‘Wat moet je nou in 2018 met die Bijbelse regels?’

‘Wat moet je nou in 2018 met die Bijbelse regels?’

Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus,

één van de onderwerpen die vrij hoog scoorde over waar jullie het over wilden hebben in onze diensten is dít onderwerp “regels uit de bijbel wat moet je daar nou mee in 2018….” Je kunt die vraag op verschillende manieren horen:

  • Een beetje schamper: nou ja, die regels uit het verleden, 2000 jaar oud, daar heb je toch niks meer aan….., wat moet je dáár nou nog mee?
  • Met verlangen en verwarring: ik voel wel dat er iets goeds in zit én nog meer voel ik dat het met God te maken heeft, maar er staan soms van die regels in waarvan ik me afvraag of die nog steeds gelden en wat moet je daar dan mee?

Ik ga vanochtend in op die tweede manier. Wie weet zit jij of u er wel in op de eerste manier – die schampere. Dan ben ik benieuwd of je na afloop nog schamperder bent. Dat kan best. Of dat je na afloop denkt: hé, het heeft me tóch weer aan het denken gezet. De bijbel en God hebben me toch meer te zeggen dan ik dacht. Dat zou gaaf zijn.

Ik ga de poging wagen langs twee lijntjes. De eerste lijn is: de bijbel bestaat uit twee grote delen, het oude en het nieuwe testament. Het oude testament is het boek over Gods relatie met de Joden. Die relatie kent heel veel wetten en geboden. Wat gebeurt er nou met die relatie als in het Nieuwe Testament NIET-Joden bij de God van Israël gaan horen. Moeten die zich dan ook aan al die wetten houden?

Tweede vraag: wat moeten wij nu met de regels en wetten van God?

Eerst maar die eerste: Wat gebeurt er nu als niet-Joden gaan horen bij de God van Israël? En dan vooral: wat gebeurt er met de geboden die er in het oude testament staan? Wat moeten niet Joden daarmee? Let op: dat is dus in zekere zin precies de vraag die wij stellen, maar dan 2000 jaar terug. De wetten van Mozes voor het volk Israël stammen zo rond 1400 voor Christus. Dus ruim 1400 jaar ná de wetten van Mozes vragen mensen die niet Jood zijn precies hetzelfde als wij nu: wat moeten wij nu met die wetten……? Ik denk dat het antwoord dat zíj vinden ons nog steeds kan helpen.

Ik zal het uitleggen.  Zo ergens tussen de jaren 30-55 vindt er in het Joodse geloof een ontwikkeling plaats, die hun geloof enorm op de kop zet. Een deel van het Joodse volk gaat in Joshua – want zo noemen zij Hem – de Messias zien. In Jezus de Christus. Dat levert op zich al heel veel discussie op met hun Joodse geloofsgenoten. Maar er gebeurt nog iets veel ingrijpenders. In zo’n 30 jaren komen er allerlei mensen uit allerlei volken tot geloof in Jezus de Christus, de Jóódse Messias.

Dan krijg je dus ook daar een enorme kluwen van vragen: hoe gaan die NIET-JODEN nu de God van Abraham, Izaäk, Jakob, Mozes en Jezus dienen? Als je het oude testament leest, dan gaat het in totaal om 613 regels, geboden en verboden op allerlei terrein: over rechtspraak, over relaties, over wie er wel of niet in de tempel mag komen, wie wel of niet priester mag worden, over besnijdenis over, over welk voedsel wel gegeten mag worden en welk niet…. over het hele leven zo’n beetje.

Interessant dus om te zien wat er gebeurt en dan is vooral bijvoorbeeld Paulus interessant. Waarom Paulus? Omdat die volbloed Jood is, volbloed Farizeeër is geweest en dat is juist in het Joodse geloof een stroming die het zeer nauw neemt met al die wetten. En omdat die een enorme ontwikkeling gaat doormaken! Spectaculair!!

Globaal gebeuren er twee dingen rond de vraag “wat moet je nu met die geboden als niet Jood” en ze zijn allebei belangrijk. Ik zal beide uitleggen en we hebben beide nodig, maar vooral het tweede  kan ons helpen bij onze vraag van vandaag: wat moeten we toch met geboden uit de bijbel in het jaar 2018…..?

