Op weg naar pasen 2022, 9 maart

Op weg naar pasen 2022, 9 maart

 Over je afgewezen voelen en de boom van kennis van goed en kwaad.

Een tijd geleden kreeg ik van een gemeentelid deze bijzondere kei. Hij is beschilderd door de in Baalder wonende kunstenaar Andrej Andruchov. Het is een lijdende Christus die je intens verdrietig én liefdevol aankijkt. Ik kijk er regelmatig naar en laat het beeld dan binnendringen. Aan de hand van deze “kei van een Christus” én aan de hand van een aantal bijbelgedeelten wil ik de komende woensdagen tot aan Pasen wat gedachten met jullie delen over Pasen en ons en het leven. Deze tweede keer op 9 maart gaat het over Genesis 2, over je afgewezen voelen en de boom van kennis van goed en kwaad.

Wat me enorm treft bij het kleine schilderij van Andrej Andruchov is dat Christus ons én intens triest én intens liefdevol aankijkt. Samen met die doornenkroon op zijn hoofd straalt het beeld ook één en al afwijzing uit. Christus die afgewezen wordt en is. Ze wíllen, jullie willen me niet….

Afwijzing en de angst daarvoor zit denk ik diep in ons allemaal. Het gevoel dat anderen je niet goed genoeg vinden. Dat je niet mooi genoeg bent, niet slim genoeg bent. Het kind dat niet mag meespelen op het schoolplein. Je geliefde die je dumpt. Dat je niet voldoet aan de regeltjes van een clubje waar je graag bij wilt horen. En, omgekeerd, als je er dan wél bij hoort, dat ze je dan niet alsnog afwijzen. Of jijzelf die anderen afwijst…. Want dat is de waarheid natuurlijk ook over ons, in elk geval over mij. Dat je dat zelf regelmatig bij anderen ook doet.

Wij hebben talloze clubjes en al die clubjes hebben hun eigen manieren en regels waaraan je moet voldoen. Of het nou kerkelijke clubjes, voetbalclubjes of wat ook is. En als je daar niet aan voldoet…, dan lig je eruit. Dat gaat heel ver. Ons zit de oorlog in de Oekraïne hoog. Als mensen vluchten, moeten vluchten, dan denk je: dan zal toch iedereen worden geholpen en zullen er geen mensen buiten de boot vallen. Eén van de akelige berichten is dat zwarte mensen die in Oekraïne woonden én wilden vluchten – het ging om een groep Nigerianen – niet in de trein mochten en witte mensen wel….

Wat heeft dat nou met Genesis 2 en de boom van kennis van goed en kwaad te maken? Of, anders, wat vertelt Genesis 2 over de bedoeling van God met ons mensen? Ik ga eerst kort het verhaal door. En dan wordt al veel duidelijk.  Het begint heel kwetsbaar: God schept een mens – Adam is daar het Hebreeuwse woordje voor – uit grond, klei. In het Hebreeuws is dat het woordje “adamah”. Een aardemensje dus. Dat zegt direct hoe kwetsbaar een mensenleven is. Ieder die wel eens bij de geboorte van een kind is geweest kent de verwondering over die eerste ademteug, dat eerste huiltje. Ieder die wel eens bij het sterven van iemand is geweest en dan ziet wat er van een mens overblijft als de adem eruit is…. We zijn zó kwetsbaar. Biologisch. Zo ben je er, zo ben je er niet. Maar psychologisch ook: we zijn zo kwetsbaar, snel te raken.

God schept een mens, kwetsbaar, van aarde. En dan doet Hij iets heel liefdevols: Hij blaast de mensen adem in de neus. Het heeft iets van een liefdevolle kus. Ik wil écht dat jíj er bent. Van jóu hou ik. Dat is voor jou genoeg. Het heeft ook iets van een reanimatie. We kunnen alleen leven, het leven is een mysterie, als het door God geschonken is. Daar zit direct de zin van het leven in: het is een heel hartelijk geschonken cadeau. De liefde van God is het fundament onder het leven van dit kwetsbare wezentje. Wie het heeft, is geaccepteerd door God en je hoeft niet bang te zijn dat Hij je afwijst. Geen angst dus!

Dan gaat het verhaal verder. God zet die mens in een prachtige tuin met allemaal bomen. Zeg maar de hartelijkheid en het welkom zijn worden alleen maar verdiept. De mens mag van alle bomen eten, tast toe, wees welkom! Er zijn twee bijzondere bomen: de boom van het leven en de boom van kennis van goed en kwaad. Eet van die laatste boom niet, want dan ga je sterven, dan word je bang, dan gaat het mis.

Dan gaat die mens mooi aan het leven en God geeft er nog dieren bij ook. Uiteindelijk maakt God voor de mens een vrouw en dan is het geluk compleet. Dan staat er iets bijzonders: die twee waren naakt, ze schaamden zich niet voor elkaar. Kijk, dat naakt mag je figuurlijk nemen en letterlijk. Hoeveel mensen zijn er niet bang om op het strand uit de kleren te gaan. Vind ik mezelf wel mooi genoeg? Wat vinden anderen van mij? Figuurlijk is het ook: als ik nou echt vertel wat ik denk, wat ik voel, zullen ze me dan niet stom vinden?

Maar nee…., die angst is er niet. En het heeft te maken met wat er aan het begin is gebeurd: mensen weten zich – zo kwetsbaar aardmensje als ze zijn – geliefd en gewild door hun Schepper en als die van hen houdt, waarom zou je dan onzeker zijn?

