Een kerk die uit de kerk komt

Een kerk die uit de kerk komt

Inleiding op het thema
We gaan in onze wijk een nieuw beleidsplan maken. Dat klinkt saai, maar het is juist spannend.Vier jaar geleden hebben we dat ook gedaan. Toen hebben we telkens wijkavonden gehouden waar jullie als gemeenteleden je inbreng hadden. Die inbreng is de basis geweest van het beleidsplan dat nu afloopt. Eigenlijk: zoals we nu gemeente zijn, dat is de uitwerking van alle creativiteit van toen. Zeg dus niet dat een beleidsplan een saai ding is.
Bij dit nieuwe beleidsplan gaan we het anders doen. Aan de ene kant bouwen we voort op de inbreng van vier jaar geleden. Er is heel veel goeds, dat moeten we zo houden.
Maar er is ook wat nieuws en daar wil ik jullie graag in meenemen. Er zijn globaal twee dingen die een rol spelen.
A. Al heel lang is in Nederland “ontkerkelijking” aan de gang. Tot voor niet zo heel lang geleden, was dat bij ons niet zo heel erg zichtbaar. Maar dat wordt steeds meer en steeds sterker zichtbaar. Dat heeft invloed op de PKN Hardenberg-Heemse, en dus ook op onze wijk
B. De studie die we samen doen en deden, predikant en kerkenraad. Missionaire Specialisatie, heet het.
Over beide wil ik heel kort nu wat zeggen:
a. Die ontkerkelijking. Gewoon wat cijfers: landelijk verliest de PKN zo’n 70.000 mensen per jaar. Plaatselijk: toen we gefuseerd begonnen 2006 waren we met ca. 10.500 leden, in 2013 met 9500 leden, nu 2018 met ca. 8100. Onze wijk: in 2006 ca. 1500, nu 1035

Die beweging gaat nog een tijd door. We zijn nu zover, dat Baalder 0,9 fte heeft aan predikantschap. Het is niet ondenkbaar dat dat tussen nu en een paar jaar minder wordt. Zaterdag jl. was er in Heemse een bijeenkomst waar alle dagelijks besturen van de wijken waren uitgenodigd om samen met de Algemene kerkenraad na te denken over keuzes die de komende jaren gemaakt moeten worden. Lastige keuzes als: gaan we kerken afstoten óf gaan we personeel afstoten? Kunnen we wijkgericht blijven werken of moet het anders?

Kortom: we gaan lastige tijden meemaken. Ik zal jullie zeggen dat ik daar een tijd geleden ontzettend somber van was. Daar ben ik overheen. Dat is wat anders dan dat ik er nooit meer last van heb, maar ik zie écht zinvolle nieuwe perspectieven. En dat heeft te maken met…

b. Die studie. Eigenlijk gaat die studie over hoe je kerk kunt zijn ná de ontkerkelijking. Kerk 3.0 zeg maar. Het meest heb ik geleerd in Londen, waar we op allerlei plekken waren waar de kaalslag compleet was. En tegelijkertijd groeiden daar allemaal nieuwe plantjes en die groeiden en bloeiden ook echt. Let wel, het gaat niet om restauratie van wat er was. Niet koste wat kost aan het verleden vasthouden. Er moest écht van heel veel afscheid worden genomen om dan iets nieuws te beginnen. Er bleken in al die groeiplantjes 7 continue rode draden te lopen, waardoor die plantjes groeiden. Gemiddeld met 16%, waar andere kerken daalden met 16%… Wat wel speelde waren deze zeven rode draden:
1. Bezield door geloof, 2. De blik naar buiten gericht, 3 Men vraagt zich af: wat wil God hier en nu van ons?, 4 Zij ziet de kosten van verandering en groei onder ogen en wil die opbrengen, 5. Men functioneert als een gemeenschap, 6, Men schept ruimte voor iedereen, 7 Men beperkt zich tot een paar taken en doet die goed.
Let op: bij géén van die gemeenten ging het om de groei als doel. Maar omdat ze plezier hadden in wat ze deden, omdat ze deze elementen zich eigen hadden gemaakt, dáárom straalden ze iets uit en kwam er groei. Als gevolg. Niet als doel.
Wel, wat we met het nieuwe beleidsplan willen is:
– Het goede dat we hebben houden. Wat niet goed gaat, daar stoppen we mee, wat wel goed gaat geven we aandacht
– Aanvaarden dat we in een lastig proces zitten en de kosten (4!) daarvan onder ogen zien! Er gaat veel veranderen de komende jaren.
– Ondertussen al wél die 7 elementen implanteren, waarvan we sommige al heel goed doen.
