Op weg naar Pasen: het feest van het Licht dat door de duisternis niet wordt kleingekregen!Inleiding: het zijn zeven weken op weg naar het Paasfeest. Johannes – die verhalen over Jezus opschrijft – zegt in één van zijn eerste zinnen: het Licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet kleingekregen. Dát is Pasen in een notendopje. Het gaat over dat dit leven op talloze manieren “donker” is – 50 tinten zwart en misschien wel meer – én dat het de levenskunst is om met inspiratie van God je daardoor niet klein te laten krijgen.Iedere week schrijf ik een verhaal over “Licht en donker” aan de hand van de zeven woorden die Jezus aan het kruis – als het superdonker is en Hij vreselijk pijn heeft – spreekt.
Aflevering 5: “Vader, in uw handen leg ik mijn leven…..” Lucas 23:46Veel mensen hebben een soort van ritueel voordat ze gaan slapen. Ik denk dat heel veel mensen van christelijke afkomst zijn gaan slapen met “Ik ga slapen, ik ben moe, sluit mijn beide oogjes toe, Here houdt ook deze nacht, over mij getrouw de wacht”
Joodse mensen hebben zo’n avondgebed ook. Al vanaf hun kindertijd bidden ze het. En in dat gebedje voor het slapen gaan, staat de zin die Jezus op de lippen neemt als Hij sterft. Het is het ultieme jezelf uit handen geven, jezelf overgeven. Aan wat? Aan wie?
Slapen is iets vreemds. Je bent er wel, je leeft, maar je bent er even niet bewust bij. Je lichaam vraagt om slaap, maar tegelijk kun je zo vol van zorgen, angsten of soms ook adrenaline om iets heel moois dat er is gebeurd zitten, dat je de slaap niet kunt vatten. Is de wereld om je heen veilig genoeg om je over te geven aan de slaap? “Mamma, mag het licht aan op de gang en ligt er geen krokodil onder mijn bed?” Dat is het in het klein. En in het groot is het “komt het wel goed met de gezondheid van mijn moeder, met onze relatie, met de oorlog in de wereld, met het klimaat, met mijn boerenbedrijf?
”Narcose is ook zoiets. Dat is per definitie verbonden met iets van spanning, want je gaat onder narcose omdat er iets van een medische ingreep moet plaatsvinden. Van een kleine – de blindedarm of iets dergelijks – tot de grote van een grote operatie vanwege een tumor of iets dergelijks? Word ik weer wakker? Hoe word ik wakker, zal alles gelukt zijn? Je geeft jezelf over aan de handen van de dokters en – als je hulp zoekt bij God – óók aan God. Here houdt ook deze operatie, over mij getrouw de wacht…..
De ultieme overgave is die als je dit leven verlaat en weet dat je aan deze kant van het leven niet meer wakker wordt. Je verlaat de wereld, je verlaat je geliefden, met alles wat je deed aan moois en donkers en je kunt niets meer opnieuw doen of verbeteren. Dat dít je leven was en dat jij zó geleefd hebt en dat het nú voorbij is. Veel mensen merken hun levenseinde niet, omdat het in één moment voorbij is. Anderen wél en Jezus maakt dat als mens – omdat Hij bij ons wil zijn in álles van het leven – óók mee. Voor Hem alleen geen rustige dood als 80 jarige, maar een uiterst pijnlijke dood zonder pijnstilling en met veel geweld en geschreeuw om Hem heen. Plus een paar van zijn geliefden die machteloos staan te kijken hoe hun geliefde zoon, vriend, leraar gruwelijk pijn heeft en sterft. En Jezus? Hij grijpt terug op het kindergebedje en het vertrouwen dat erin schuilt.
Vader – voor Hem het meest intieme woord dat Hij kent, als in “mag het licht aan op de gang en U bent toch beneden, als ik boven op mijn kamertje ga slapen en U houdt toch de wacht….” – in Uw handen leg ik mijn leven. Jezus ziet het als zijn van zijn Vader gegeven missie om licht te brengen daar waar donker is in dit leven. Daarom zoekt Hij Zacheüs op die stinkend rijk en diepongelukkig en stik alleen is. Daarom gaat Hij naar die verwarde man, die zo psychotisch is als het maar kan en iedereen vindt die man dóódeng. Maar Jezus ziet die man aan met de ogen van de Vader, die ook die man geschapen is. En er komt rust in het leven van die man. Ga zo maar door. En de ultieme angst van ons mensen is het donker van de dood, dat het licht uit gaat op de gang, dat het licht voor altijd uitgaat en je verdwijnt in een donkere tunnel, in een donker graf of in een oven. Je kunt niets meer veranderen aan je leven, je moet je geliefden achterlaten…. En Jezus gaat diezelfde weg – op heel pijnlijke en angstige wijze, niet met lieve mensen om Hem heen die Hem verzorgen, maar die Hem pijn doen en uitlachen – in het vertrouwen van het kindergebedje. Het ultieme vertrouwen op de Schepper en dat die niet loslaat wat Hij begonnen is te doen.
Dít vertrouwen, dat Jezus heeft én dat er van Hem wordt verteld dat Hij is verschenen als de Levende ná zijn dood is voor tallozen een groot houvast voor als je sterft. Sterven is niet verdwijnen in een leeg, donker gat, waar geen licht is op de gang, maar jezelf laten vallen in de handen van de Levende God, de Schepper.
Bij het sterfbed vertel ik – als het te pas komt en dat komt het geregeld! – dit verhaal: er komt een man bij de dokter in de spreekkamer. De dokter begroet de man en kijkt ernstig en zegt: “ik heb u niet zo’n mooi bericht te vertellen. U bent heel ernstig ziek en u hebt niet lang meer te leven.” De man schrikt en antwoordt: “dokter wat gaat er dan met me gebeuren?” De dokter begint dan met uit te leggen hoe de ziekte waarschijnlijk gaat verlopen, maar de man onderbreekt hem: “dat bedoel ik niet, dokter, wat gebeurt er als ik sterf?” De dokter zegt: “dat weet ik niet, dat moet u maar aan de dominee vragen, die heeft daarvoor geleerd”. “Dat vind ik flauw, dokter, u bent een gelovige man, wat denkt u dat er gebeurt?”, zegt de man. De dokter denkt even na, loopt dan naar de deur van zijn spreekkamer die leidt naar zijn privéruimte en roept zijn hond. De hond komt kwispelend binnen en legt zo vol vertrouwen zijn kop tegen het been van de dokter aan en die aait zijn hond.
“Kijk,”, zegt de dokter, “mijn hond is nog nooit in mijn spreekkamer geweest. Medisch hygiënisch is dat ook onverantwoord. Dus mijn hond ging naar een voor hem totaal onbekende plek en hij kwam al kwispelend en vol vertrouwen binnen. Dat komt omdat hij mijn stem kent en me door en door vertrouwt. Zoiets is het ook met sterven. Je gaat naar een onbekende plek maar je hebt je leven lang al de stem van de meester leren vertrouwen.” “Dank u wel, zei de man, “nu zakt mijn angst”.