Tanks worden tourincars
Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus,
Een tijd geleden sprak ik met iemand die niet uit onze wijk komt. Ik zal het verhaal enigszins veranderen om elke vorm van herkenning te vermijden. Diegene kwam met deze vraag “jullie praten in de kerk weinig meer over het oordeel van God als mensen komen te overlijden. Ik heb daar moeite mee, dat jullie niet doen. In mijn jeugd ben ik door een familielid stelselmatig mishandeld. De familie wist het, maar ze grepen niet in, geloofden me ook niet echt. Bij de begrafenis van degene die mij mishandeld heeft ben ik niet geweest, ik kon het niet. Ik hoorde dat op de begrafenis alleen maar positieve dingen zijn gezegd. Ik kan dat niet verkroppen. Wordt diegene dan niet bestraft, ook niet door God? En ik dan???? Komt God niet voor me op?
Ik vertel het verhaal bewust. Ik denk dat het bij een aantal onder ons ook reacties oproept. Misschien omdat jou iets is aangedaan, wat nooit is uitgesproken, toegegeven, waar nooit spijt betuigd is. Misschien omdat jezelf iets hebt gedaan dat je ver weg hebt gestopt. Ik vond het een zeer zinvolle vraag, want het leven is prachtig. Er wordt heel veel goeds gedaan, veel liefde gegeven, verhoudingen hersteld. Maar het leven is ook afschuwelijk. Er wórdt onrecht gedaan, mishandeld, gekwetst. En lang niet altijd wordt er recht gesproken, recht gedaan. Dan moet je daar mee zien te leven, hoe ingewikkeld ook. En dat is soms heel moeilijk. Voor degene met wie ik in gesprek was ook.
In het stuk van Jesaja gaat het over volkeren die samen in Jeruzalem de vrede zullen leren. Zwaarden en tanks die worden omgesmeed tot landbouwwerktuigen, tot een attractiepark met zweefmolens, glijbanen. Waar je met elkaar speelt en plezier hebt. Als je dat nu hardop leest en de beelden uit Israël en de Gazastrook ziet. Het is zó ingewikkeld en de spiraal van geweld is zó moeilijk te doorbreken. Het ene volk – Israël – is zwaar getraumatiseerd. Door eeuwen van antisemitisme, door de shoah in 1940-1945. En dan hébben ze eindelijk weer een plek sinds 1948 ín Israël, het land waar hun heel oude wortels liggen en dan is er een ander volk dat er woont, de Palestijnen. En sinds 1948 woont een groot deel van de Palestijnen in vluchtelingenkampen en hebben de Israëliërs de macht. Dan heb je twee getraumatiseerde volkeren die allebei hun wonden en hun angsten hebben. En van daaruit handelen, uit angst en pijn en “dit nooit weer” om zich heen slaan. Maar daardoor stopt het nooit….. Net zoals je in het klein bij mensen ziet dat iemand die zélf nare dingen heeft meegemaakt in zijn jeugd dat later botviert op z’n kinderen. Het zit zó complex in elkaar……
Terug nu naar die vraag. Als je sterft, oordeelt God dan ook? Worden er dingen rechtgezet? En hoe ver gaat die vergeving dan? Wordt alles vergeven? Komt iedereen bij God? Ik zou mezelf overschreeuwen als ik jullie ga zeggen hoe het precies zit. God is de rechter, niet ik. Dat is maar heel goed, dat Hij het is, niet ik. En ik moet dus ook niet op zijn stoel aan zitten. Maar ik kan wel proberen om te zeggen wie God is, wie de Rechter is, die op de stoel zit. Dat maakt veel uit, nl. wie er op de stoel zit. Ik ben er vroeger vaak uitgestuurd op de middelbare school. De leraren vonden mijn mond vaak groot…. Dan moest je naar de conrector en daar waren er 5 van. De ene was er altijd op uit je vooral te straffen. Dan probeerde je het verhaaltje altijd zo mooi mogelijk te maken. De ander had meer humor, meer begrip. Dat hielp om eerlijk te zijn, om écht te vertellen wat er was gebeurd. En ook om dan – in een aantal gevallen – de straf te ondergaan.
