Hartversterkertje

Hartversterkertje

Lieve mensen,
Vanochtend vieren we de maaltijd van Jezus. Ik zeg met nadruk “vieren”. Vieren heeft te maken met
dat er iets moois aan de hand is. Je viert een verjaardag. Je viert dat je zoveel jaar bij een werkgever
werkt. Je viert een huwelijksjubileum. Je viert het als je geslaagd bent en je diploma hebt gehaald.
Bij vieren hoort een feestelijke stemming. Ik begin bewust zo, omdat het avondmaal in het verleden
vaak als iets heel zwaars is ervaren en wellicht dat sommigen van ons dat nóg wel hebben. En dat is
wel een soort van tegenstrijdigheid. Want hoe kun je iets dat zwaar is en zwaar aanvoelt vieren?
Zeker omdat er in het avondmaal zélf iets zwaars zit, want we vieren brood en wijn, die duiden op
het sterven van Jezus. Dat is toch per definitie iets verdrietigs? Of zit het anders?
Ik kies ervoor – en dat doe ik vanuit het gesprek dat we hebben gehad met de baalderdienstcie – om
over “vieren” te praten en dat het iets moois is. Iets waar je blij van kunt worden. Of waar je, als je in
de put zit, nieuwe moed van kunt krijgen. Het woord “hartversterkertje” is in die zin een vlag die de
lading dekt. Een hartversterkertje kun je góed gebruiken als je in de put zit. En een hartversterkertje,
daar kun je ook vrolijk van worden, het doet je hart, je leven goed.
We gaan naar het bijbelverhaal om het te toe te lichten. Jezus vertelt een gelijkenis, een
voorbeeldverhaal. In dat verhaal is er iemand die een wijngaard plant. Daar sta ik eerst maar eens bij
stil. Wijn en wijngaard is in de bijbel – vooral in het oude testament – teken van het góede leven, van
het gelukkige leven. Samen met de vijgenboom is de wijnrank bijna symbool voor paradijs. Voor
leven zoals God het bedoelt! Ergens in Micha (4:4) staat dit vers:
Ieder zal zitten onder zijn wijnrank
en onder zijn vijgenboom,
door niemand opgeschrikt,
want de HEER van de hemelse machten heeft gesproken.
Waarvoor zijn we op aarde? Waarvoor maakt God, de wijngaardenier ons? Voor de vreugde, voor het
geluk en om dat te ontvangen én om elkaar gelukkig te maken.
Nu gaat het in de gelijkenis, die Jezus vertelt over dat God ons mensen de opdracht geeft om voor die
wijngaard te zorgen. En dan op een zodanige manier dat de wijngaard bloeit! Let op aan wie Jezus
het verhaal écht vertelt: Hij vertelt het vooral aan de geestelijke leiders. Zeg maar aan de kerkleiders.
Priesters, bijbeluitleggers. Zeg maar, paus, dominees, ouderlingen, diakenen. Want zij, zo zegt Jezus,
hebben de verantwoordelijkheid in eerste instantie om uit te leggen wat de wijngaardenier, wat God
met het leven bedoelt. En met hun uitleg kunnen ze een bijdrage leveren aan hoe de wijngaard eruit
komt te zien. Of anders: helpen ze mensen om de vreugde en het geluk te vinden in het leven? Zodat
de wijn zoet is? Of maken ze mensen het leven zuur? En nog wat anders: als het niet goed gaat met
mensen, als mensen vastlopen in problemen, als ze ziek worden, als bepaalde ranken luis krijgen, wat
doen de pachters dan? Helpen ze dan om beter te worden? Of hakken ze die ranken af? Of kijken ze
er niet naar om?
Als je de verhalen die Lucas in de hoofdstukken hiervoor schrijft leest, dan krijgt de gelijkenis kleur. Er
zijn veel verhalen waar Jezus het aan de stok heeft met juist de geestelijke leiders van het volk. Er
loopt een rode draad door die confrontaties heen. Déze: Jezus zoekt telkens mensen op, die ergens
in hun leven klem zijn komen te zitten. Dat gaat dan om mensen die psychisch klem zitten; het gaat
om mensen, die met hun gedrag anderen afstoten en afkeer oproepen; het gaat om mensen die ziek
zijn, een besmettelijke ziekte hebben. Hij zoekt ze op, omdat Hij namens God wil laten merken, dat
ze voor Hem de moeite waard zijn en dat God ze niet afwijst. Integendeel, die ranken, dát deel van
de wijngaard, díe mensen, die moeten opnieuw tot bloei kunnen komen!
Jezus gaat daarbij regelmatig met en bij deze mensen eten. Dat is een ultieme manier van acceptatie:
je wilt gezien worden met die ander, die door anderen wordt gemeden. En niet alleen gezien, je wilt
ook de tafel met hem of haar delen. De kerk, de leidslieden in zijn dagen, zijn veel veroordelender.
