Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus,
Deze week kwam de 35+ kring samen. Ik had een stuk geschreven over “oordelen”. Oordeel niet opdat je niet geoordeeld wordt, uit de bergrede. We kregen er een heel open gesprek over en één van de dingen die iemand zei was dit: misschien was de waarde van het lezen van het stuk dat je schreef én dit gesprek wel dat dit me helpt om hier weer bewust over na te denken. En opnieuw probeer dit gedrag aan te pakken. Eigenlijk zeiden we: als je hier van tijd tot tijd niet op gewezen wordt op een goeie manier, dan verval je al heel gauw in oud gedrag. Schadelijk voor jezelf én voor je omgeving.
Het is altijd vrije keuze, of je naar de kerk gaat of niet, jezelf de gelegenheid wilt geven om anderen te ontmoeten en God en dingen te horen, die je misschien wel opnieuw aan het denken zetten of niet. En niet alleen aan het denken, maar ook je gedrag beïnvloeden. En misschien wel je stemming, je hoop, je ziel. Maar ik denk dat je jezelf iets goeds onthoudt, als je het niet doet. Je kunt ook heel best leven zonder dat je fruit eet. Maar mét is toch beter, misschien?
Vandaag lezen we visioenen van Jesaja. Ik ben 37 jaar dominee en ik heb ze minstens 37 keer gelezen. Waarom zou ik er niet mee stoppen? Waarom zouden we er met elkaar niet mee stoppen, dit te lezen? Of, anders, wat voor voedsel geven ze ons?
Het vreemde is dat ze eigenlijk vaak op twee momenten worden gelezen:
– Tijdens deze tijd, adventstijd. Advent betekent “komst” en dan denken we aan hoe het ooit begint, lang geleden met Jezus, als klein kind. Dat het toen ook al een heftige tijd is met heel veel spanningen. Romeinse onderdrukking, geweld. We denken eraan dat Hij in deze wereld komt uit liefde, omdat we het alleen als mensen gewoon niet redden. Er gaat teveel mis. Soms omdat dingen ons domweg overkomen, zoals ziekte. Vaak ook omdat we elkaar verschrikkelijke dingen aandoen. Oorlog, ruzie, vreemdgaan, nou ja, jullie weten het wel.
We denken er dan aan dat Jezus in díe wereld komt. De moeite neemt.
Wat is dat voor moeite? Ik denk dat het de vreugdevolle moeite van de liefde is. Ik heb vaak allerlei mensen om me heen – en soms ik zelf ook – heel veel moeite zien doen voor andere mensen. Langdurig trouw zijn aan je partner die eigenlijk niet meer thuis kan wonen. Of die heel vaak en eindeloos bezoeken in Clara. Een buurvrouw verzorgen, nou ja, jullie kennen die verhalen ook. Het dwingt respect af. Maar vraag je degene die die zorg geeft hoe ze het zelf ervaren, dan klinken er ook andere tonen. Tonen als “ik doe het graag, want dat doe je toch gewoon” of “ik kan niet anders, het is soms vreselijk zwaar, maar ik hou zo van hem of haar”. Tonen van liefde, trouw en vreugde. Waardoor het misschien ook wel moeite kost, maar omdat je het graag doet, het ook als vanzelf gaat. Nou, niet altijd natuurlijk. Soms bezwijken we er ook onder.
Als we zó handelen naar anderen, dan zit daar dezelfde gezindheid van God in Jezus in. De komst van Jezus naar deze wereld is niet een werkbezoek van koning Willem Alexander. Als een soort compliment, wij poetsen ons op, de koning komt kijken als compliment, maar het kost hem verder weinig. In dit geval, met kerst gaat het om Jezus die een veilige plek verlaat uit loyaliteit, trouw als Zoon van God aan ons mensen. Uit liefde, onvoorwaardelijke liefde. Heel het evangelie vertelt erover, dat Jezus niet het comfort zoekt, maar mensen in de shit. Om ze daarin nabij te zijn én te helpen. Komst, als het bij Advent dáárover gaat, dan is kómen – actief komen, bij iemand in het donker – het beste cadeau dat je kunt geven. Komen naar Clara, komen naar een gevangenis, naar een AZC, naar een ziekenhuis. Naar waar het leven moeizaam is. En daar, midden in de nacht, in het donker een lichtpuntje brengen. Een lichtpuntje zijn, waardoor er een lach komt op het gezicht van mensen. Vreugde, misschien wel door tranen heen, maar vreugde. Licht!
