Overdenking ‘Baalderdienst’ 12 maart 2023

Overdenking ‘Baalderdienst’ 12 maart 2023

‘Zien en gezien worden’.

Lieve kinderen en grote mensen, allemaal mensen van God, 

Misschien zijn jullie wel eens in een grote stad geweest en heb je daar iemand in arme kleren zien zitten op de grond. Met een kartonnen doosje waar wat geld in zit. Dat is een bedelaar. En ik vind het altijd zielig en ook wat eng, als ik het zie. Ik probeer dan vaak maar een banaan of een krentenbol bij me te hebben. Dat geef ik liever dan geld. Maar een praatje, dat vind ik best spannend.  

Bij Jericho zit iedere morgen Bartimeüs. Hij is de zoon van Timeüs, want het woordje Bar betekent “zoon”. Dat moet dus heel wat zijn geweest voor de vader en moeder van Bartimeüs. Dat je kind niet goed kan zien. Dat is nu moeilijk maar in de tijd van de bijbel helemaal. De meeste mensen in Israël zijn arm als Jezus op aarde is. En het is fijn als je gezond bent, want dan kun je werken en geld verdienen. Maar als je dan een zoon krijgt die blind is, hoe moet dat dan? Hoe moet die zich later redden? Die kun je niet leren timmeren. Die kun je ook niet schapen leren hoeden, want hij ziet niet waar de schapen zijn en er zitten allemaal kuilen en hobbels in het land, dan val je de hele tijd. Eigenlijk blijft er niks anders over dan bedelen bij de stadspoort, bij de ingang van de stad waar iedereen langskomt. Zoals je dus in grote steden nog steeds soms mensen ziet zitten bedelen. Soms ook bij kerken. Dat vind ik dan wel bijzonder. 

Zo gaat dat dus iedere dag. Vrienden brengen Bartimeüs in de morgen naar de poort. Daar zit hij en in de avond halen ze hem weer op. Nou heeft Bartimeüs wél goede oren én hij heeft ook zijn mond leren gebruiken. Er zijn kinderen die het best moeilijk vinden om te zeggen wat je vindt. Je bent bang dat anderen je uitlachen. Soms ga je dan op kanjertraining en dat is alleen maar heel goed. Dat je leert dat je mag zeggen wat je denkt en voelt. Bartimeüs heeft het wel móeten leren. Hij hoort het als mensen langslopen en spreekt hen dan aan. Soms krijgt hij heel nare dingen naar zijn hoofd. Want de mensen willen niks geven, hebben geen tijd, vinden het maar lastig. En…., ik denk dat een heel aantal mensen een beetje hetzelfde hebben als ik “misschien vinden ze het ook wat eng…., zo’n bedelaar….” 

Het is heel gek. Let er maar eens op. Als je iemand tegenkomt, die in een rolstoel zit en iemand anders duwt de rolstoel, dan gaan heel veel mensen praten tegen degene die de rolstoel duwt. En niet tegen degene die erin zit. Net alsof wanneer je in een rolstoel zit, je niet kunt praten. Soms is dat natuurlijk zo, maar veel vaker is het alleen zo dat diegene niet kan lopen. Maar praten kan prima. Net zoals Klaas, mijn vriendje, zich prima redt. Op een dag gebeurt er iets in het leven van Bartimeüs. 

Hij heeft al veel gehoord, want zijn oren zijn prima, over Jezus van Nazareth. Bijzondere verhalen en al die verhalen gaan eigenlijk over één ding. Dat Jezus écht kijkt naar de mensen en hen heel serieus neemt. Niet dat Hij denkt:  o, daar zit een bedelaar…., zal wel een rare man zijn. O, daar zit iemand die doof is, nou ja, daar kun je toch niks mee beginnen. Of ook niet, dat Jezus een man in een boom ziet zitten, die heel rijk is, dat hij dan denkt “wat een vreemde snuiter…, daar loop ik maar gauw aan voorbij.. Nou, je weet wel dat Jezus dan Zacheüs wél ziet zitten en Hij hem uit de boom haalt. Dat gebeurt direct hierna, als Jezus Bartimeüs heeft geholpen.  

Nee, alle verhalen van Jezus, zo heeft Bartimeüs met zijn prima oren gehoord zeggen allemaal: Jezus heeft écht belangstelling voor de mensen. Daarom zullen ze Hem ook wel zoon van David noemen. David, die was heel lang geleden koning van Israël en die zorgde goed voor de mensen. Dat kwam omdat hij eerst schaapherder was geweest en daar heel goed had leren kijken naar de schapen. Wat is er met dat lammetje aan de hand? Waarom eet dat schaap zo slecht? Waarom doet die ram zo bokkig en boos? Goed kijken, met liefde! 