Eerst dat eerste: in Israël rond de tijd van Jezus en Paulus iets vreemds aan de hand. Mensen doen een wedstrijd met elkaar: wie van ons is de beste, de sterkste, de meest waardevolle? Eigenlijk is dat niet zo heel vreemd, want dat zit diep in ons mensen. Jezelf willen vergelijken met een ander, en dan een soort rangorde maken: ik ben als mens meer waard, want ik heb een betere baan dan jij. Ik ben als mens meer waard dan jij, want ik krijg meer likes op facebook. Ik ben als mens meer waard dan jij, want ik kan meer jongens krijgen dan jij. Bedenk het, op 1001 manieren meten we onszelf met elkaar. Het geeft ons veel onzekerheid: hoeveel vrouwen voelen zich niet onzeker over hun uiterlijk, hoeveel jongeren gaan niet gebukt onder onzekerheid van “wat vinden ze van me?”, hoeveel mannen die werkloos zijn of niet zo’n hoge job hebben voelen zich niet onzeker naar anderen? Het veroorzaakt ook tweedeling ook: mannen zijn beter dan vrouwen (of andersom), blanken beter dan zwart, Joden beter dan Grieken of Palestijnen, bedenk het.

In Israël doen ze dat ten tijde van Jezus en Paulus dus ook: wie van ons houdt zich het beste aan die 613 geboden? Die is de beste mens, die is de beste gelovige en die heeft het recht om neer te kijken op andere mensen. Dáárom is er aan de ene kant zoveel aantrekkingskracht naar Jezus van mensen naar Jezus. Vooral van de mensen die zich niet houden aan die wetten, die merken dat Hij námens God wél van hen houdt. Dat is wat anders dan dat Hij hun fouten goedkeurt, maar allereerst houdt Hij heel erg van ze en die houding helpt mensen om zich om te keren. Ze voelen zich geliefd, geaccepteerd, net zo veel waard als mensen die zich wel aan de regels houden. En ze krijgen een nieuwe kans en ze krijgen vooral liefde. Net zoals omgekeerd Jezus veel agressie over zich afroept bij mensen die zich wél heel nauwgezet aan de regels houden en bijgevolg vaak keihard oordelen over mensen die het niet doen. Zij voelen zich beter dan een ander, dichter bij God en nou zit Jezus dáár opeens aan te tornen. Let op, mensen als Paulus dringen aan op het sterven van Jezus. Hij moet zwijgen!

Het tweede dat er rond die vraag naar de geboden gebeurt  is dit: Als er dan die wonderlijke combinatie ontstaat van niet Joden én Joden die allebei in Jezus als Messias gaan geloven ontstaat er in zekere zin iets nieuws, iets groots. Het diepe besef dat God onvoorwaardelijk van mensen houdt en dat je niet dichterbij Hem komt als je je heel goed aan regels houdt, maar als je groeit in het besef dat Hij om je geeft. Uit genade heet dat in de bijbel. Amazing grace, verbazingwekkende genade. In zekere zin zijn daarmee die 613 wetten van de baan. Het meest sterk komt dat tot uitdrukking bij de besnijdenis. Als er één gebod is, dat je als man bij God doet horen, dan is dat de besnijdenis. Als er dan opnieuw stemmen opgaan die zeggen: als je als niet Jood bij de God van Israël wilt horen, moet je je wél laten besnijden, dan komt Paulus daartegen in de weer en fel ook. Nee, stop! Want als je zegt dat je je aan één wet moet houden, dan ook aan allemaal!

51Christus​ heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen. 2Luister naar wat ik, ​Paulus, tegen u zeg: als u zich laat ​besnijden, zal ​Christus​ u niets baten. 3Ik verzeker u dat iedereen die zich laat ​besnijden​ verplicht is om de wet volledig na te leven.

 

En dat is weer hetzelfde principe: God houdt niet van je omdat je je aan een wet houdt, Hij houdt van je omdat Hij onvoorwaardelijk van je houdt. Want toen Jezus werd gekruisigd, gedood had God geen enkele reden om te zeggen: die mensen doen zulke goede dingen, Ik houd van ze. Het “ja” van Gods liefde in kruis en opstanding is écht: onvoorwaardelijke liefde.

Nou moet ik dus draai maken. Wat moet je dan met de regels? En dan in het bijzonder met de regels die in het Nieuwe Testament staan, want dat is toch van ná Jezus? Het komt hierop neer: de belangrijkste regel in het Nieuwe Testament is dít – en ik doe het met een bijbelcitaat:

9Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn ​liefde:10je blijft in mijn ​liefde​ als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn ​liefde​ blijf. 11Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. 12Mijn gebod is dat jullie elkaar ​liefhebbenzoals ik jullie heb liefgehad. 

