Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus,Vandaag is een bijzonder feest. De meeste feesten vieren we omdat er in het verleden iets moois is gebeurd. Een verjaardag: we vieren dat je geboren bent en al een heel aantal jaren leeft. Bevrijdingsdag: we vieren volgend jaar dat we al 80 jaar vrede hebben in ons land. En laten we hopen dat we het nog lang mogen vieren, geen oorlog. In de kerk hebben we ook feesten van dingen die in het verleden zijn gebeurd en blijkbaar vinden we ze belangrijk genoeg om te blijven vieren. Geven ze ons nog steeds hoop, vreugde. Kerst, ruim 2000 jaar geleden komt de Zoon van God naar deze wereld. Als teken dat God ons niet vergeten is en nog steeds van ons houdt. Pasen, het verhaal dat we lezen. Iets minder dan 2000 jaar geleden staat Jezus op uit de dood, we hebben het gelezen. En blijkbaar vinden we het nog steeds belangrijk om te vieren. Het geeft ons hoop dat het kwaad het niet wint.Wat we nu doen is eigenlijk heel gewaagd. We vieren dat ooit Gods Rijk op deze wereld komt. Dat de dood er niet meer zal zijn. Dat we niet meer jaloers zijn op elkaar, dat er geen ziekte meer is, niet psychisch, niet lichamelijk. Dat we geen kwaad meer willen voor onszelf en de ander. In de bijbel heeft iemand – Jesaja – op een zeker moment het prachtige visioen, dat hij zegt “niemand weet nog wat oorlog is”. God, alles in allen, geen 666 vormen van donker meer, maar 777 vormen van licht.Het is gewaagd, dit feest, omdat we aan heel veel dingen voelen, weten dat het bij lange na niet zover is. Ik noem als voorbeeld – en het kan veel uitgebreider – Israël en Gaza en Libanon, Soedan, Rusland en Oekraïne, opwarming van de aarde, asielcrisis, polarisatie. Het heeft iets van wat als je het met het weer vergelijkt van aanhoudende herfstdagen. Veel regen, guur weer, soms een opklaring, dan weer nieuwe depressies. Je wordt er depressief van. En je vraagt je af: we vieren dit feest wel, maar gaat het ooit eigenlijk wel gebeuren?Het is ook gewaagd op een andere manier. Vandaag noemen we de namen van de mensen die in het afgelopen jaar zijn gestorven. Hun families zijn hier en hun levens zijn het afgelopen jaar allemaal op de één of andere manier ingrijpend veranderd. Nooit meer hetzelfde. We noemen hun namen en steken een kaars aan via de Paaskaars. Teken van Gods liefde die sterker is dan de dood en we zeggen dat hun leven niet is afgelopen, maar geborgen is bij God. In de wereld van het Licht van God, waar geen herfst meer is, geen depressie, maar zomer, licht, leven, vrede. Grote woorden….Ik ga wat over die grote woorden vertellen. Ik geloof er écht in. Met overtuiging. Al zou ik liegen dat het donker zó 666 vormen van donker heeft, dat het me niet soms ook aan het twijfelen brengt. Daarom is het óók goed dat er muziek is. Muziek is een cadeau van God. Muziek kan ons ánders raken dan een preek, dan gesproken woord. Het raakt ons hart, we moeten misschien wel huilen, maar dat huilen is ook een vorm van opluchting. Het lucht op en er komt iets van nieuwe kracht, nieuwe hoop in. Zingen, zo zei iemand lang geleden, is twee keer bidden. Nu naar de bijbel.Het gaat vandaag over bomen in bloei. Die bomen staan symbool voor deze wereld die paradijs wordt. Tuin van geluk. Met mensen die gelukkig zijn met God, met elkaar, die het raar vinden als je niet deelt wat je hebt en die niet weten wat oorlog is. Het zijn drie verhalen. Drie momenten in de tijd.Het eerste moment is het begin. Dat verhaal gaat over met welke bedoeling God de Heer dit alles heeft gemaakt. Ook dat is al een waagstuk, een diep vertrouwen. Als je de verhalen in het oude testament leest, de verhalen over God met het volk Israël, dan is het alsof je de krant leest, het nieuws ziet. Jaloezie, minderwaardigheid, elkaar het licht in de ogen niet gunnen, Kaïn die zijn broer Abel doodslaat. Volken die worden afgeslacht. Het vergt léf om te blijven zeggen: wácht even, alles wat je ziet, zo is het NIET bedoeld. In principe, in den beginne, in beginsel is deze wereld niet geschapen als een jungle, waar het recht van de sterkste geldt, waar de leeuw het lam opvreet. Maar het is geschapen als een veilige plek, een tuin waar het leven góed is. Er wordt verteld van hoe God de Heer van aarde, van klei een mens boetseert. In het Hebreeuws: van adamah een Adam maakt. Adam betekent “aardmensje”, klompje klei. Maar een zeer gewild klompje klei. Want de Heer blaast met zijn adem die mens leven in de neus. Eigenlijk betekent dat: er wordt liefde en leven in ons geblazen. Jij, jóu wil ik, jullie wil ik, allemaal, in allerlei soorten en maten, in allerlei kleuren, in eindeloze variatie.En ik wil je voor het geluk. Je mag gaan leven in een prachtige tuin met allemaal