– Zo zijn we toekomstgericht! We zien het heden onder ogen én werken doelgericht aan de toekomst. Ik wil daar graag met jullie de komende vier jaren doorheen, de tijd van het nieuwe beleidsplan.
Vandaag nemen we twee van de rode draden, al zullen sommige anderen meespelen. Deze: de blik naar buiten én de vraag wat wil God hier en nu van ons.

Lieve mensen van onze Heer Jezus Christus,
Toen in het begin van het seizoen we thema’s mochten aanreiken voor onze diensten scoorde één thema het allerhoogste. Vluchtelingen in de wijk. Dat thema sluit aan bij die twee rode draden: de blik naar buiten gericht, wat wil God hier en nu van ons?
Ergens ben ik wel nieuwsgierig, waarom we dat zo hoog hebben staan op onze agenda? Geweld in het oude testament scoorde ook zo hoog…. Is het nou omdat we zeggen: we vinden het eng, vluchtelingen in onze wijk? Is het: we vinden het eng, maar we vinden dat we er als kerk en als gelovige mensen wél wat mee moeten in onze wijk? Is het “niks eng, we moeten er gewoon wat mee als kerk….” Iets van alle drie? Ik laat die vragen nu maar even staan en ga naar die rode draden toe.
Ik begin maar met een kort historisch overzicht. Dat doe ik bewust, omdat het ons wat kan helpen om te kijken hoe het komt dat “de blik naar buiten” eigenlijk een nieuw element is”. Als ik terugkijk naar 30 jaar dominee, dan is op alle plekken waar ik werkte de neiging van de gemeente –en van mij als dominee ook – vooral om met je eigen club bezig te zijn. Dus, behoorlijk de blik naar binnen gericht. Bezig met kerkdiensten verzorgen – voor je eigen mensen – ; bezig met catechisatie en vorming – voor je eigen mensen – ; bezig met pastoraat, omzien naar elkaar – voor je eigen mensen. Bezig met diaconaat voor de arme mensen – maar dan vooral ver weg, zwo, zending, werelddiaconaat en ontwikkelingssamenwerking. Ook bezig met interne problemen: hoe krijgen we de vacatures rond? Wat doen we aan het teruglopend ledental? Als het dan toch gaat over de buitenwereld, dan besteden we in de diensten er wel aandacht aan: hoe probeer je in je dagelijks leven als individu zo goed mogelijk in het leven te staan. Hoe vertaal je de waarden en normen uit de bijbel naar hoe je in het leven staat: thuis, op je werk, in je buurt in je familie?
Maar behoorlijk de blik naar binnen. Dat komt óók, omdat heel veel mensen ontzettend de balen hebben van de kerk. Daar moest altijd alles, het was er niet fijn. Laat die kerk maar eens een toontje lager zingen. Laten ze eens wat bescheidener worden met hun boodschap. Dus…., het was ook gewoon lástig om naar buiten te komen als kerk. Misschien is het goed – ik vind het een ontzettend naar cijfer, maar het helpt ons wel – om het laatste rapport van het CBS over vertrouwen in Nederland te citeren. Welke instituten vertrouwen Nederlanders het meeste, welke het minste? Uit dat onderzoek blijkt dat de politie door Nederlanders het meeste wordt vertrouwd. Ca 74 p% van de Nederlanders vertrouwt de politie. Helemaal onderaan staat de Nederlandse pers. Er zijn maar 31% van de Nederlanders die de pers vertrouwen. En op die gedeelde laatste plaats staat de kerk. Ik schrok ervan.
Nu ligt het beeld een beetje genuanceerder: in Overijssel heeft ongeveer de helft van de mensen vertrouwen in de kerk, in het Zuiden – als ik Rooms Katholiek was zou ik het vreselijk vinden – ligt het vertrouwen rond de 19%. Let op, banken en de tweede kamer scoren stukken hoger dan de kerk.
Nu kom ik terug op de situatie in Engeland en die zeven rode draden. Als je al in een minderheidspositie zit, als je alle mensen kwijt bent die nog vanwege traditie in de kerk zitten, dan moet je dus goeie redenen hebben om te blijven. De eerste reden is blijkbaar: dat het geloof je zó waardevol is – ook al heb je twijfels aan alle kanten, maar mét die twijfels – dat je er niet mee wilt ophouden. Niet mee kunt ophouden. En het tweede is dan ook, dat je als het ware je opnieuw gaat afvragen: wat wil God dan van ons als gemeente? En in al die gemeenten komt dan naar voren “we voelen ons geroepen om in onze omgeving, waar wij als gemeente zijn iets voor die omgeving te betekenen”.