En dan krijg je de slang. En die zegt: God heeft zeker wel tegen jullie gezegd dat jullie van geen enkele boom mogen eten….. Het maakt soms zo verhipte veel uit hoe er over iemand wordt gesproken. Denk jij dat je iemand helemaal kunt vertrouwen en dan gaat iemand in je omgeving opeens negatieve verhalen vertellen over diegene. En dan wordt er tóch een bresje geslagen in je vertrouwen… Je gaat toch twijfelen. Zou diegene écht wel zo aardig, lief, betrouwbaar zijn?

Dat gebeurt hier ook. De slang slaat een bresje in het vertrouwen dat de vrouw over God heeft.  Welnee, zegt de vrouw, God heeft helemaal niet gezegd dat we van geen enkele boom mogen eten, God is juist goed. We mogen van alle bomen eten behalve die van de kennis van goed en kwaad. Daar mogen we niet van eten én die niet aanraken, want dan loopt het verkeerd af, dan sterven we, lopen we dood. Ik weet niet of het je is opgevallen, maar dat heeft God niet zo gezegd. Je mag van alle bomen eten, ééntje mag je niet van eten – die van kennis van goed en kwaad – maar die mag je bést aanraken. Ergens is er dus iets gebeurd in het vertrouwen van die mens naar God. God vertrouwen…, jawel, maar je moet ook met Hem uitkijken. Niet eten én niet aanraken die boom…..

Welnee, zegt de slang. Als je eet van die vrucht zullen je ogen juist open gaan en zul je goed en kwaad leren zien…. Dan pas word je wijs. Ben je als god! Ergens wordt er een wig gedreven tussen het pure en onbevangen vertrouwen in God én de drang om goed en kwaad te zien. En wat gebeurt er? De hap wordt genomen, ze zien goed en kwaad. En in de praktijk betekent dat direct: angst, onzekerheid. Ben ik wel goed genoeg? Het is niet meer leven uit het onbevangen vertrouwen dat God je heeft gemaakt en van je houdt in al je kwetsbaarheid. Het is kijken naar jezelf en de ander: wat vind ik goed aan mezelf, aan de ander, wat wijs ik af, wat accepteer ik, waar schaam ik me voor. En dat is dan ook direct wat er gebeurt in het verhaal: hun ogen gingen open, ze merkten dat ze naakt waren, ze gingen zich schamen en probeerden dat wat ze niet mooi vonden aan zichzelf te bedekken met vijgenbladeren. En vanaf dat moment is het een kijken naar jezelf, naar de ander: wat kan hij beter, wat ik minder, waarin is zij mooier, beter, waarin ik? Het is het begin van jaloezie, onzekerheid, concurrentie. Het is een soort van logica dat het uitmondt in het volgende hoofdstuk tussen Kaïn die jaloers wordt op zijn kwetsbare broer Abel. Hij slaat hem dood. Kwetsbare broer… Abel betekent “neveltje”, bijna niksje…. Een aardmensje. Het ene aardmensje dat het andere aardmensje doodslaat. Zwart-wit, man-vrouw, rijk-arm…, bedenk het, al die tegenstellingen.

En dan is er eeuwen later in de tijd Jezus. Zeg maar de Zoon van de hoge God die kwetsbare mensen maakt van aardbodem en van ze houdt. En die Zoon wordt zelf kwetsbaar mens. Je kunt van Hem houden én Hem afwijzen. Eén van de redenen waarom mensen van Hem houden is omdat ze bij Hem merken dat Hij niet gekomen is om te oordelen, veroordelen, in te delen in groepjes. Als mensen vastgelopen zijn, blijft Hij van ze houden en helpt ze weer om op een gezonde manier mee te doen in het leven. Zo laat Hij eigenlijk dus de oorspronkelijke bedoeling van God zien: mensen zijn kwetsbaar, geliefd. Tegelijk is juist die houding ook de reden voor veel – akelig genoeg kerkelijke mensen, de kerkleiding in die dagen – reden om Hem af te wijzen. Zij delen liever in in goed en kwaad, goede en slechte mensen en zorgen wel dat ze dan aan de goede kant staan met hun regeltjes. Het niet oordelen, maar het liefhebben komt Jezus duur te staan: Hij wordt afgewezen, gedood. En het bijzondere is…, dat Hij in dat geheel blijft liefhebben. Je ziet dat terug aan die blik in zijn ogen. Je leest het terug in de bijbelverhalen.

Ik leg voor vandaag een laatste lijntje. Op de Paasavond komt Jezus bij zijn vrienden. Het is voor het eerst dat ze Hem weer zien. Om te beginnen zijn ze natuurlijk overdonderd dat Jezus lééft. Maar het levert ook een vorm van angst op. Ze hebben Hem wél in de steek gelaten. Wat doet Hij met hén nu? Uitfoeteren, afwijzen, de vriendschap definitief verbreken? Het eerste dat Jezus tegen ze zegt is “vrede”. Niet “donder op”. Niet “vrede, mits jullie wel zwaar je excuses aanbieden”. Vrede…. Het tweede wat Hij doet is over ze blazen “ontvang de lieve Geest van God”. En, ja, dat doet dus denken aan waar het in Genesis 2 mee begint. Gods liefdevolle adem over een mens, voor een mens. God meende het dus écht…, al vanaf het allerprilste begin. Dat Hij ons wil, dat Hij om ons geeft en dat dat het fundament is onder ons leven. Het is ten diepste het medicijn tegen alle angst voor alle afwijzing. En de bron om jezelf en anderen met alle kwetsbaarheden toch maar gewoon lief te hebben. Je ziet die blik vol liefde precies terug in de ogen van Christus in het schilderij.