Wat mij helpt en wat ik jullie wil zeggen is dit: Jezus zit op de rechterstoel. Hij is de rechter. De conrector. Wat betekent dat, dat Híj er zit? In de bijbel wordt een direct verband gelegd tussen Jezus die sterft en opstaat uit de dood én die de Rechter is. Dat is dezelfde. Dat is bijzonder. Want als Jezus sterft, dan is Hij niet de rechter, maar de veroordeelde. Pilatus is de rechter en die veroordeelt een onschuldige – want dat is Jezus – tot de dood. Net zoals eigenlijk alle mensen – behalve de vrouwen rond Jezus, laten we dat ook gewoon hardop zeggen – een kwalijke rol spelen. Judas, zijn vriend, verraadt Hem, Petrus, zijn vriend, verloochent Hem, andere leerlingen vluchten weg, de kerk – let op, de kerk, schriftgeleerden, hogepriesters, Farizeeërs !!!!! Wij!!!!! – geloven niet dat God is zoals Jezus zegt; soldaten voeren hun bevelen uit zonder na te denken en doden Hem. En het volk, je zou het populisme kunnen noemen, schreeuwt een aantal leuzen en Jezus wordt afgebrand. Zeg maar: allerlei rotte kanten van ons mensen komen naar boven, naar buiten en Jezus wordt het onschuldige slachtoffer. In de bijbel wordt dan regelmatig gezegd “de straf die op ons is kwam op Hem neer”. Wij doen de rottigheid, Hij krijgt de klappen.
En dan is het bijzondere, dat waar Jezus als de veroordeelde aan het kruis hangt, Hij dán al een soort van Rechter wordt als Hij dit zegt: “Vader, vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen”. Dus Hij komt niet terecht naar ons in een spiraal van “jullie geven mij de klappen, je krijgt ze terug, jullie hebben mij getraumatiseerd, wonden aangebracht, Vader vervloek ze……” Heb je vijanden lief, zegt Hij in de bergrede. En Hij brengt het zelf in de praktijk. En als Hij opstaat uit de dood, wordt opgewekt uit de dood, dat Hij met Petrus in gesprek gaat, waarbij de rottigheid – dat wat Petrus ontzettend dwars zit, want hij schaamt zich de ogen uit de kop – én wordt benoemd én wordt vergeven. Dan is Hij dezelfde. En die Jezus is dus de Rechter. Dezelfde! Met dezelfde houding, hetzelfde hart.
Dát verhaal, dat vertelt véél. Dat God, dat Jezus ons leven dus écht serieus neemt én met op de één of andere manier zo’n bijzondere manier van liefde, begrip, oordeel, dat wat je góed deed op deze wereld wordt gezien én wat je – wat we – kwaad deden (het kaf en het koren in ons) allebei aan de orde komt. Hoe dan? Dat weet ik uiteraard ook niet precies. Ik ben niet de rechter.
Laat ik proberen het te benaderen langs twee manieren. Het eerste is dit. Eén van de meest indrukwekkende gebeurtenissen, die ik in mijn leven tussen volkeren heb gezien is wat er gebeurde ná de apartheid in Zuid-Afrika. Niet zwarten die wraak namen op blanken. De ene getraumatiseerde die eindelijk afrekende met een dader. Waardoor er een spiraal ontstaat van wraak op wraak. Nelson Mandela als president, die Frederik de Klerk als vice-president naast zich wil. Geen wraak neemt en de Klerk in de gevangenis stopt waar hij zelf 38 jaar lang zat. En bisschop Tutu – voor mij een enorm inspirerend voorbeeld van wat geloven, wat kerk kan zijn – die vanuit de regering voorzitter wordt van de groep “waarheid en verzoening”. Waar slachtoffers aan daders vertellen wat ze hebben ondergaan. Hartverscheurende verhalen. Waar daders het aanhoren en spijt betuigen. Er zijn beelden waar Tutu helemaal stuk is van het vreselijke dat boven tafel komt. Maar ze gingen er wel dwars doorheen en er werd gehuild, boosheid én zó ontstond er verzoening. Konden beiden verder, slachtoffer én dader. Waarheid boven tafel, waarheid maakt vrij.