bomen. Geniet daarvan, ontvang het! De hartelijkheid en de royaliteit van God druipen er vanaf. De levensboom staat er als teken van de positieve liefdeswil van God. Ik moet altijd denken aan mijn tante Agaath, de beste vriendin van mijn moeder. Ze was samen met haar man heel rijk én heel hartelijk en royaal. Ze riep altijd “heerlijk” en dat was een uiting van haar geloof – heerlijk, ik hou van de Heer en ik geniet van het leven dat Hij geeft. Alles mocht in hun huis en omdat het zo hartelijk was ging je uiteraard zorgvuldig met haar spullen om. Zij genoot, als wij genoten. Toen mijn moeder 70 werd en we een weekend uit waren kwam ze en ze nam onze kinderen mee – ze was 80 – en ging met ze spelen, boompje verwisselen. Heerlijk vond ze het, leven, spelen met de bomen.We weten ook dat het verder is gegaan. Hoe er de klad in is gekomen. Hoe er 666 vormen van donker in deze wereld zijn. Laat me om te beginnen zeggen, dat ik het een vorm van geloof, van levenslust vind dat we ons daar niet door op de kop laten zitten en dat we als er wél iets te vieren is, dat je het viert. Pluk de goede vruchten! Doe je dat niet, dan wint het kwaad, wordt alles donker. Maar dat kwaad is er wel. En dat brengt me bij het tweede punt in de tijd. De trouw van de Schepper aan de schepping. Of, eenvoudiger gezegd: God kon het niet over zijn hart krijgen dat deze wereld, zijn wereld, zijn mensen kapot ging. Daarom al die profeten, daarom als hoogtepunt Jezus die komt. Ik denk dat komen naar mensen in nood het beste is wat je kunt doen. Het is uiting van “je gaat me écht aan mijn hart, jij bent de moeite van het opzoeken waard”. En dan dus niet wegrennen als het moeilijk wordt. Jezus zoekt bewust allerlei mensen op die in het donker leven. Die vruchteloos, zinloos lijken te leven, voor wie het donker is. Zacheüs, de vrouw bij de bron, die helemaal psychotische man bij het meer van Galilea. Lees alle verhalen. En ten diepste is er dan de confrontatie aan het einde van zijn leven met de macht van het donker zélf. Geef het een naam: door de war schopper – dat is de betekenis van het woord duivel – , stem die je het gevoel geeft niks te zijn – satan betekent “aanklager”, dat rotstemmetje dat altijd zegt dat het niet goed genoeg is – , vorst van de duisternis. Bedenk het. De levensboom, is óók dit beeld. Het kruis – bij het morgenlicht – , dor hout, dat symbool staat voor deze wereld die kapot lijkt te gaan. En dan is er het verhaal van Jezus en Maria in de tuin, in de hof. Jawel, opnieuw, de tuin en Jezus die de tuinman is en die het dorre hout verwijdert. En Maria die haar naam hoort noemen. De diepe betekenis van dat ze haar naam hoort noemen door God is dit: dat je ergens in je binnenste, het uwe, het jouwe, het mijne, nieuwe hoop krijgt, het vertrouwen dat God bij je is en dat het leven niet zinloos is. Dat daardoor er hoop, nieuw leven, vreugde om dit leven in je groeit. Leven door de dood heen.En dat brengt bij het derde punt. Het beeld van het nieuwe Jeruzalem. Het laatste bijbelboek sluit eigenlijk aan bij het eerste. Er is een ontwikkeling geweest in de geschiedenis van God met de mensen. Waarbij je in het begin niks van een stad, niks van bouw ziet, maar de mensen eigenlijk alleen maar in de natuur ziet leven, daar zie je aan het einde dat er cultuur is. Mensen zijn aan het werk geweest. Er is een stad, een nieuwe stad. Met daarin een park, met daarin een rivier die water en leven geeft. En aan weerskanten van de rivier een levensboom, die leven geeft, elke maand. Nooit houdt de bloei op, de vreugde, de genezing van de mensen.Het is wél een nieuwe stad. Dat moet ik uitleggen. Het Grieks heeft twee woorden voor nieuw. Nieuw als: een nieuwe fiets. Of nieuw als: een opgeknapte fiets die als nieuw is. Het is dát woordje, vernieuwd, hersteld. Het gaat over deze wereld, waaraan God trouw is, onze mensengeschiedenis met al die 666 domme dingen. Die mensengeschiedenis wordt vernieuwd. Wat we aan het begin uitspreken: onze hulp is de Naam van de Heer die hemel en aarde heeft gemaakt, die nóóit loslaat wat zijn hand begonnen is te doen. Dus ook niet déze wereld, ons mensen, wereldwijd.Dat is wat we wagen om vandaag te vieren. Iets dat er nog niet is. Het visioen, de hoop, de droom, wil ons stimuleren om de hoop niet op te geven. Om elkaar te troosten in het verdriet. Om met elkaar te vieren dat wat er is aan heerlijke vruchten in dit leven. En om positief in het leven te blijven staan: niet te denken, het wordt toch niet wat, laat allemaal maar. Maar om op jouw kleine plekje een mens te zijn die voor anderen wat schaduw is tegen de hitte, die wat vruchten geeft tegen de dorst. Daar gaat het lied over dat we nu gaan zingen. Leven als de bomen!