En Jezus kijkt niet alleen goed naar de mensen, Hij vraagt ook aan mensen “wat kan ik voor je doen?” En dan helpt Hij de mensen ook. Dus……. Bartimeüs hoort prima de stemmen steeds harder worden als Jezus in de buurt is en dan als Jezus door de poort loopt zet Bartimeüs het op een krijsen. Echt, keihard. Hij móet wel!!!! Hij begint echt keihard te schreeuwen. “Jezus, Zoon van David heb medelijden met mij”. De mensen schrikken er zo van, dat ze zeggen. Hé, stil jij, man doe eens rustig, wie denk je wel niet dat je bent, bedelaartje!”. Maar, dat is wel dapper, Bartimeüs schreeuwt nog harder! Jezus, Zoon van David heb medelijden met mij”. Blijkbaar heeft Jezus ook heel goede oren of kan het niet anders dat Hij het hoort, omdat Bartimeüs echt zo wat aan het krijsen is. Hij vraagt aan de mensen om de blinde bedelaar bij Hem te laten komen. Dat vind ik dan echt wel dapper van Jezus! Dat Hij het niet eng vindt. Of misschien vindt Hij het wel eng, maar dat Hij het toch doet. En dat Hij niet denkt: wat moet ik nou met jou, mannetje?  

Bartimeüs voelt dat Jezus hem ziet. Niet alleen met zijn ogen, maar met zijn hart. En Jezus stelt hem een vraag: wat wil je dat ik voor je doe? Dát is nog belangrijker. Net als bij Klaasje vroeger, in groep 1. Dat Klaas zei wat hij graag wilde waar we hem bij hielpen. Dat als je een som moeilijk vindt, dat je dan leert zeggen “juf, wil je me helpen”. En dat die ander dan niet zegt “wat ben je dom, of snap je dat nou nog niet, maar dat je gezien wordt. Dat doet Jezus. 

En dan zegt Bartimeüs: dat ik weer kan zien! En, dat weten we niet precies hoe Jezus dat doet, dat gebeurt dan. Ik weet dat ook niet precies. Maar Jezus was zó vol van God dat Hij dat kon. Dat niet alleen, Hij kón het niet alleen, maar Hij dééd het ook. Ieder mens aankijken, wat heb je nodig, hoe kan ik je helpen? Mensen zien! 

Wij moeten het anders doen. Wij kunnen niet zo’n wonder doen dat alles in één keer helemaal goed is. Heel soms gebeurt het nog wel eens, heel soms. Dat maak ik soms wel eens mee, dat is heel bijzonder. Maar niet vaak. Wat wij wél kunnen leren van Jezus is dat we heel goed kijken naar elkaar. Dat de juf in de klas goed kijkt: hé, Petra is de hele dag al zo stil…, wat is er met Petra aan de hand? Of Joep maakt de laatste tijd vaak ruzie, zou er thuis wat naars aan de hand zijn? En dan gaan helpen en vragen “kan ik je helpen”.  

Goed kijken, met liefde, met aandacht. Maar, laat ik het nou toch even hebben over mensen die niet zo goed kunnen zien. Joke Havers, wil jij alsjeblieft even gaan staan? Kijk, dit is Joke. En Joke die kon vroeger eerst wel zien en toen kreeg ze een nare ziekte – jeugdreuma – waardoor ze niet meer kon zien. Joke is blind geweest en weet je wat zo bijzonder is: ze heeft bij mijn vriendje Klaas op Bartimeüs in de klas gezeten en daar bijv. braille geleerd. Maar toen is er iets bijzonders gebeurd, er was een heel knappe dokter en die heeft Joke’s ene oog beter gemaakt. Daardoor kan je toch weer zien. Niet heel goed, in het donker is het spannend en hier in de kerk heb je dan een i-pad nodig, maar het is haast een levend wonder. Joke is God heel dankbaar voor de handen van de dokter.  

En hier ben ik bij Evelien en Evelien kan heel weinig zien. Dat komt door een ziekte die in de familie zit. Maar nou is het zo bijzonder dat Senna de hond haar helpt. Dat is zó gaaf. En zo kan Evelien samen met haar man Ronald hier in de wijk wonen en hebben jullie drie kinderen op de Elzenhof gezeten. En Evelien, die is God heel dankbaar dat Hij honden heeft gemaakt en dat mensen zo knap zijn om honden mensen te laten helpen. En Evelien kan ook lezen met braille en we hebben het samen gehad deze week over keizer Vespasianus, want dat soort luisterboeken luistert Evelien. 

Zo zie je dat we als mensen het voor elkaar hebben gekregen om heel goed naar elkaar te kijken en te kijken: hoe kan ik je helpen? Elkaar zien en door elkaar gezien worden. En dat leren we van Jezus, de Zoon van David, die dat deed bij Bartimeüs en daar gaan we nu een prachtig lied over zingen.