Blog van de dominee

Blog van de dominee

‘Twee dappere dames en het bewaren van de vreugde’

Twee dappere dames en het bewaren van de vreugde.

Ik hoor het op het ogenblik veel om me heen. En merk het ook wat bij mezelf. Nog even los van wat je zelf privé al dan niet meemaakt (voor sommigen heel veel; voor anderen weinig; de één heeft een kruis van piepschuim, een ander die hef ‘m van lood), maar het wereldnieuws drukt op mensen. Gaza-Israël, Rusland-Oekraïne (en Putin met weer dat gepraat over een atoombom), de kabinetsformatie die over rechts maar niet lukt, polarisatie in ons land over klimaat, vluchtelingen, boeren, waar we maar over kunnen polariseren… Vandaag nog trof ik iemand – mijn leeftijd, hardwerkende man – die zei: “ik kijk gewoon geen nieuws meer, word er helemaal somber van, heb er erg veel last van.”

Het is niet voor niets dat ons thema in de komende Paasdienst gaat over “Geef Mij nu je angst….” Het sluit aan bij wat veel van ons voelen: angst, bezorgdheid. Dat is een nare energieslurper, en het belemmert ook in wat ik maar noem “levensvreugde”: beetje blij en met vertrouwen in het leven kunnen staan en ervan genieten. En je opsluiten in je eigen bubbel en niet meer open kunnen zijn voor een ander. In dat kader – als tegenmedicijn – ploppen er twee wijze vrouwen boven.

Als eerste mijn een paar jaar geleden overleden tante Suzanne (niet haar echte naam). Ze was niet echt mijn tante, maar één van de beste vriendinnen van mijn moeder. Tante Suzanne was een schat, een levenskunstenaar. Ze was getrouwd met oom Jaap en samen waren ze gewoon écht rijk. En wel op een heel vrolijke manier. Ze liepen niet naast hun schoenen, waren heel vrijgevig en ontzettend hartelijk. Je voelde je altijd welkom! Als ik als jochie met mijn ouders bij hen in hun kast van hun huis (vgl. villa Kakelbont van Pippi Langkous) logeerde kon je tante Suzanne geen groter plezier doen dan mét de tafeltennistafel, de elektrische trein, de racebaan enz. en óp hun vleugel te spelen. En hun hond? Daar mocht ik mee uit! Altijd als ik in het verhaal van het paradijs lees en alle bomen waarvan God zegt: leef je uit!, dan moet ik aan de royaliteit van tante Suzanne denken. Zelf genoot ze mee. Op haar 80e kwam ze – haar man was al lang overleden – naar de verjaardag van mijn moeder die 70 werd en vond ze het “heerlijk” om met onze kinderen boompje te verwisselen. Dat was sowieso haar stopwoord, “heerlijk” en ik weet niet of ze dat letterlijk bedoelde (dat ze de Heer ermee wilde bedanken) of dat het een stopwoordje was. Maar ze leefde gulzig, voluit en dankte daar de Schepper mee. Als een onbevangen kind in een fantastische speeltuin! Toen ze 100 werd – het was coronatijd – heb ik het verzorgingshuis gebeld waar ze woonde en kreeg haar niet aan de lijn. Dat kwam omdat er groot feest was en de fanfare speciaal voor haar was uitgenodigd en die speelde luidkeels hoorde ik wel. Het is wat anders dan dat tante Suzanne geen tegenslag kende. De oorlogstijd was angstig, ze verloor haar eerste baby, ze verloor haar man vroegtijdig – oom Jaap dus – en één van haar kinderen leidde een tragisch leven, stierf voortijdig en daar leed tante Suzanne aan. Maar ze zei: ik geloof in de Schepper, we leven maar één keer en sinds Pasen weet ik ook, dat het kwaad het niet wint. Daarom doe ik mijn best om de vreugde te laten winnen van wat verdrietig maakt. Niet dat ze het verdriet verdrong, maar ze wilde zich er niet door op de kop laten zitten. Dat zou teveel eer voor het donker zijn. Ik moet vaak aan haar denken, aan het hartelijke huis, dat een paradijs was voor me, aan haar levenslust om op haar 80e boompje te verwisselen. En die fanfare die op haar verjaardag “lang zal ze leven” speelde en dat deed ze, lang leven! In de gloria!

“Je moet niet met hoofd voor je voeten gaan lopen”, zei ze. Ik keek haar wat verbaasd aan. “Ik ken die uitdrukking niet”, zei ik, “wat bedoelt u ermee?” “Nou, dat als je verdrietig bent je zo terneergeslagen bent dat je kromgebogen naar de grond kijkt en het goede niet meer ziet.”, zei ze. “Ah, een beetje zoals Sammy in het liedje van Ramses: Sammy loop niet zo gebogen…..”, antwoordde ik. Ze was nog niet zo lang alleen na een lang en gelukkig huwelijk, mevrouw van der Graaf (niet haar echte naam). Dat is wat anders dan een huwelijk waarin geen hoogte- en dieptepunten waren geweest. Een gehandicapt kind – dat is levenslang een zorgenkind – , veel verlies in de familie, zorgen om haar echtgenoot. Maar in dat alles ook de kunst sámen met haar man om het goede van het leven te proeven en te willen proeven. Als een cadeau, je leeft maar één keer, een geschenk van de Schepper. Ook al, net als bij tante Suzanne. Cadeautjes moet je uitpakken. Het is dan ook – vind ik als dominee – altijd spannend om te zien of als iemand dan alleen komt te staan niet ondersteboven gaat. Verzuipt in het verdriet. “Veerkracht”, zo noemt ze het, als ik vraag hoe ze overeind blijft. Soms heel hard huilen, bij de pakken neer staan, maar er niet bij blijven zitten. Zien wat er nóg wel is. “Heeft dat ook te maken, die veerkracht, met geloof,” vraag ik. “Ja,” zegt ze. “Het zou heel jammer zijn als ik de rest van mijn leven me laat overwinnen door wat er niet meer is. Daarom probeer ik met om niet met het hoofd voor de voeten te gaan lopen, maar rechtop.”

Ik geef hun verhalen door. Laat me er zélf ook door inspireren als er zomaar donkere wolken voorbij komen die voor je het weet boven je kop gaan hangen. En wellicht dat hun verhalen voor meer tot inspiratiebron zijn in deze donkere tijd richting Pasen, het feest van de hoop in een tijd die voor velen levensvreugdeslurpend is.