Dat is natuurlijk niet zomaar. Dat bedenken ze niet, maar dat hebben ze uit de bijbel. Wij hebben vanochtend gelezen uit de kijkbijbel. Daar zit een blinde man langs de straat en Jezus loopt langs hem en helpt Hem. Er zijn talloze verhalen over Jezus die veel meer op straat is dan in de synagoge. Er staat van Hem dat Hij uit gewoonte naar de synagoge gaat. Bezield door geloof, zou je dat kunnen noemen. Maar vervolgens is de stap dan de hele tijd: náár buiten. Alzo lief heeft God de wereld gehad, de straat gehad, de mensen gehad. En omdat Hij mensen liefheeft namens God, dáárom hoort Hij het geroep van die blinde man. Dáárom gaat Hij ook in op de roep van een buitenlandse, niet Joodse vrouw, van wie de dochter ziek is. Bij Hem hoort het dus dat Hij aandacht heeft voor wie in de knel zit. Tegelijk hoort het óók bij Hem dat Hij enorm van het goede van het leven kan genieten. Hoe vaak staat er niet van Jezus dat Hij aan het feesten is, aanligt aan een maaltijd. Hoeveel gelijkenissen eindigen er niet met een blij feest. Het leven gered!
Ik kom nog even terug op onze situatie. Het aantal mensen dat de kerk niet vertrouwt is groot. Tegelijk is er langzamerhand ook iets anders aan de hand. Mijn generatie, de 50ers en ouder, zijn voor geen groot gedeelte afgehaakt van de kerk. Daar moest alles. Voor hun kinderen is kerk een onbekend fenomeen. Ze hebben hooguit een idee van wat kerk is door wat hun ouders erover vertellen. Die zeggen “dat is iets van vroeger, een ouderwets instituut, waar je van alles moest”. Ze hebben misschien ook een naar beeld van de kerk door alle misbruikverhalen vanuit de Rk. En ze hebben een verknipt beeld als er weer een roman uitkomt van Jan Siebelink. Tegelijk denk ik dat wij allemaal wat wij hier doen héél anders beleven. Vrijer, vrolijker, iets waar je naar toegaat omdat je dat wilt, omdat je er wordt gestimuleerd in geloven, in leven. Maar er is dus alle reden om meer naar buiten te treden. Valse beelden te doorbreken over wat kerk zijn is, wat geloven is, wie God is. Ik zie daar een enorme uitdaging in!
En één van de manieren is door er te zijn in je wijk en voor je wijk. Op een positieve manier. Het festival van gisteren is er een goed voorbeeld van: mensen uit de hele wijk samenbrengen, gelovig, niet gelovig, hier in Baalder geboren, hier in Nederland geboren of in het buitenland geboren. Maar sámen. Het leven vieren en delen met elkaar. Omdat God een goede Schepper is en omdat ieder mens door Hem is gemaakt!
Ook op een andere manier: wie wonen nu hier en wat hebben de mensen die hier wonen nodig? Doordat de vorige keer Henk Dunnewind bij de gemeente allerlei statistische gegevens heeft opgezocht, kwamen we er achter, dat er hier veel mensen wonen met financiële problemen. Er gaat 12 miljoen van bijstandsgelden naar mensen in heel Hardenberg, 60.000 mensen. Eén miljoen gaat er naar deze wijk met ruim 3300 mensen. Of: in wijk Baalderveld die groter is wonen 144 een oudergezinnen, bij ons 165. Of: van het gemeentelijk sociaal en cultureel fonds maken 68 adressen in onze wijk gebruik en 44 in Baalderveld. Dáárom zijn we in onze wijk begonnen met het eetcafé, met de actie van de Pluspakketten. En je kunt dus horen in onze wijk, dat we daarom bekend staan. Het gebeurt met de nodige regelmaat dat niet kerkleden aan de deur kloppen. Prachtig is dat!
Daarmee zijn we al bezig met “er zijn voor de wijk”. Maar voor wie zouden we dat nu nog méér kunnen doen? Wie wonen er in onze wijk? Er woonden in elk geval 40 vluchtelingen in onze wijk, een paar jaar geleden. Ik denk dat dat aantal nu hoger ligt. Maar we hebben tot nu toe weinig contact met ze. Zou dat moeten? Ik denk het wél als je het evangelie leest. Dat bedoel ik niet naïef, buitenlandse mensen moeten zich leren aanpassen, leren leven in onze waarden en normen. Maar omgekeerd, als wij ons naar Jezus noemen, dan kan het toch niet anders dan dat wij positief ook naar hén gericht zijn.