Dat is in de lijn van Christus als rechter. Als het visioen van het nieuwe Jeruzalem waarin mensen in vrede met elkaar waar wordt, dan kán het niet zijn dat onrecht niet benoemd wordt, dat mensen die het deden niet tot inzicht komen, dat de slachtoffers recht wordt gedaan. Overigens, laten we ook dát niet simplificeren. De meesten van ons hebben meer kanten. Er zal mij wat zijn aangedaan, dat kan ik bedenken. Maar ik heb anderen ook wat aangedaan. Sommige dingen kan ik me heel goed herinneren, andere heb ik misschien wel onbewust gedaan. Of, als je het naar de situatie van Israël en de Palestijnen vertaalt: als jezelf zo geraakt en gekwetst bent omdat je je familie hebt verloren en omgekeerd dan familie van de andere kant ook weer vermoordt….. Dan ben je dader en slachtoffer…. Dat is zo’n ingewikkelde spiraal van verdriet, angst, boosheid en geweld…. Alleen al daarom ben ik blij dat ik de rechter niet ben. Het is te groot, te veel, te moeilijk.
Dat brengt me op de tweede manier. In mijn werk kom ik het van tijd tot tijd tegen – ook dus onder jullie – dat mensen een bijna-dood-ervaring hebben. Naarmate ik dat vaker hoorde, ben ik het steeds serieuzer gaan nemen. Het voert te ver om dat nu uit te leggen, maar het lijkt erop dat ze om het hoekje van de dood hebben kunnen kijken, voorbij de dood. En vaak zien mensen dan een onvoorstelbaar helder én veilig Licht. Beetje zoals wat er in de bijbel staat wat Petrus en Johannes en Jacobus meemaken als ze Elia, Mozes én Jezus op de berg zien. Beetje als in het lied van Huub Oosterhuis, zo vriendelijk en veilig als het licht, zo is mijn God. Tegelijk vertellen mensen dan ook dat ze ín de veiligheid van dat licht hun leven aan zich voorbij zien trekken. En dan voor een deel dóór de ogen van degenen wie ze kwaad hebben gedaan. Dat dat héél dubbel is: enerzijds willen ze niet meer terug, zo fijn is het er en anderzijds is het ook de meest heftige confrontatie met wat er gebeurde. Zo vertelde iemand die in Indië had gediend dat hij de mensen die hij had gedood allemaal voorbij zag komen. Tot zijn schaamte. Maar omdat het óók in dat licht was…., louterde het ook.
In die verhalen zit dat dubbele. Zowel het verhaal van Zuid-Afrika als de bijna-doodervaring. Van waarheid én verzoening. En ergens illustreren die precies wat kern is van Jezus als Rechter.
Diep in de bijbel – en ik hoop mee – zit de hoop, dat de liefde van God sterker is dan alle haat. Dat Rechter Jezus – de veroordeelde aan het Kruis, de Opgestane op de Paaszondag die “vrede voor jullie “ zegt – de overwinnaar is. Dat Zijn houding uiteindelijk leidt tot alle knie die zich buigt en elke tong “déze is Heer”.
En tot die tijd moeten we heel goed luisteren naar de pijn van elkaar en die erkennen. En proberen te helpen helen van wonden. En mensen in gesprek te brengen met elkaar. En soms dus ook te troosten, veel te troosten als leed niet meer rechtgezet kan worden. Als praten niet kan. Terug naar het begin, naar de vraag van degene die kwam. Ja, ik denk – wat belangrijker is, de bijbel vertelt – dat er na ons leven dingen worden rechtgezet. En hoe dat precies zal zijn, dat weet ik niet. Ik heb wel een heel diep vertrouwen in de Rechter. Jezus. En dat het daarom, God weet hoe, goed komt. Het visioen van Jesaja 2. Amen.