Als mensen fouten maken, dan veroordeel je dat en je mijdt ze! Waar zouden we blijven als je je
bemoeit met mensen die sjoemelen met geld, zoals Zacheüs en ook nog bij hen gaat eten en zelfs
logeren? (Luc 19) Waar zouden we blijven als je je voeten laat wassen door een vrouw met een bar
slechte reputatie waar iedereen bij is bij een maaltijd, lucas 7: 36 e.v.? En, nog een stapje verder,
waar blijf je als je aan een tafel zit en je deelt brood en wijn uit, zegt dat het jouw lichaam en jouw
bloed is en je laat ook Judas, degene die je verraden zal daarvan mee-eten? Luc 22:14-23
Jezus verwijt in de diverse verhalen de leidslieden nog wat, nl. dit: geldzucht. Of, je kunt het ook
anders zeggen: ze houden teveel van een makkelijk leventje binnen de synagoge. Het is te
binnenkerkelijk, wat ze doen. De mensen moeten naar de synagoge komen, zij krijgen ervoor
betaald, maar ze zoeken geen mensen op die in de knel zitten. Een klein deel van de wijngaard…., dat
bewerken ze, maar de rest laten ze mooi aan hun lot over. Dat is een volgend ding: Jezus is heel veel
op straat te vinden bij mensen die buiten de blik van de synagoge lijken te vallen. En Hij niet alleen….,
Hij neemt zijn volgelingen mee en leert hen dat de wijngaard groot is! En dat er veel ranken zijn.
Prachtige ranken! Maar ook beschadigde ranken die soms wél hulp nodig hebben om weer tot bloei
te komen. Als ik een kleine zijsprong mag maken om het een beetje te illustreren: uit onze wijk is
Peter van der Heide al een paar keer naar Leros geweest, een Grieks eiland, waar vluchtelingen met
bootjes aankomen. Gewoon voor de eerste opvang. Zonder aanzien des persoons, je kent die
mensen niet die je gaat ontmoeten, maar het zijn ménsen. Zo is ieder mens méns. Hier ook in onze
wijk. Mensen uit een ander land – morgen hebben we de laatste avond over vluchtelingen – , maar
ook mensen van wie de tuin een puinzooi is, van wie je voelt: het gaat niet goed met die mensen.
Ook zij zijn méns.
Het effect is wél dit: de mensen die Jezus opzoekt en met wie Hij eet bloeien open en op. Ze bloeien
open omdat ze merken, dat er oprechte en liefdevolle aandacht voor hen is. Voor hun verhaal, voor
hun moeite, voor waar ze de mist in zijn gegaan. Misschien wel stomme fouten hebben gemaakt.
Maar omdat ze voelen dat Jezus dat zó open doet en niet veroordelend, durven ze ook te gaan
vertellen. Wat er echt is, wie ze echt zijn.
En ze bloeien op. Hun leven herstelt. Ze komen weer onder de mensen, krijgen nieuwe moed.
Dat is Jezus’ inzet tijdens zijn leven. Daar steekt Hij al zijn tijd, energie, kracht, geloof, hoop en liefde
in. En daar gaat Hij mee door tot het uiterste. Tot in de dood, tot in het diepste donker. Voor veel
mensen is het verhaal van Jezus sterven ook een vorm van moed. Een hartversterker. Soms is je
leven namelijk zó beschadigd, is er zoveel verdriet, dat niet alles te herstellen is. Er zijn breuken, die
niet te herstellen zijn. Verdriet over je geliefde, die gestorven is en jij moet verder. Dat kun je
eigenlijk niet, maar toch moet je. Verdriet over het feit dat er dingen mis zijn gegaan in je leven en
die kun je niet meer herstellen. Dode takken, dode wegen in je leven. Het gegeven dat Jezus tot in de
dood, in het verdriet, in het diepste donker heeft willen zijn, is hét signaal, dat Hij ook met dát deel van ons leven, van jouw leven te maken wil hebben. Ook dán wil Hij bij je zijn. Al is het maar stil samen aan tafel zitten, een hand vasthouden, je laten merken dat Hij er is en dat Hij letterlijk aan den lijve weet wat donker is.
Kijk, en nu kom ik terug bij “vieren”. Brood en wijn zijn tekenen van Jezus’ betrokkenheid bij ieder van ons. Met zijn wens om bij ieder mens aan tafel te zitten en jouw leven te delen. Het goede, het slechte, het vreugdevolle, het verdrietige. En dan zó dat Hij onze vreugde wil vergroten. Ons verdriet wil aanhoren en ons kracht wil geven. Onze blunders aankan en ons op nieuwe wegen wil zetten. Of bij ons wil zijn in de put van het donker, die Hij aan den lijve kent. Het is zijn liefde vieren en ontvangen. En met die liefde wil Hij ons leven open laten bloeien. En op laten bloeien. Welkom, allemaal. Amen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.