Deel 3: Bidden als jezelf beter leren kennen “ken je mij, wie ken je dan, weet je mij beter dan ik?”

Deel 3: Bidden als jezelf beter leren kennen “ken je mij, wie ken je dan, weet je mij beter dan ik?”

Deze week het derde blog over bidden voor volwassenen. Over jezelf beter leren kennen en God die je daarbij kan helpen. Zoals in het nummer van Trijntje Oosterhuis “Ken je mij….”, tekst geschreven door haar vader Huub…. https://www.youtube.com/watch?v=0iowndW2Eo8

Ieder mens wil graag zichzelf zijn. Dat zeggen we ook tegen elkaar en onszelf: wees nou maar gewoon jezelf. Dat is een behoorlijke klus. Vaak spiegelen we ons aan anderen. In veel gevallen denken we dan dat anderen beter, mooier enz. zijn. Dat komt omdat je hun buitenkant ziet en vaak niet hun binnenkant. In mijn werk heb ik me vaak laten verrassen door mensen waarvan ik dacht dat die heel succesvol waren: mooie banen, goed uiterlijk, leken zelfverzekerd. Je kunt je klein en onzeker voelen bij zulke mensen. Wees dan maar eens jezelf, als je je minder voelt dan een ander. Ik keek soms ook tegen hen op. Maar als ze dan gingen vertellen dacht ik altijd weer: je voelt je eigen binnenkant, je ziet de BUITENkant van de ander; daar kijk je tegenop en daarom voel je je misschien minder. Maar…, hou er maar mee op. Die anders binnenkant is niet zo veel anders als die van jezelf.

Soms is er ook het omgekeerde. Dat je neerkijkt op iemand. Dat is niet leuk om bij jezelf te merken, laat staan om toe te geven. Ben ik “gewoon mezelf” als ik neerkijk op die ander? Wil ik dan wel “gewoon mezelf zijn?” Want hoe leuk ben ik dan eigenlijk? De leuke kanten aan mezelf vind ik prima om zelf te bekijken. En met anderen te delen. Maar sommige gedachten en gevoelens die in me wonen, laat ik liever niet aan anderen zien. En ik zie ze zelf liever ook niet. Nog pijnlijker kan het zijn, als ik mezelf overschat en het niet doorheb, lange tijd. En dat je dan gedurende langere tijd jezelf steeds meer tegenkomt. Waarbij ik mezelf dan tegenval, want dat gebeurt dan bij overschatten. Je denkt iets te kunnen en het lukt je gaandeweg niet. Worstelen dus: wanneer ben ik dan “gewoon mezelf”? Ben ik dat ook als ik mezelf overschat? Kan ik leven met dat ik minder kan dan ik dacht? Ben ik dan nog mezelf. Of juist meer?

Bidden is voor mij in die zin een dubbel iets. Het is een stil worden voor God. Die heeft ons mensen in elkaar gezet – zo zie ik het – en weet dus ook de sterke én de zwakke plekken. Er is een lied in de bijbel, psalm heet het daar, die bij velen favoriet is. Het gaat over God die je door en door kent. Beter dan wij onszelf kennen. Dus ook die gedachten, gevoelens, waar ik liever voor wegloop. Dus is blijven zitten op een bidkrukje en merken dat er bij jezelf allerlei gedachten, gevoelens op komen zetten en het idee, het besef dat God daarbij is….. Dat heeft soms ook iets knap onaangenaams en ongemakkelijks. Een mens komt zichzelf tegen als hij “gewoon zichzelf is”…..

Er is een prachtig verhaal dat over Jezus gaat. Hij ontmoet op het heetst van de dag als Joodse man een vrouw uit Samaria bij een bron. Die vrouw komt daar niet voor niets op dat moment. Rond een uur of 12 tot 1 is het zo warm, dan ga je geen water putten. Als je dat wel doet, weet je zeker dat je niemand tegenkomt. Daardoor jezelf misschien ook minder tegenkomt. Het is ongemakkelijk: Joden en Samaritanen gaat niet lekker samen, en mannen en vrouwen hebben ook nauwelijks contact. Het wordt al gauw “verdacht” gevonden, broeierig. Wil die kerel wat van die vrouw, of andersom. Er ontstaat een gesprek dat eerst gaat over “gewoon dorst hebben”. Jezus die vraagt om wat water. Joden vragen Samaritanen toch niks, zegt de vrouw. Als je zou weten wie jou om water vraagt, zegt Jezus, dan zou je het Míj vragen. En uiteindelijk mondt het dan hierin uit, dat Jezus zegt dat Hij de

vrouw water kan geven, waar ze geen dorst meer kan krijgen en dat een bron wordt in haar hart, die vrolijk blijft borrelen, levend water geeft, dat eeuwig leven geeft. Eeuwig leven is: een leven in harmonie met God én met jezelf. Met al je kanten. Degene die je leuk vindt en die je graag verborgen houdt.

“Geef me dat levend water!”, zegt de vrouw. Dan zegt Jezus: haal je man eens. Dat lijkt een onverwachte wending, maar het is precies de reden waarom de vrouw liever niemand tegenkomt en dus overdag in de hitte water haalt. Dat is knap onvrij. “Ik heb geen man”, antwoordt ze. En Jezus zegt dan “klopt, de man die je hebt is de jouwe niet en je had er al vijf”. En blijkbaar zegt Hij dat op zó’n manier dat die vrouw zich gezien voelt. Maar niet afgewezen. Begrepen in plaats van veroordeeld. En dat doet ze iets wat ze juist probeert te vermijden. Ze gaat naar haar dorpsgenoten en zegt: bij de bron zit iemand die weet wie ik ben. Zou dat niet de Messias zijn? En vervolgens komen er meer mensen op Jezus af en die gaan Hem ook geloven. Of, dat is beter gezegd, vertrouwen. Iemand die weet hoe je in elkaar steekt, beter dan jezelf. Een beetje als in dat lied van Huub en Trijntje Oosterhuis: Ken je mij, wie ken je dan? Weet je mij beter dan ik?

Sieger Köder heeft het prachtig in een beeld samengevat: de vrouw kijkt van bovenaf de put het water in. Aan de bovenkant zie je haar alleen staan. In het gespiegelde water zie je ook het gezicht van Christus. http://www.unforcedrhythms.org/a-still-centre/a-sacred-gaze-encountering-jesus-through-art/koder-well/ Bidden is dus soms stil staan, dingen in jezelf tegenkomen, die je liever vermijdt. En gaandeweg leren dat er Iemand, dat God er is, die je beter weet dan je jezelf weet.

Dat houdt – althans bij mij – nooit helemaal op. Het is een levenslang proces. Als een gesprek tussen twee vrienden die elkaar helpen zichzelf te worden. Het helpt me om mild te worden naar mezelf, beter te durven zijn wie ik ben. Met de dingen waarmee ik het “prima vind om gewoon mezelf te zijn”. En waarin ik het soms helemaal niet fijn vind dat ik “zo ook gewoon mezelf ben”. Ik leer die kanten daardoor wél beter hanteren. En milder zijn naar anderen met hun mooie en vooral rare kanten….