop onder de kont hebben. De jeugd van tegenwoordig weet niet meer wat werken is. De buurvrouw stelt zich aan met al die kwaaltjes van haar altijd.
De diepere vraag is misschien wel: waarom heb ik, heb jij, hebt u dat oordeel? Waar komt dat vandaan? Waarom vind je dat de buurvrouw zich aanstelt? Zou het misschien kunnen zijn, dat je zelf heel hard bent voor jezelf? Of dat je moeder vroeger zei: doorpakken en zou je misschien wel zelf willen dat iemand tegen jou zei: “ga nou maar eens zitten en wees eens lief voor jezelf”? Of je oordeel over buitenlanders: ben je misschien zelf bang, dat je niet meer rond kunt komen?
Ik heb vaak het idee, dat ons reageren op iets of iemand niet alleen iets zegt over de buurvrouw, de buitenlanders, de mensen die gaan scheiden. Maar dat het ook iets zegt over jezelf. Waarom reageer jij fel op iets of iemand en een ander doet dat niet? Ik denk dat de splinter in het oog van de ander van hetzelfde hout gemaakt is als de balk in ons eigen oog. Maar dat je het soms niet weet van jezelf. Dat je het niet doorhebt van jezelf, dat je met iets zit. Of misschien wel doorhebt, maar niet hardop durft te zeggen. Iedereen scheidt tegenwoordig maar – maar zelf ben ik ook niet zo gelukkig in mijn huwelijk, maar ja…, hoe zeg je dat? Durf ik dat? Wat haal ik dan los???? Waar eindigt het?
Laat ik het dichtbij mezelf houden. Iedere vijf jaar ga ik in supervisie. Dat is dat je met iemand die daarvoor hebt geleerd, naar jezelf gaat kijken én hoe dat doorwerkt in je werk. Ken ik mezelf zo goed, dat ik er echt voor een ander kan zijn zonder dat dingen die in mijn leven spelen in de weg zitten. Op een zeker moment zei de supervisor: ken jij het boekje van het drama van het begaafde kind? Dat boekje ken ik zeker. Ik vind het een goed boekje en raad het regelmatig aan aan gemeenteleden. Heb je wel door, Wim, dat het ook over jou gaat? Dat je dus eigenlijk de splinter in de ogen van je gemeenteleden ziet maar dat je de balk die uit hetzelfde hout is gesneden balk in je eigen oog niet ziet? En opeens zag ik het wel. En snapte ik mezelf beter. Het deed zeer en het hielp. En de supervisor oordeelde niet…. Was ik daarom een hypocriet, zoals het wordt vertaald, een huichelaar? Nou, het woord hypocriet – dat staat er in het Grieks – is ook het woord voor toneelspeler. In de oudheid hadden toneelspelers een masker voor. Het masker van de rol die je speelt. Maar soms heb je zelf dus niet eens door dat je het masker voor hebt, speel je toneel zonder dat je het ziet. Ziende blind, noemt Jezus het elders. Overigens, daar heb je lang niet altijd een supervisor voor nodig. Een lief medemens, een vriend of vriendin die je een spiegel voorhoudt op een liefdevolle manier is genoeg. Of, anders, een broeder of zuster, een zus of een broer.
Jezus gebruikt dus het woord “broeder”. Je ziet wél de splinter in het oog van je broer. Adelfos, in het Grieks. Dat is het woord dat je in de familie gebruikt én in de kerk. Je broer. Eén van de mooiste dingen van kerk zijn – van bij Jezus horen – is dat hier alle mensen gelijk zijn. Rangen en standen vallen weg, alle maatstaven, alle meetlatten die in de samenleving gelden en waarmee je elkaar indeelt van groot-klein, laag-hoog vallen hier voor het oog van God weg. Bij Jezus is geen aanzien des persoons. De directeur is hier net zoveel waard als de schoonmaker, mannen en vrouwen: gelijk. Arm en rijk: gelijk. Blank-getint: gelijk. Nederlands paspoort-geen Nederlands paspoort, gelijk, je hebt een paspoort van het Koninkrijk van God hier. Maar dus ook: ieder van ons komt hier met je eigen levensverhaal. Met het mooie en het moeilijke. Wat we wél van elkaar weten én wat we niet van elkaar weten. En iedereen is welkom. Als je vraagt aan Jezus wie de belangrijkste is, zet Hij altijd de kleinste voorop. De vorige dienst hebben we daar uitgebreid bij stilgestaan. Als de leerlingen vragen wie is de belangrijkste in het Koninkrijk der hemelen, dan zet Jezus een peuter in het midden. Nou bedoelt Jezus dat ook écht zo, daarom is ieder kindermisbruik ook zo afschuwelijk. Maar tegelijkertijd staat de peuter ook symbool voor het kwetsbare kind in ons. Ieder van ons heeft in zijn of haar leven hoogtepunten, waar je groots bent. Maar ieder ook – en de één meer dan de ander – dieptepunten, kwetsuren. Je ziet Jezus tijdens zijn actieve leven, de drie jaren dat Hij rondtrekt telkens mensen opzoeken die kwetsbaar zijn. Mensen met lepra, mensen met verlies door de dood, mensen met ziekte, mensen die klemlopen in hun leven. Zo zegt Hij het ook: Ik ben gekomen vanuit God om het verlorene te zoeken én te redden. Als wij gemeente zijn, dan is het de bedoeling dat we naar elkaar leren kijken met de liefdevolle ogen van Christus waarmee Hij óns aankijkt. Niet oordelend, wel wetend wat er aan de hand is, de fouten verhelpend.