Daarmee kom ik op het derde deel, dat het met eerste en tweede te maken heeft. Bezield door geloof, er willen zijn voor de wijk…., wat vraagt God dan van ons? In Engeland sprak ik een collega die helemaal vanaf nul moest beginnen. Dat is niet helemaal waar, als hij door de bisschop wordt benoemd op de plek waar hij moet werken, zitten er echt nog 6 mensen in de wijk. Dan bedenkt hij een plan: met kerst ga ik een kerstnachtdienst houden. Wij in Baalder weten dat dat een heel goed plan is. Wij hebben de Kamp hier twee keer vol. En in Engeland, daar is toch een enorme kersttraditie. Hij foldert, net als wij, door de hele wijk. En op kerstnacht is hij heel gespannen: die kerk wordt vast bomvol! Wat denk je? Niemand!
Dan gaat hij het net over een andere boeg gooien. Dat heeft Hij vast van Jezus en van het verhaal van de bijzondere visvangst. Hebben de leerlingen een hele nacht gevist en niks gevangen, staat Jezus aan de kant en zegt Hij: “gooi het net uit over de andere boeg”. Ga het eens helemaal anders doen. Dán zit het net vol. Wat doet hij? Hij gaat door de wijk lopen en in kroegen en buurthuizen zitten. Hij bidt met zijn ogen open, denkt aan de waarden van het evangelie: wat zou nou in déze wijk belangrijk zijn voor déze mensen die híer wonen? Hier wonen yuppen, jonge mensen met veel geld. Hoe kan ik díe bereiken? En zo, luisterend met twee oren: naar de mensen die in zijn wijk wonen én naar wat het evangelie, wat God zegt, vindt hij langzamerhand een roeping.
Dat woord gebruik ik bewust. Hij gaat het vanuit de waarden van het evangelie zien: voor déze mensen zou ik dít kunnen betekenen. Ik koppel dat aan het woordje roeping. Eén van de dingen waarvoor je als kerk op de wereld bent is om er te zijn voor anderen in je omgeving. In Baalder betekent dat dus wat anders dan in Baalderveld, in Centrum weer wat anders. Omdat er andere mensen wonen. Natuurlijk heb je zelfde dingen. Overal zijn mensen ziek. Overal zijn mensen werkeloos. Maar in Centrum wonen heel veel mensen alleen én zijn er veel ouderen. Zowel binnen de kerk als daarbuiten. Dáár moet je naar gaan kijken. In Baalderveld wonen relatief meer rijke mensen dan hier. Wat kun je voor hén betekenen? Maar wie wonen er hier nu onder ons?
Ik ga de preek even stil zetten en ik wil jullie vragen om met me mee te denken, mee te bidden, mee te schrijven. Welke mensen zijn er nu in onze wijk die we misschien wel over het hoofd zien? Zijn we er voldoende voor mensen die alleen gaan? Die gescheiden zijn? Die gevlucht zijn……. Loop in je gedachten eens je straat, je buurt door…. Loop in je gedachten ook het evangelie eens door? Voor wie heeft Jezus daar aandacht? Wat doet Hij? Waar helpt Hij, waar viert Hij ook feest? Wat zou onze roeping hier zijn? Denk alsjeblieft niet alleen aan mensen helpen, dat ook, maar misschien ook wel aan met mensen het leven vieren. Op jullie stoelen liggen papiertjes én een pen. Denk er eens een paar minuten over na, heb het er eens kort over met elkaar en alsjeblieft, stop het dan bij de uitgang in het mandje. Daar hebben we als beleidsplangroep wat aan.
Dank jullie wel!
Ik kom terug bij Handelingen 2:42-47. De heel vroege gemeente had vier pootjes: de uitleg van de apostelen over God, de gebeden (voor wie zijn wij hier…..) de maaltijd/het breken van het brood én de gemeenschap. En ze waren in de gunst bij de mensen, ze hadden een goede naam. Ik denk dat het helder moet zijn: je moet niet uit zijn op een goede naam. De gemeentes die groeien in Engeland zijn niet uit op groei. Maar omdat ze de dingen dóen die ze doen, dáárom groeien ze ook. Als ik dit koppel aan Handelingen 2 dan zie je dat de gemeenschap – hier, de onderlinge betrokkenheid én op de wijk – én het breken van het brood (het delen van wat we hebben, de moestuin, het eetcafé), dat we er al mee bezig zijn. Daarom is jullie inbreng ook van belang: wie zien we over het hoofd? Voor wie kunnen we er zijn? Amen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.