Nu komt het erop aan. Het woordje dat hier staat is “agapè”. Het Grieks kent drie woorden voor liefde: eros, filia en agape. Eros, daar komt ons woord erotiek vandaan. Het is dat je stapelverliefd kunt worden om dat je een ander bloedmooi vindt. Maar die liefde kan doven als de ander niet meer mooi is, als je die niet meer lief vindt. Bedenk het. Filia, daar komt ons woord heterofilie, homofilie vandaan. Het heeft meer van wederzijdse vriendschap. En er is het woordje agapè. Het is niet zo, dat daarmee vanuit bijbels perspectief erotiek of vriendschap worden veroordeeld. Integendeel. Je hebt in de bijbel het Hooglied, waar man en vrouw elkaar bloedmooi vinden. En hoe kostbaar is vriendschap, kameraadschap. Tegelijk graaft die agapè een laagje dieper. Het gaat over liefde, die ook liefde blijft als het verhipte moeilijk wordt. Als je partner bijvoorbeeld in een verpleeghuis terecht komt, als je relatie door diepe dalen gaat, als je buurman misschien heel ziek wordt en het je zwaar valt om met hem op te trekken. Agapè is liefde die te maken heeft met door dik en dun. Als de aantrekkingskracht van eros al lang voorbij is. Agapè dat is de Samaritaan, die een Jood ziet liggen aan wie hij een hekel heeft en dat is wederzijds en die van binnen voelt: ik móet die man helpen. Het moeten van de agapè. Niks geen filia op dat moment, al helemaal geen eros, maar agapè.

Het heeft dus te maken met een mentaliteit, met een houding. Met iets van binnenuit. Daarom kan bijvoorbeeld Paulus ook praten over “vruchten van de Geest”. Als iets dat van binnenuit komt. Omdat God ergens in je woont met zijn liefde.  Niet regeltjes van bovenaf opgelegd, niet de regel om de regel, maar een diep besef van: God houdt onvoorwaardelijk van mij. Ook als ik op mijn onaantrekkelijkst ben voor Hem, geeft Hij om mij. Hoe kan ik nou zó in het leven staan, dat ik naar mijn partner, naar mijn collega’s, naar mijn kinderen, naar mijn buren, naar mijn kerkgenoten, naar de vreemdeling die op mijn pad komt, zeg maar in alle situaties van het leven zó zorgvuldig leven, dat ik met een houding vol liefde, vol empathie, vol zorgvuldigheid naar andere mensen in het leven sta. Dat is méér dan alleen de regels toepassen, dat is in iedere situatie van het leven nadenken over de vraag: hoe berokken ik de ander géén kwaad, want de agape doet de ander geen kwaad?

Ik kom toch even op de tien geboden en dan vooral op de laatste 5. Die worden door Paulus geciteerd in Galaten 5 en Romeinen 13. Paulus heeft een soort ommekeer gemaakt. In hoe hij tegen God aankijkt: God is niet de God die van je houdt omdat je je aan de wetten houdt. Dus hou op krampachtig te doen met regeltjes. God is de God die van je houdt in Christus, onvoorwaardelijk, uit liefde, uit amazing grace. Probeer dan met diezelfde houding van liefde in je leven te staan: in je relatie, in je bezit, in je verhouding tot je ouders. Of nog anders: laat díe Geest van liefde in je wonen en zo met die ogen naar mensen, naar je geld, naar alles kijken. Waar de liefde, de agapè wél verdwijnt…., daar berokkenen we elkaar wél schade. Daar gebeuren dingen als: elkaar keihard veroordelen, elkaar laten vallen, tweespalt, of relaties van jezelf of anderen op het spel zetten, noem het op. Al die dingen die ons leven zwaar maken.

Kortom, de vraag naar “hoe ga je om met de regels uit de bijbel in 2018” is niet te beantwoorden met “die regel wel en die regel niet”. Ik snap dat sommigen van jullie zich daardoor misschien in het bos gestuurd voelen. Zeg ons nou hoe we wél en hoe we niet moeten leven. Geef ons een kompas met regels in het bos, dan verdwalen we niet. Bijbels gesproken is die duidelijkheid er niet zó: dit mag wel…, dat mag niet. Dit is het antwoord en de richting: er is een God die onvoorwaardelijk van je houdt; dat heeft Hij in Jezus laten zien. Alleen zó wil Hij een relatie met ons, op basis van eindeloze liefde en trouw. En wij, in alles, laat je door die liefde leiden, in je relatie, in je verhouding naar je ouders, in je contact met buren, in het geld dat je hebt en misschien kunt delen. Je bent liefgehad met agapè, heb de ander en jezelf zo ook lief. Waar je dat doet, daar is Gods Geest in je en zal je leven vol zijn met vruchten: liefde, vreugde, vrede, geloof…..

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.