Boeddha in de sauna en in de tune…, een verrassend gesprek.

Boeddha in de sauna en in de tune…, een verrassend gesprek.

Van tijd tot tijd gun ik mezelf een dagje sauna. Ik kom graag in een Duits kuuroord. Geweldige sauna, de kans dat ik er bekenden tref is klein – ik voel me toch altijd wat ongemakkelijk bij het ontmoeten van bekenden in de sauna…. – . Onlangs was ik er weer en dat liep uit op een bijzondere ontmoeting met niemand minder dan Boeddha!
Het ging zo: eerst was ik 15 minuten gestoomd op 85 graden, daarna 15 seconden afgekoeld in 8,5 graad (brr!) en toen lag ik lekker op een luie stoel buiten. Niemand om me heen, dacht ik. Terwijl ik wegsuf klinkt er plotseling een stem: “jij hier? Dat is al een heel tijdje geleden!” Ik kijk om me heen en zie geen mens, alleen een Boeddhabeeld dat mij aangrijnst. “Pardon”, zeg ik, “maar was u het die tegen mij sprak….?” “Jawel”, antwoordde het beeld tot mijn verbazing! “Gut”, zei ik, “u bent tegenwoordig ook zo’n beetje overal. Vorige week was ik nog in de Gamma en daar stond u voor een tientje in de aanbieding.” “Ja,” zei hij, “het is wel leuk om populair te zijn, maar soms heb ik ook het gevoel dat ik een veredelde tuinkabouter aan het worden ben. Vroeger stonden die puntmutsmannen in allerlei tuinen, nu sta ik er. Zo lekker “zen” zeggen de mensen dan. Maar ik heb niet altijd het idee dat ik helemaal goed word begrepen en dat het wel heel erg “Boeddhalight” wordt allemaal.”
Ik was even stil, verrast dat hij zo openhartig was en nadenkend hoe ik zou antwoorden. “Het verbaast mij,” zei ik, “ook dat u zo overal bent. Zelfs hier in een neutraal kuuroord met allerlei artsen voor huidziekten en zo. Zelf ben ik niet zozeer een volgeling van u, maar zoek ik het bij Jezus. Ik denk dat Hij het ook niet leuk zou vinden als Hij in de Tibetaanse Trekpleister als tuinversiering zou liggen. Ik weet al nooit hoe leuk Hij het vindt in een kerstboom…..” Boeddha schoot even in de lach. Leuk, hij heeft ook humor, dacht ik. “Als ik het goed heb, beschouwt u het leven toch vooral als iets dat lijden is en dat dat komt doordat we allerlei begeerten hebben naar niet te verwezenlijken geluk”, probeerde ik. “Niet slecht….,” knikte hij en hij vulde me aan: “als je leert te aanvaarden wat deze werkelijkheid is en vooral dat die niet perfect en vol gebrokenheid is, dan ben je beter bestand tegen het lijden.” “Dan,” zo opperde ik voorzichtig, “kunt u toch niet helemaal gelukkig zijn als er overal beelden van u staan in tuinen, waar mensen aan het barbecueën en een wit wijntje aan het drinken zijn, omdat alles zo “zen” is.” “Klopt”, zei hij, “dat bedoel ik ook met Boeddhisme-light, al is het alleen al omdat ik in mijn leer uitleg dat je geen vlees mag eten, want in een koe of varken zit óók een gereïncarneerde ziel…..”
“Kijk,” zei ik, “daar heb ik als christen dan weer niet zoveel mee, zowel niet met die reïncarnatie als met het niet eten van vlees, hoewel ik wél vind dat je uit respect voor de Schepper biologisch vlees moet eten; zo’n kip enz. moet een vrolijk leventje hebben gehad. Ik vind dat trouwens altijd wat een triest idee, hoor, dat van die reïncarnatie. Moet je gedurende een aantal levens jezelf maar blijven verbeteren….. Je zult maar in de Gazastrook of in Syrië geboren worden…. Dan heb je vast veel verkeerd gedaan in een vorig leven….” “Nee”, zei Boeddha, “dan heb je een boel te leren daar….” “Nou….”, zei ik, “dat zou ik ze daar liever niet gaan vertellen. Dan heb ik toch liever het verhaal van Jezus, dat je als mens gewoon één keer leeft en met vallen en opstaan met lek en gebrek door zijn liefde na dit leven bij God komt.”
We snapten allebei dat we het daar niet over eens zouden worden…. En hoewel we in Duitsland waren zeiden we tegen elkaar “Let’s agree to disagree”. Dat vonden we allebei goed en dat gaf een mooi vredig zensfeertje tussen ons. Hij ging weer in rust, ik deed mijn lodderig oog weer dicht. Toen ik opstapte, zei hij: “zou je er een stukkje over willen schrijven, dat ik het niet respectvol vind om als tuinkabouter te worden behandeld en als ze dan iets met me willen ze mijn leer dan ook wat serieus nemen?” “Prima,” zei ik, want u bent veel te respectabel om bij de Gamma enz. te liggen….., zó’n oude traditie met zóveel aanhangers! Maar, vindt u het dan ook goed dat ik er wat bijschrijf over waar we verder over hebben gesproken en ook waar we het niet eens zijn?” “Prima”, zei hij, “kunnen de mensen ook zelf wat nadenken over waar ze voor kiezen en waar niet voor.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.