Nou moet je er wel mee uitkijken met wat voor jou kwetsbaar is. Ik denk dat velen van ons wel het nare gevoel kennen, dat je met iets voor jou kwetsbaars een tik op je vingers krijgt door de reactie van een ander…. Jezus noemt dat – klinkt niet heel aardig – dat je een parel, iets dat voor jou kostbaar is – aan een zwijn geeft. Als je veel oordeel voelt, vooroordeel – alle buitenlanders zijn gelukszoekers, alle mensen die gaan scheiden vechten niet voor hun relatie, iedereen die in de bak zit kun je nooit meer vertrouwen, je moet wel zwak zijn wil je een burnout krijgen, noem het maar op. Wees dan voorzichtig. Het is bijzonder om met de ogen van Jezus te leren kijken. Het helpt je kijken op een manier waarop je náást een ander komt te staan. Niet tegenover. Als het dan toch gaat over oordelen, het eindoordeel, dan vertelt Jezus in Mattheüs 25 daar een soort van gelijkenis over. En ook dáár komt het woord broeder/broer – zus mag uiteraard ook – terug. Het is het bekende stuk waarin Jezus zegt: ik was naakt, je hebt me kleren gegeven, ik was ziek, je zocht me op, ik was een vreemdeling/vluchteling en jij gaf me woonruimte, ik zat in de gevangenis en je zocht me op, ik had dorst en je gaf me water. Bijzonder, in al die voorbeelden is Jezus niet de helper, maar degene die kwetsbaar is, die hulp nodig heeft. En dan vragen mensen: wanneer hebben we U naakt, als vreemdeling, als zieke, als gevangene gezien? Wel, toen je een ander zag die in die situatie zat en je diegene hielp. De hulpzoeker was een broeder van mij en jij werd een broeder of zuster van die ander. Al die keren dat je met warmhartige ogen keek en je oordeel voor je hield…..
Dan begint Jezus over bidden. Alles wat je vraagt, zal je worden gegeven. Goede dingen, zo staat het er. Dit vraagt eigenlijk veel meer tijd, dan wat ik nu erover kan zeggen. Misschien wel een aparte dienst. Maar bidden is veel meer dan een wensenlijstje overleggen. Het is een weg van vriendschap met God, zoals je met je geliefde of een goede vriend of vriendin door het bos loopt en dingen met elkaar deelt. Het is je leven delen met God, in stilte, dingen uitspreken naar Hem en door de tijd heen ga je jezelf en je situatie vaak anders zien. Helderder, wordt het lichter in je hoofd en je hart. Het is
het verhaal van psalm 139, Heer, U kent me vaak beter dan ik mezelf ken. Kan ook niet anders, U hebt me in elkaar gezet, geschapen. Dat hebt U mooi gedaan, maar soms ook wel ingewikkeld. Soms snap ik mijn eigen gebruiksaanwijzing niet zo goed….. Help me om mezelf en de ander beter te verstaan, te begrijpen…….
En dan mondt het uit in die prachtige zin, waarmee Jezus samenvat waar het op aankomt bij de wet en de profeten. Een samenvatting van waar het in het koninkrijk van God om gaat. Zeg maar: de grondwet. Christus ziet ieder mens, ook jou, mij met liefdevolle ogen aan. Behandel daarom anderen zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat gaat verder van: wat jij niet wil dat jou geschiedt, doe dat ook de ander niet. Dat is al heel wat, als we dat niet doen: als ik niet wil dat ze mij uitschelden op internet of in het gewone leven, laat ik het dan ook niet naar een ander doen. Dat zou al geweldig zijn. Maar het gaat nog een stapje verder: als ik graag wil dat mensen mij begrijpen, mij goed behandelen, laat ik dan doen wat in mijn vermogen ligt om de ander zo ook te behandelen. Laat ik mijn medemens vragen of ik en wat ik voor hem kan betekenen. Zoals ik dat ook fijn vindt als hij of zij dat naar mij doet. Eigenlijk is dat dan “broer en zus zijn”. Of om die andere samenvatting van Jezus te gebruiken van kernwaarden in Zijn Koninkrijk: heb God lief boven alles en heb je naaste lief zoals je jezelf liefhebt. Het zijn eenvoudige zinnen waar je een leven lang je handen vol aan hebt en tegelijkertijd meer dan genoeg hebt om te leven. Amen.