Knooi’n: pogingen wat moois van het leven te maken
Knooi’n is een mooi woord uit het dialect. Er zit veel in. Aan de ene kant iets ontspannens: knutselen. Mijn schoonvader was er een meester in, eindeloos in zijn schuurtje aan het prutsen. En soms kwam er iets geweldig moois uit. Maar prutsen en verprutsen liggen in elkaars verlengde. Soms ging het ook finaal mis en sloeg hij zich op zijn duim, verknooide hij waar hij mee bezig was. Het is net het leven zelf….. We knooi’n wat af als mensen. In deze rubriek gaat het daar telkens opnieuw over….
God heeft geen plan met je leven, wel aandacht en een vraag…..
Er wordt door een aantal collega-voorgangers nogal luid gezegd naar degenen die naar hen luisteren “God heeft een plan met jóuw leven”. Dat klinkt alsof je nogal heel bijzonder bent in de ogen van God en dat God speciaal met jóu een bepaald doel voor ogen heeft. Als ik eerlijk ben…., ik kan er niet zo heel veel mee. Misschien komt dat wel, omdat ik 5 jaar lang geestelijk verzorger was bij de Baalderborgroep. Daar mocht ik met mensen optrekken die zeer ernstig beperkt waren en zijn. In veel gevallen hebben ze daar enorm veel last van. Gauw in paniek, veel huilen, pijn omdat ze zichzelf pijn doen of omdat ze gewoon door hun beperkingen pijn hebben. Kijk, en dan ga ik wat klem lopen met “God heeft een plan met jóuw leven”. Is het plan van God met de mensen met de beperkingen én de pijn én angst daarbij dan het plan van God met hún leven? Dan zou je van God een tiran maken of in elk geval iemand die heel willekeurig uitdeelt: de één veel goeds, de ander verhipte veel pech en pijn. Overigens dat maakte ik niet alleen als geestelijk verzorger mee. Ook gewoon, als predikant met “normale mensen” (ooit iemand gezien die dat helemaal was??? Ikke nog niet!), met minder beperkingen dan. Er zijn mensen die zoveel tegenslag hebben in hun leven. Ik herinner me nog de man met heeeeel veeeel pech die zei “sommigen worden door het leven heen gedragen, anderen worden er doorheen geschopt…..”. Hij hoorde bij de laatste categorie en ik bewonderde hem hoe hij met al zijn vragen en verdriet overeind bleef en ook nog kracht zocht bij God – die Hij diep aanbad en soms net zo diep verwenste! – . Maar zou ik tegen hem zeggen dat dit Gods plan was met zijn leven…., ik denk dat ik dan wel naar huis zou kunnen gaan.
Ik kan wél wat met het idee, dat geen mens te klein of te onbelangrijk is voor God. Of te groot is voor God. Maar dan kom ik bij een ander punt en je zou dat roeping, appèl of vraag kunnen noemen. Wat mij in de tijd dat ik op Baalderborg werkte is bijgebleven is de liefdevolle aandacht die de collega’s (en ik probeerde dat ook) aan hun medemensen die aan hun zorg waren toevertrouwd. Goed kijken, wat heeft die ander nodig, ook als diegene het niet met woorden kan vertellen! Dat komt dichtbij een oproep van Jezus als Hij zegt: behandel andere mensen zoals je zelf behandeld wilt worden. Of, met wat andere woorden: heb God lief boven alles én heb je naaste lief als jezelf. Dat zijn de twee manieren waarop Jezus samenvat wat de bedoeling van God met ons is.
Kijk en daar kan ik wat mee, een leven lang. Het betekent voor mij, dat ieder mens is geschapen door God. Geschapen is hetzelfde als: gewild door God. God die dus wil dat ieder mens er is. En hoewel ik met allerlei vragen blijf zitten waarop ik nóóit het antwoord heb gevonden en me ook niet de illusie maak dat ik dat antwoord ooit vind…., vragen als “waarom wordt de één geboren met een handicap, de ander niet? De één in een vluchtelingenkamp om daar kansloos op 2 jarige leeftijd te sterven en een ander in het rijke Nederland om daar heel oud te worden. Maar het is een statement, een geloof: als het wáár is dat ieder mens geschapen is naar Gods beeld, dan is ieder mens het óók waard om gezien en geliefd te worden. Dat geloof ik omdat Jezus – namens God – naar deze wereld kwam en mensen actief opzocht én liefhad. Vaak mensen die door anderen werden gemeden als de pest of de lepra of omdat er moreel een steek of 8 los zat. Jezus werd er zelf om verguisd en dat weerhield Hem dan niet om de mensen die Hem verguisden lief te hebben. Kwaad met goed te benaderen. Je hebt er je handen vol aan, aan die manier van leven.
Ik herinner me iemand die ik lang mocht kennen. Een mens van vlees en bloed, een goede kerel met ook forse haken en ogen en rafelrandjes. Net een mens dus. Hij zei: ik heb er mijn leven mijn handen aan vol gehad aan die twee geboden. Ik weet niet precies wat God met mijn leven voor had. Zo bijzonder ben ik nou ook weer niet. Wel dat Hij van me hield en van me vroeg om in het leven van alle dag van anderen te houden. Ze te respecteren, te kijken wat ik voor ze kan betekenen, ook als het wringt. En ook als ik ze misschien minder aardig vind. Ik herinner me een vrouw van lang geleden. Geen enkele maatschappelijke carrière, maar in haar dorp door velen gezien vanwege haar attentie. Niet vooraanstaand, maar vooral klaarstaand voor wie op haar pad kwam. Kinderen en kleinkinderen zwaar van slag toen oma en moeder stierf. Had God nou een plan voor die kerel of vrouw van vlees en bloed. Nee, in mijn ogen niet. Ook niet met mij, ook al voel ik me op mijn plek met mijn werk en in mijn leven. Wel heeft God alle liefde én de vraag om anderen lief te hebben. Best ingewikkeld van tijd tot tijd…..
Dat vind ik een mooi plan voor God voor ieder mens en het geeft vreugde én je hebt er je handen en je hoofd en je hart vol aan.