Je naam wordt nooit vergeten

Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus,

Een heel aantal van jullie zit op facebook. Ik denk dat jullie dan net als ik regelmatig berichten zien van mensen die iets delen over hun verdriet en gemis. Gemis van een overleden kind, pijn over een veel te vroeg geboren kind, heimwee naar je vader, je moeder, je geliefde. Het gemis gaat nooit helemaal over. Misschien slijt het wel met de tijd en door de tijd, maar als je echt van iemand hebt gehouden, dan gaat het nooit helemaal over. De naam van die ene – of soms gaat het helaas ook om méér dan één geliefde die is overleden – die blijft in je hoofd en in je hart.

Dat geldt niet alleen voor de mensen die er iets over vertellen op Facebook. Het is de ervaring van ieder mens die een geliefde verloor. Als dominee is het onderdeel van mijn werk – en ik doe het graag- om mensen op te zoeken die zo’n lege plek in hun leven hebben. En iedere keer weer zie ik dat het een gevecht is: dankbaar voor herinneringen, verdriet omdat het leven nooit meer zo wordt als het was, maar in dat alles: lukt het om het hoofd boven water te houden? En vaak daarbij wisselende ervaringen met hoe de omgeving reageert op je verdriet: soms zijn mensen heel begrijpend naar je toe. Dat zijn vaak de mensen die zélf iemand van nabij hebben verloren.  Soms voel je je ook erg onbegrepen als mensen dingen zeggen als “ja, maar het is toch al weer twee jaar geleden…..”

Bijna altijd is er ook een tijd lang dat mensen zich afvragen: waar is mijn geliefde nu toch? Is zij of hij wel veilig? Is hij of zij om me heen? Bij God en hoe is dat dan? Het heeft iets van de vader of moeder die hun kind voor het eerst naar de peuterspeelzaal brengt en moet loslaten. Zal m’n kind het daar goed hebben? Je wilt even door het raam gluren om te kijken of je kind lekker aan het spelen is. Als je weet dat dat zo is, kun je makkelijker loslaten en je kind overgeven aan andere handen. Maar hier zou je ook zo graag even om het hoekje kunnen kijken… waar is mijn geliefde nu? Heeft ze het goed? Kun je een teken geven, even een signaal van de andere kant….. Dat je veilig bent aangekomen…., dat ik je niet helemaal kwijt ben……

We hebben vandaag een stukje gelezen uit Jesaja. Ik wil daar kort wat over zeggen. Dit stukje is geschreven in de meest donkere periode uit de geschiedenis van Israël in de oudheid. Het volk is in 587 gedeporteerd van Israël naar Babel, het huidige Irak. Bij die deportatie zijn de meest vreselijke dingen gebeurd: het hele land is verwoest, er zijn talloze mensen omgekomen. Er zijn oude mensen achtergelaten bij de puinhopen, want die zijn te zwak om de lange reis naar Babel te maken. Er zijn jonge mensen meegenomen, want die kunnen goed van pas komen in Babel als arbeidskrachten, werkslaven. En bij dat alles is de tempel in Jeruzalem aan gruzelementen geslagen. Intens verdriet, hopeloosheid, dat is wat er is. Intens verdriet. Die ballingschap duurt 50 jaar. Ik ben nu 56 jaar….. Stel je voor dat ik geboren zou zijn in Babel aan het begin van de ballingschap, dan zou ik niet weten wat “thuis” is. Wat Jeruzalem is…. Een klank, een woord, een heimwee, maar het écht weten…… Van zelf zien?

Hoewel de mensen niet het idee hebben dat het óóit nog goed zal komen, ontstaat er gaandeweg tóch hoop. Hoop op nieuwe toekomst, op terugkeer. En die hoop ontspringt bij de God van Israël. Daar zoeken mensen toch hoop, steun. Dat doen ze omdat ze in het verleden telkens inspiratie, kracht, steun, moed hebben gevonden. In het verleden behaalde resultaten bieden geen absolute zekerheid, maar bieden wel een intens vertrouwen.

Die God van Israël heeft een bijzondere naam “Ik zal met je zijn op mijn manier”, wacht maar af, laat je verrassen…. In het Hebreeuws ziet die naam er zó uit JHWH. De Joden vinden die naam zo bijzonder, dat ze hem niet uitspreken, maar als ze die naam zien staan zeggen ze “Adonaj”. In het Nederlands vertaald betekent dat “Heer”.

En geïnspireerd door die Adonaj groeit er geloof, vertrouwen in een totaal onverwachte ommekeer, terugkeer, naar Jeruzalem. Zeg maar, dat ik als jongetje dat niet in Jeruzalem is geboren, dat nog nooit Jeruzalem heeft gezien dat tóch ga meemaken. En die tekst uit Jesaja die gáát over dát ongedachte:

Welnu, dit zegt de HEER,

die jou schiep, ​Jakob, die jou vormde, Israël:

Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen,

ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!

Moet je door het water gaan – ik ben bij je;

of door rivieren – je wordt niet meegesleurd.

Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren,

de vlammen zullen je niet verschroeien.

Want ik, de HEER, ben je God,

de ​Heilige​ van Israël, je redder.

Na een donkere tijd van 50 jaar komt er een politieke wending. De wereldheerser Babel wordt verslagen door de wereldheerser Perzië en die laat het volk teruggaan. En de Joodse mensen zeggen: zie je wel, het zijn wel bizarre tijden, donkere tijden, maar dwars daar doorheen laat God ons niet in de steek.

