Cadeau van GOD.
Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus,
Ik heb het nog nooit meegemaakt: dat iemand zich laat dopen op haar verjaardag. En ik vind het prachtig. Een mooi cadeau dat je jezelf geeft, jezelf laat geven voor je verjaardag. Waarom? Als het erop aankomt hierom: de doop is de bevestiging van God, wat ben Ik blij dat ik jou gemaakt heb, Ik hou van jou zielsveel, ook als je miskleunt. En wat er ook gebeurt, Ik zal je nooit laten vallen, niet tijdens je leven, niet als je er niet meer bent.
Bevestiging dus van “blij dat je er bent”. En dat is precies wat we vieren met je verjaardag. Blied’ daj d’r binn’n, vandaag 37 jaar precies. En dat Paul op deze dag viert dat hij als kind gedoopt is en dat Gods liefde voor Hem net zo gro
We lezen vandaag parallel met de Elzenhof, de basisschool het bijzondere verhaal van Jozua die met het volk Israël dwars door de Jordaan heentrekt, het beloofde land in. Een nieuw begin! En midden in de rivier komt de Ark te staan, het teken van Gods trouw, waardoor het volk het cadeau, het nieuwe land kan ontvangen. Nou is het één van de mooie dingen van mijn werk dat ik mag proberen de bijbel uit te leggen en dat ga ik vandaag dus ook proberen te doen. Dat is echt dankbaar werk, want mee door de diensten hier is Ellen tot geloof gekomen! Zeg dus niet dat deze diensten én ook uitleg van de bijbel saai zijn!
Ik doe dat aan de hand van drie namen en drie verhalen en die horen bij elkaar én bij de doop en het feest van deze dag. Van Ellen en Paul.
Het is het verhaal van Mozes (uit het water getrokken betekent zijn naam), die het volk Israël uit de slavernij begeleidt en door het water van de schelfzee heen moet, de ellende uit!
Het is het verhaal van Jozua, de opvolger van Mozes, die als het volk lang door de woestijn is getrokken, het cadeau krijgt van de nieuwe toekomst in, nieuwe hoop. Ook hij gaat door het water heen, maar nu van de Jordaan, de grensrivier, waar je doorheen moet als je het cadeau van het leven gaat ontvangen.
En het is het verhaal van Jozua 2, die zich in de Jordaan laat dopen, net als de ark van Jozua midden in de Jordaan staat en kopje ondergaat én weer bovenkomt. En die zo laat zien dat Gods trouw als cadeau er voor ieder mens is.
Voordat ik naar het eerste verhaal ga, eerst even iets over Jozua 2? Hoezo Jozua de tweede, Hij heet toch gewoon Jezus????
Nee en ja en ik wil jullie iets laten zien en ik hoop dat het verhaal van God en van de doop mooier wordt, omdat lijntjes samenkomen.
Jozua is Hebreeuws, de taal die de Joden lang spreken. De Heer verlost/redt betekent het!
Op een zeker moment wordt de Hebreeuwse bijbel vertaald in het Grieks. Dat komt omdat de Joodse mensen rond 200 voor Jezus niet alleen meer in Israël wonen maar van Noord-Afrika tot aan Italië en alles wat er tussenin ligt. En velen spreken en lezen geen Hebreeuws meer, maar wél Grieks. Dat komt omdat Grieks dan wordt wat Engels nu is. De taal die internationaal gesproken wordt. Dus willen alle Joden hun bijbel nog kunnen lezen, dan moet die in het Grieks worden vertaald. Dus ook de verhalen over Mozes en Jozua. En…, wat wordt Jozua in het Grieks?
Jèsous. En, jawel…, daar komt ons woord Jezus dus vandaan. Dat betekent dat als Jezus geboren wordt uit Maria en Jozef en zij Hem dus de naam Jozua geven. Alleen wordt dat in het Grieks “Jesous, bij ons dus Jezus. Maar ze hebben Hem dus gewoon Jozua genoemd. En dat maakt het dus zo mooi, er loopt een rechtstreekse lijn tussen Jozua die met de ark in de Jordaan staat én Jozua, Jezus, die later in de Jordaan zich laat dopen. Hou dat dus even vast. Nou die lijnen.
Eerst Mozes. Het volk Israël zit vast in Egypte. Eerst zijn ze daar naar toe gegaan als een soort laatste redmiddel. Er is honger in hun eigen land, in Egypte is er eten. Eigenlijk doen ze precies wat veel vluchtelingen doen. Ze zijn in levensgevaar, diep in de problemen en ze vluchten. Ze hebben mazzel. In Egypte is een Joodse jongen, Jozef en die is met een heel bijzonder levensverhaal waarin hij tot diep in de put en in de gevangenis heeft gezeten, opgeklommen tot onderkoning. Hij steunt zijn volksgenoten en de Joden zijn welkom. Maar ja, hoe gaat dat…., de Egyptenaren vinden dat er wel heel veel Joden zijn na verloop van tijd – waar horen we dat meer – en die Jozef, die onderkoning is al dood. De Egyptenaren zijn het zat, ze raken bang voor de Joden, dat die in de meerderheid komen. En ze nemen drastische maatregelen. De Joden moeten dwangarbeid verrichten én de jongetjes moeten worden gedood bij de geboorte. Het leven daar wordt steeds moeilijker en onmogelijker. Wat eerst dé oplossing lijkt, een geschenk uit de hemel, wordt een soort van hel.
Wij kunnen als mensen op veel verschillende manieren in de problemen komen. Omdat je ziek wordt, omdat je werkloos raakt, je relatie uitgaat, een geliefde sterft. Maar het kan dus ook door de politiek. Als de politiek maatregelen gaat nemen of weigert naar de belangen van mensen te kijken, dan krijgen Groningers heel lang geen gehoor, ouders heel lang hun toeslagen niet, asielzoekers geen bad of bed en boeren geen oplossing en mensen die aan het kanaal wonen geen schadevergoeding. Het wordt hier nog erger. Alle jongetjes onder de 2 worden gedood. En dan is er een ventje, dat door zijn moeder Jochebed en zijn zus Mirjam als een wanhoopspoging in een biezenmandje in de Nijl wordt gezet in de hoop dat een rijke Egyptische hem adopteert. Dat gebeurt ook nog! De dochter van de koning van Egypte vist het jongetje op uit het water en geeft het zijn naam. Mozes. Uit het water getrokken betekent het. Jullie horen het vast net als ik, dus óók al water! En de situatie lijkt hopeloos…, maar er komt tóch iets van een oplossing.
Ik sla hele delen van het leven van Mozes over en kom bij het moment, dat hij de leider wordt van het Joodse volk. Ze vluchten met toestemming van de koning van Egypte, maar dan bedenkt die zich en probeert hij ze terug te halen. Ze kunnen geen kant uit. Achter zich: de koning met z’n leger, links en rechts bergen en voor hen de zee, water. Alweer, water, als symbool van dat het soms wel heel zwaar kan worden en dat problemen zo hoog worden, dat ze je totaal overspoelen. En dan is er dus het bijzondere verhaal, daar dus ook, dat Mozes met zijn staf over het water wijst en het water wijkt. Dat er tóch een weg uit is, dat niet het kwaad, niet het onrecht, niet het geweld het wint, maar het goede, God, de liefde, het recht. Dit is een verhaal van hoop, van “en toch”. We zijn bestemd voor het geluk, de liefde.