– Het tweede moment waarop we deze teksten vaak lezen is op de zondag die net achter ons ligt. De eeuwigheidszondag. Vorige keer, zo heel indrukwekkend opnieuw. Met lach en tranen, met hoop en verdriet, maar ten diepste hoop. Eigenlijk gaat het dan opnieuw over advent, over komst van Jezus, maar dan over wederkomst. Dat God alles in allen zal zijn. Dat niemand nog weet wat oorlog is. Dat de wolf naast het lam ligt. Dat wapens worden omgebouwd tot tuingereedschap. Wapens maken de wereld kapot, tuingereedschap maakt het heel. Dat ik niet langer oordeel, mensen en mezelf indeel in hokjes van goed/beter/minder. Dat ik geen wolf ben voor mezelf of voor een ander en dat een ander dat ook niet meer is voor mij. Een kind is ons geboren – lang geleden met kerst – en blijkbaar duurt het eeuwen en eeuwen voordat Hij definitief Koning wordt. De dood is al verslagen op Pasen, maar gaat ook nog rond als een brullende wolf. En de wolf vreet het lam nog steeds op over de hele wereld en de slang bijt het kind, als op zo’n school in Helmond kinderen worden misbruikt.
Wat is nu de zín om die visioenen opnieuw te lezen? Ik denk – sprekend voor mezelf en hopelijk ook voor jullie – dat we niet gewend raken aan de hardheid van de wereld, van de hardheid van de mensen, van hardheid die ook in jezelf kan gaan wonen. Van de eerlijkheid van die 35ers die zeiden: het is goed dat we hieraan herinnerd worden. Waar worden we dan aan herinnerd in deze visioenen? Aan de warmhartigheid van God en aan zijn onbaatzuchtigheid. Dat Hij wil kómen, ons de moeite waard vindt. En ons zó wil beïnvloeden, in ons wil wonen met zijn woorden, dat wij onszelf én de ander de moeite waard gaan vinden. Elkaar niet opgeven, afkeuren, veroordelen, afschrijven. Een wolf worden voor elkaar, een wolf. Maar het visioen van vrede als leidraad hebben.
Ik denk dat dat vandaag een belangrijk medicijn is. Een gezonde vrucht. Veel van de polarisatie is: je staat tegenover elkaar. Ik wil dat mijn standpunt er doorheen komt. Als jij dat in de weg staat, dan wil ik jou uit de weg hebben. Denk aan hoever dat gaat als je
met vuurwerk gaat gooien naar raadsleden. Als je elkaar op internet bedreigt met de dood. Of misschien wel niet op internet, maar gewoon, in het dagelijks leven. De Joodse filosofe, Hannah Arendt, die de WO 2 heeft overleefd heeft diep nagedacht over “waar begint het ergens, de barbarij, dat de tuin een jungle wordt”. Ze zegt dit:
De dood van menselijke empathie is een van de vroegste en meest sprekende tekenen van een cultuur die op het punt staat te vervallen in barbarij.
Dat je je niet meer wilt verplaatsen in het leed van een ander, wie die ander ook is…, daar gaat het ergens fout.
Daarom, denk ik, lieve mensen dat één van de reden waarom wat we hier doen en om WIE we hier samen zijn, zo van levensbelang is. Dat we deze visioenen en teksten horen, erop kauwen, ze doorslikken, en dat zo de empathie, de liefde van God, in ons blijft wonen. En we hier op onze eigen plek, mensen zijn die licht verspreiden, een warm hart hebben en houden, ook als om ons heen er heel veel kou en eigenbelang en polarisatie is. Dát is de zin. Amen