Vandaag noemen wij de namen van mensen die ons lief zijn. Vaak wordt bij de doop van een mens de tekst gelezen, die wij nu hebben gelezen: Ik heb je bij jouw naam geroepen, je hoort bij Mij! En niets kan er tussen jou en mij zo groot zijn of zo sterk, dan dat ik je niet vasthoud. Zelfs al moet je door een rivier – denk aan het doopwater – of denk aan de dood zélf als doodsrivier waar je doorheen moet. Verderop gebruikt de profeet een ander beeld. Daar zegt hij namens God: ik zal je nooit vergeten. Ik heb je in mijn handpalm gegrift, getatoeëerd. Sommigen van ons hebben dat ook: de namen van je geliefde, van je kinderen ergens op je pols, dicht bij je hart. Je bent zó met elkaar vergroeid, je kunt en wilt niet zonder die ander. Als wij straks de namen noemen van mensen die ons dierbaar zijn, dan zijn dat óók de namen die God dierbaar zijn. Daarbij maakt het niet uit of je al dan niet gedoopt bent. De doop is alleen een heel mooi symbool: al ga je door het water….. Maar ieder mens is kostbaar – gemaakt door God zelf – dat Hij ons niet loslaat.

Ik sta hier bij de Paaskaars. Mensen die hier vaker zijn geweest, weten dat ik hier graag sta. Dat is omdat deze kaars symbool staat voor het Licht van God dat sterker is dan de dood. Voor het verhaal van Pasen, dat vertelt dat Jezus wordt gedood door mensenhanden en dat Hij op de derde dag opstaat uit de dood. Mensen die Hem meemaken gaan Hem intens vertrouwen, met huid en haar. Sterker nog, ze gaan Hem Héér noemen en daarmee zeggen ze eigenlijk dít: de náám van God die we kennen – Ik zal met je zijn op mijn manier – die zien we nu voor ogen in Hem. In hoe Hij is, in wat Hij doet, in hoe Hij met mensen omgaat. Zó verrassend. En uiteindelijk zó verrassend dat Hij sterker is dan de dood. Het lijkt in die zin dírect op Babel: daar dachten de mensen óók dat ze Jeruzalem nóóit meer zouden zien en het kwam er toch. Bij Jezus dachten zijn leerlingen óók dat het afgelopen was met Hem door zijn dood. Maar – verrassend….. – Ik zal met je zijn op Mijn manier! Nog altijd gaat Zijn verhaal de wereld door. Het moedigt ons aan om goed te leven met elkaar. Het inspireert ons om je in te zetten voor elkaar. Het troost ons en geeft ons hoop voor leven hierna…..

Hoe zal dat eruit zien? We hebben een stukje gelezen uit het laatste bijbelboek, de openbaring. Dat boek is geschreven rond het jaar 100 ná Christus. De kerk is nog behoorlijk klein, maar de mensen hebben enorme consequenties te dragen vanwege hun geloof. De Romeinse keizer voelt zich zwaar bedreigd in zijn macht: hij heet “Heer” en nu zijn er volgelingen van een vreemde Joodse man, die gedood is door de Romeinen rond het jaar 30 en die volgelingen zeggen dat die Jezus lééft en Heer zou zijn. Het is de tijd van de eerste christenvervolgingen, zoals vandaag de dag nog veel mensen hun leven niet zeker zijn vanwege hun geloof, hun geaardheid, hun mening. In die tijd krijgt Johannes visioenen. Vergelijkbaar met Jesaja: zien wat je niet kunt denken, wat bijna onvoorstelbaar is. Het jongetje dat in Babel geboren is…., hij kan zich geen voorstelling maken van wat Jeruzalem is….. De gelovigen die vervolgd worden kunnen zich geen voorstelling maken van wat een vernieuwd Jeruzalem is, een vernieuwde aarde, een vernieuwde hemel zónder geweld, zonder ziekte, zonder oorlog, zelfs zonder dood.

Het prachtige visioen van Johannes is door de tijden heen voor mensen een bron van geloof, hoop, inspiratie én troost geweest. Het leven is na dit leven niet voorbij. Zoals Jezus sterker is dan de dood ná Pasen, zo mogen mensen hopen op Gods trouw door de dood heen. Een vlam die niet dooft, het leven dat sterker is, God die mensen thuishaalt door het donker heen. En dan met een prachtig zinnetje: Zijn naam is op hún voorhoofd…….

Ik weet niet precies hoe het is aan de andere kant. Ik zou dolgraag om de hoek kijken. Naar mijn ouders, naar ons te vroeg geboren kind van jaren geleden. Naar mensen die ik goed kende en die er niet meer zijn. Ik kan soms zeer gretig luisteren naar mensen die vertellen dat ze bijna dood waren en een ontzettend veilig Licht zagen, soms met bekenden erbij. En uiteindelijk probeer ik me over te geven, los te laten aan de verhalen uit de bijbel, aan de kaars die brandt. Of eigenlijk ten diepste – en dat gun ik jullie en ons allemaal – ons toe te vertrouwen aan de wonderlijke naam van de God van Israël: Ik zal met jullie zijn, op mijn manier. Bij jullie die achterblijven…. Maar ook bij hen die de doodsrivier zijn overgegaan, richting Jeruzalem. Zoals de ballingen, zoals de eerste christenen. Die naam… Amen.