Knooi’n: pogingen wat moois van het leven te maken 🙂
Knooi’n is een mooi woord uit het dialect. Er zit veel in. Aan de ene kant iets ontspannens: knutselen. Mijn schoonvader was er een meester in, eindeloos in zijn schuurtje aan het prutsen. En soms kwam er iets geweldig moois uit. Maar prutsen en verprutsen liggen in elkaars verlengde. Soms ging het ook finaal mis en sloeg hij zich op zijn duim, verknooide hij waar hij mee bezig was. Het is net het leven zelf….. We knooi’n wat af als mensen. In deze rubriek gaat het daar telkens opnieuw over….
Aflevering 1: Gelukkig zijn met je fouten en beperkingen
Zondag 10 september gaan we weer beginnen als gemeente in sporthal de Kamp. Ik heb daar ontzettend zin in! Eigenlijk baal ik ervan dat we zolang dicht zijn. Geloven en daarom samenkomen is veel te mooi én te inspirerend om er een hele zomer mee te stoppen.
We beginnen met een goed begin. Een jochie – prachtkereltje, Noud – gaat gedoopt worden. Dat is één van de beste dingen die een mens kan overkomen: gedoopt worden aan het begin van je leven. Overigens, als je ouder wordt is het nog steeds één van de beste dingen….. Waarom vind ik dat? Nou, naarmate ik ouder word ga ik steeds meer de illusie – hoop is het al lang niet meer – opgeven dat ik ooit foutloos door het leven zal gaan. En ik schat zomaar in, dat Noud – en ik hoop dat hij heel oud en gelukkig mag worden – diezelfde ontdekking gaat doen. Het intens prettige van de doop vind ik steeds meer, dat het een belofte is van God dat Hij een heel leven lang van je – van Noud, mij en ieder die dit leest – blijft houden.
Perfectionisme – alles goed willen doen – is van de duivel. Die lijkt erg op God. Al vroeg in de bijbel is er zo’n ssslang met gessspleten tong die zegt: als je van die vrucht van goed en kwaad eet, zul je als God zijn. Dan kun je de hele tijd lopen oordelen of het wáár is of niet, dat God van je zegt “en zo ben je heel goed”. Of anders, dan kun je het van jezelf gaan zeggen: leg jezelf allerlei eisen op, of laat je die door de samenleving of de mensen om je heen opleggen en voldoe eraan. Dan zul je gelukkig zijn. En goed ook nog. IK heb het vaak geprobeerd – en kan er soms nog niet mee ophouden – maar het is bij mij tot mislukken gedoemd. Het blijft een beetje of drie beetjes je best doen en het lijkt wat op de hond die een kar trekt met op de kar een man die de hond een worst voorhoudt: rennen, hondje, rennen, als je nog harder rent dan krijg je de worst vast. Niet dus.
Als de Schepper ons in elkaar bouwt dan is zijn oordeel “goed, zeer goed”. Dat is wat anders dan perfect. Het betekent leren we van Jezus dat God van een mens houdt zoals h/zij gebakken is. Los van of je veel of weinig fouten maakt. Los van je rapportcijfers. Je ziet als Jezus op aarde rondloopt dat vooral mensen die vinden dat ze het uitstekend voor elkaar hebben dat lastig vinden. Zeker als Jezus hen ook nog vaak duidelijk maakt dat hun superieure oordeel over een ander in de ogen van God fout is. Want liefdeloos. Dachten ze (we!) net zo goed bezig te zijn, blijk je er in de ogen van God met je bijna perfectie naast te zitten….
Je ziet ook dat mensen die vaak op hun bek gaan en zich losers voelen er blij mee zijn. Er wordt van ze gehouden. Los van goed en kwaad. Ze krijgen nieuwe kansen en worden niet afgerekend op hun missers.
Over missers gesproken…, dat is de letterlijke vertaling van het woordje zonde in het Grieks, de taal van het Nieuwe Testament. Missen is als je een ander of jezelf kwaad doet. Missen is ook als je denkt dat je perfect moet zijn in eigen of andermens’ of zelfs Gods ogen. Raken is als je vertrouwt, dat God zomaar van je houdt en dat als je er naastkleunt – jezelf of een ander wat liefdeloos aandoet – er altijd de mogelijkheid van het nieuwe begin is. In de loop van mijn leven raak ik blijer met mijn missers. Ik ben daarin niet de eerste. In de theologie – mijn vak – is er de uitdrukking “gelukkige schuld”. Het verwoordt de ervaring dat je dieper de liefde van God leert ervaren – Hij houdt écht van me, ook nu, juist nu ik opnieuw (voor de 88e keer) de mis-t inga – . Blij met die liefde van God, fundament onder het leven. Niet trots op de missers uiteraard. Maar het geeft wel heel veel ontspanning en lucht dat er een vloer van liefde onder Nouds en mijn en ieders leven ligt. Je hoeft jezelf niet beter voor te doen en kunt eerlijk zijn over je zwakheden én ze ook toegeven. Aan jezelf, God én degene tegen wie je miskleunde.
Dopen is de belofte van die liefde. En dat water vertelt dat er van Gods kant altijd de bereidheid is je in je leven een hartverwarmende douche te geven waarmee je kunt afspoelen wat je dwarszit.
Goed begin dus, voor Noud! Goed begin voor ons allemaal als we samenkomen en in zijn doop aan Gods liefde worden herinnerd. Mis ‘m niet!